Om hun productie te verbeteren brachten zeugenhouders Arnold en Bertha Vlastuin uit Lunteren een aantal wijzigingen aan in hun bedrijfsvoering. De belangrijkste was een aangepaste voerstrategie in de kraamstal. Die bleek afgelopen jaar al heel succesvol. De zeugen namen hun voer beter op, ze kregen zwaardere en vitalere biggen, bovendien waren er minder terugkomers, ondanks de extreem hete zomer.
Een andere wijziging was er op het gebied van genetica. Omdat ze meer levend geboren biggen wilden, stapten ze over van TN 70 op de Deense zeug. De eerste biggen van de Deense zeugen kwamen eind december. De positieve ervaringen met het voer heeft dus vooral betrekking gehad op de TN 70, maar aangezien de Deense zeug qua vleestype niet veel verschilt van de TN70, verwacht Arnold voor de toekomst dezelfde positieve resultaten. Overigens gebruikt hij als beer de PIC408.
Historie
Arnold (54) en Bertha (52) Vlastuin hebben een varkensbedrijf met 750 zeugen. Ze namen in 1998 de varkenstak van Arnolds vader over. Die had een gemengd bedrijf met rundvee en 300 zeugen. Arnolds broer ging in het rundvee verder, Arnold in de varkens. In 2007 groeide het bedrijf fors naar 750 zeugen. Bertha doet de administratie, helpt mee bij het spenen en is achter de hand om in te springen waar nodig. Verder werken twee BBL’ers mee, een jongen voor 30 uur en een meisje voor 15 uur in de week. Zij werken vooral in de kraamstal. Bij de dochter (25) en drie zoons (22, 19 en 14) van Arnold en Bertha is nog geen ambitie te bespeuren om het bedrijf over te nemen.
Afgelopen jaar was er op het bedrijf veel aandacht voor het voer. Een goede voeropname in de kraamstal, vooral bij hitte, is voor veel zeugenhouders een uitdaging. Daarom hebben ze in nauw overleg met Theo ter Maaten, hun voervoorlichter van ABZ Diervoeding, vorig jaar april een aantal wijzigingen doorgevoerd in de voerstrategie. Al minstens 25 jaar zit Arnold, en eerder zijn vader, bij ABZ Diervoeding. “Gewoon omdat ze goed voer hebben voor een scherpe prijs”, vindt Arnold. “En ze hebben doelgerichte voeradviezen, waar ik meestal wel voor opensta.”
Prelacto Fit XXL
Arnold wilde vooral een verbetering van het geboorteproces, meer levendgeboren biggen en een langere levensduur van de zeug. Daarom is hij in april van een gewone prelacto als tussenvoer, overgestapt op Prelacto Fit XXL. Zodra de zeugen in de kraamstal komen, krijgen ze de Prelacto Fit XXL, tot het werpen. Deze luxe prelacto is erop gericht om in de kraamstal, al voor het werpen, goed door te kunnen voeren. Waar gemiddeld 2,8 kg wordt gevoerd, aten de zeugen van Arnold afgelopen zomer 4 kg per dag, zonder dat het uierdruk gaf. Zo kan al voor het werpen de energiebehoefte van de zeug worden aangevuld. Vooral voor vleestypische dieren als de TN70 en de Deense zeug is dat een voordeel, want die hebben rond het werpen veel last van spierverlies.
“Het belangrijkste vind ik dat het geboorteproces is verbeterd”, verklaart Arnold. “Maar ook de biggen groeien er flink van. Die zijn bij de geboorte goed en vitaal. Zelfs de dierenarts viel het op. Hij zei dat hij bijna nergens zulke zware keuen tegenkwam als bij ons! We hebben ook een poos de biggen gewogen. Hun geboortegewicht bleek ruim 40 gram hoger te liggen dan het landelijk gemiddelde. Ze zijn dus beter, maar hebben ook een grotere overlevingskans. Bovendien zijn de tomen groter.” Het voer geeft dus zwaardere biggen, maar vooral ook al in een vroeg stadium meer conditiebehoud van de zeug en een betere follikelrijping. Dus ook op de volgende worp heeft het een positief effect.
Lacto Subliem Zomer
Om de zeugen bij heet weer ook na het werpen goed aan het eten te houden, heeft Arnold vorig jaar juni de gewone lacto ingeruild voor de nieuwe, luxe Lacto Subliem Zomer. Het was eind juni en binnen een week kreeg hij er al een kilo per dag meer in, ondanks het warme weer. “De opname was echt beter. Ze eten het graag en laten het bijna nooit liggen”, zegt Arnold. “Bovendien waren de biggen gewoon beter. Daar hebben we het vooral voor gedaan: een betere bigvitaliteit. Een mooie bijkomstigheid is dat er minder terugkomers zijn, vooral bij de eerste- en tweedeworps zeugen. Afgelopen zomer liep het percentage terugkomers bij de jongere zeugen terug van 11 naar 8 procent. Ook hadden we geen pieken meer van zo’n 18 procent, zoals vroeger soms, terwijl we juist een extreem hete zomer hebben gehad. Kortom, we hadden afgelopen zomer zwaardere en vitalere biggen, een betere voeropname en minder terugkomers. Dat zie ik graag!”
De mooie resultaten van Arnold zijn te verklaren. Het verteren van voer geeft interne warmte, die een varken alleen kwijt kan raken door te hijgen. Omdat lacterende zeugen meer voer opnemen dan dragende zeugen, produceren ze ook meer warmte. Daar komt bij dat ze bij hitte normaal gesproken minder voer opnemen. Lacto Subliem Zomer heeft zo’n samenstelling, dat het wel voldoende voedingsstoffen en mineralen bevat, maar door een verlaagd ruw eiwitgehalte voor minder warmteproductie in het dier zorgt. De lacterende zeug krijgt het dus minder snel warm. Dat is in de kraamstal een groot voordeel. Toch baart de hitte van de afgelopen twee zomers wel zorgen. Arnold: “Nu de verwachting is dat er meer hete zomers gaan komen, moeten we toch eens gaan nadenken over de mogelijkheden voor een effectieve koeling of verneveling in de stal om de temperatuur naar beneden te krijgen.”
Toekomst
En andere plannen voor de toekomst? Op dit moment wordt een nieuwe hygiënesluis en een nieuwe kantine gebouwd. Maar verder zijn er geen grootse plannen. “Er dient zich nog geen opvolger aan. Dan wordt het lastig om een visie te ontwikkelen en daar een toekomst aan te plakken. Ik kijk het nog tien jaar aan, dan moet er duidelijkheid zijn”, aldus Arnold. “Ons doel is zoveel mogelijk goede biggen te verkopen. Met de aanpassingen in het voer en in de genetica zijn al aardige stappen in de goede richting gemaakt. Ik vind het mooi om dat samen met mijn personeel, in samenwerking met de dierenarts en de voervertegenwoordiger te bereiken.”