Vier weken voordat uw hennen in productie komen, ondergaan ze een sterke fysiologische verandering. Met name het geslachtsapparaat ontwikkelt zich snel. Hiervoor hebben uw hennen voldoende energie, eiwitten en overige nutriënten nodig. De genetische aanleg van snelle groei, zeer efficiënte voerconversie en veel borstvlees wat ze mee geven aan hun nakomelingen, brengen de nodige uitdagingen met zich mee. De productieperiode wordt ook wel de oogst van de opfokperiode genoemd. Tot aan de productie bent u de opfokker!
Start van uw koppel
Het voeren van voldoende Pre Foktoommeel aan uw vleeskuikenouderdieren wordt steeds belangrijker. De Pre foktoommeel van ABZ Diervoeding stemt zich perfect af op de behoefte van uw dieren. De focus van dit voer ligt op de ontwikkeling van de organen, skelet, uniformiteit en het optimaliseren van de lichaamssamenstelling. De tendens van ons management met betrekking tot het voeren van Pre Foktoommeel is dat we dit liever langer voeren dan korter. Op dit moment adviseren wij om de Pre Foktoommeel te voeren tot en met ongeveer 5% productie. We zien echter al koppels die dit doortrekken richting de 10% productie. Op deze manier willen we de dieren beter voorzien zodat ze zich goed kunnen voorbereiden op de productieperiode. Ook zorgen we ervoor dat we op deze manier de dieren niet te vroeg ‘belasten’ met over aanbod van nutriënten vanuit ons fase 1 voer. Het fase 1 voer heeft namelijk een hele andere focus. Namelijk het behalen van de piekproductie, het behalen van gewenste eigewichten en persistentie.
Goede ontwikkeling
Voor een goede ontwikkeling is het belangrijk dat uw hen voldoende energie kan opnemen zodat ze haar vetreserves kan opbouwen en de rest van haar lichaam kan ontwikkelen. In de eerste 3 weken van de periode dat de dieren bij u op het bedrijf zijn moet uw hen 50 a 100% meer buikvet aanzetten. Namelijk van 1% buikvet naar ongeveer 1,5% a 2%.
Waarom vetreserves?
Energie is het eerste beperkende nutriënt voor eiproductie en ondersteunt persistentie van productie. Op latere leeftijd spreekt de hen haar reserves meer aan voor het leggen van het ei dan voor topproductie. Ook is energie nodig voor onderhoud (60 – 65% van energiebehoefte) en groei. Door goede ontwikkeling in de opfokperiode zal het moederdier beter in staat zijn om goede kwaliteit broedeieren te kunnen produceren tijdens de gehele productieperiode.
Doel en management
Tussen de koppels zit een enorm veel verschil in technische resultaten. Met andere woorden; de lijn is erg dun. Voor optimale resultaten hebben we optimaal voer en management nodig. Hierin is het belangrijk om de basis optimaal te houden en te optimaliseren / te monitoren. Bezetting op het voer systeem en voerverdeling is hierbij van groot belang. Cruciaal is dat de dieren voldoende groeien. Hiervoor hanteren wij de normen van Aviagen. Dit vinden we belangrijk omdat wanneer de dieren die norm groeien ze met andere woorden voldoende nutriënten binnen krijgen om zichzelf te ontwikkelen. Gedurende de ronde is het belangrijk om verschillende zaken goed in de gaten te houden. Dit heeft namelijk veel invloed op de behoefte in onderhoudsvoer voor het dier.
Dit zijn:
- Temperatuur: 1 graad = 2 gram voer. 5 – 6 kcal.
- Bevedering: 10% slechter bevedering = 3 gram voer. 7 – 8 kcal.
- Gewicht: 100 gram boven norm gewicht = 3 gram meer voer. 9 kcal
- Lichaamssamenstelling. 100 gram borstvlees te veel = 5 gram meer voer. 13 – 14 kcal.
Wilt u met ons in gesprek?
Bij ABZ Diervoeding werken we samen met onze klanten en de fokkerij aan het optimaliseren van het voer en management. Heeft u vragen of wenst u meer informatie? Neem dan contact op met vleeskuikenouderdieren specialisten. Zij helpen u graag!
Team vleeskuikenouderdieren >