De afgelopen maanden heeft Niels Bisschop van de Aeres Hogeschool zijn scriptie succesvol afgerond bij ABZ Diervoeding. Hij heeft onderzoek gedaan naar de deeltjesgrootte verandering in meelvoer door ontmenging tussen productie en opname door het opfokouderdier.
Ontmenging meelvoer voor opfokouderdieren
De ontmenging van meelvoer voor opfokouderdieren is onderzocht op negen verschillende opfokbedrijven met verschillende voersystemen: sleepketting of voerpannen. Een Bridomat systeem is ook meegenomen in dit onderzoek, echter was er maar één bedrijf aanwezig in het onderzoek met dit type voersysteem. De voermonsters zijn in duplo genomen uit de hopper en op drie plekken uit het voersysteem: voor, midden en achter. De voerdeeltjes verhouding is geanalyseerd door middel van zeefanalyses.
De belangrijkste bevindingen van dit onderzoek zijn dat de verplaatsing van het voer in de fabriek en bulkauto nauwelijks van invloed zijn op de ontmenging van het meelvoer. Wel is er sprake van significante ontmenging in het voersysteem, zowel in een sleepketting als in een voerpan.
Sleepketting
In een sleepketting vindt ontmenging plaats door de selectieve opname door de opfokouderdieren, doordat het fijne voer naar de bodem van de voergoot zakt. Hierdoor is het voer achter in het voercircuit fijner, dan vooraan.
Voerpan
In een voerpan treedt ook ontmenging op, echter hier wordt het voer juist significant grover naar mate de afstand tot de hopper toeneemt. Door de trekbeweging van de vijzel, komt het fijne voer onder in de vijzelbuis terecht. Vervolgens komt dit fijne voer als eerste in de voerpan, als deze leeg begint te raken. De gemiddelde deeltjesgrootte neemt bij voerpannen naar achteren dus verder toe.
Bridomat
In de Bridomat treedt er ook ontmenging op door de selectieve opname van de opfokouderdieren, maar in dit systeem is er nauwelijks ontmenging door de verplaatsing van het voer. De vijzel is vermoedelijk de reden dat het voer nauwelijks ontmengt door de verplaatsing, omdat deze het voer opnieuw mengt.
Resumé
Ontmenging in een voerpan is dus inherent aan het systeem, hier kan een opfokker niet direct iets verbeteren door managementaanpassingen. De gevolgen van ontmenging op de koppeluniformiteit zijn niet onderzocht, in verband met niet beschikbare gegevens. Het is dan ook aan te bevelen aan alle opfokbedrijven, om van toekomstige koppels uniformiteitsgegevens te verzamelen. Hierdoor wordt een nuttige database opgebouwd voor de opfokintegratie, waar in vervolgonderzoeken gebruik gemaakt kan worden en kan waardevolle informatie bevatten om de uniformiteit in opfokouderdieren te bevorderen.
Heeft u vragen over dit onderzoek? Neem dan contact op met één van onze pluimveespecialisten.