De Nederlandse varkenshouderij heeft door hoge efficiëntie en veel grondstofkennis gigantisch voordeel.
Net als bij veel andere sectoren komen er veel duurzaamheidsvragen op de veehouderij af. We hebben een mooie sector die een belangrijke plaats heeft in de voedselvoorziening. Sterker nog, in een duurzame voedselketen is veehouderij erg belangrijk. Kort door de bocht wordt vaak gezegd dat de veehouderij veel CO2 uitstoot, grondstoffen overal vandaan haalt en voor mensen eetbare producten aan dieren voert. Plantaardig eten zou daarom veel beter zijn. Echter vergeten we dat de plantaardige voedingsindustrie veel reststromen overhoudt die door mensen niet geconsumeerd kunnen worden. Mooie voorbeelden zijn tarwegries en bietenpulp, afvalstromen uit de zetmeel- en suikerindustrie. Het is maar goed dat we dieren houden om die stromen te benutten.
Duurzaamheid steeds belangrijker
Het is belangrijk om dit in concrete getallen uit te drukken. Hierdoor kunnen we ons als sector onderscheiden, kunnen we gaan sturen om te verbeteren en kan je als individueel bedrijf gaan richten op de vraag van jouw afnemer. En daar wordt het interessant, want naast duurzaam bezig zijn, willen we ook een duurzaam bedrijfsmodel met rendement. Er begint een kanteling te ontstaan: de retail gaat niet meer enkel voor een lage prijs, maar wil zich ook kunnen onderscheiden, bijvoorbeeld op gebied van duurzaamheid.
CO2 footprint van een varken
Een belangrijk kengetal is de CO2 footprint per varken. Met name bij varkens speelt voer een grote rol. De CO2 footprint is niet enkel de uitstoot van het varken zelf. Alle producten die nodig zijn om het varken te laten groeien worden meegenomen. Zo is de CO2 footprint van het voer voor 65% bepalend voor de CO2 footprint van het varken.
Om voer te produceren hebben we grondstoffen nodig. Om deze te verbouwen zijn er kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen nodig, het land wordt bewerkt en vervolgens moeten de grondstoffen vervoerd worden naar onze fabrieken. Bij al deze processen komt CO2 vrij. Ook onze fabriek stoot CO2 uit door het energieverbruik. Op het varkensbedrijf zelf wordt de overige 35% uitgestoten. Dat komt vooral door methaanemissies uit darm-fermentatie en uit de mest. Methaan is een broeikasgas. Deze wordt omgerekend naar CO2 equivalenten en in de CO2 afdruk meegenomen.
Het is vrij ingewikkeld om de CO2 footprint van een product te berekenen, maar toch wordt dit steeds gebruikelijker in de praktijk. Voor onze Dynamo-varkensvoeders hebben wij van elke voersoort de CO2 footprint in beeld. De CO2 footprint op het varkensbedrijf zal de komende jaren ook meer inzichtelijk gemaakt worden. Vooral op vraag van de markt.
Een hoop gedoe of goed nieuws?
Eigenlijk heel goed nieuws. Als sector weten we dat we veel dingen goed doen en met onze efficiëntie zijn we duurzamer dan de meeste andere landen in de wereld. Door dit in een getal uit te drukken, kunnen we het ook aantonen.
We kunnen er ook op gaan sturen. Zo kunt u als varkenshouder kiezen voor andere mestsystemen die minder fermentatie geven. Als voerproducent kunnen we sturen met grondstoffen. De Nederlandse voerindustrie heeft veel kennis over reststromen en het gebruik van verschillende typen grondstoffen. Hierdoor zijn we goed in staat om grondstoffen met een hoge CO2 footprint te vervangen door grondstoffen met een lagere CO2 footprint. De kennis van grondstofwaardering die we al decennialang opbouwen, komt zo bij nieuwe vraagstukken goed van pas.
Ook de herkomst van grondstoffen heeft veel impact. Door ontbossing in Zuid-Amerika is de CO2 footprint van die soja heel hoog. Ook laat de CO2 berekening zien dat je moet telen op de plek waar het klimaat gunstig is voor dat gewas. Zo is de CO2 uitstoot van soja uit de Verenigde Staten lager dan van Europese teelt. Puur omdat er in de Verenigde Staten meer bonen van een hectare komen. De uitstoot van het telen wordt dus over veel meer kilo’s sojabonen verdeeld. Het transport naar Europa gaat in zulke grote massa’s dat dit juist weer relatief weinig impact heeft.
Massa en efficiëntie
Massa en efficiëntie zijn dus belangrijk. Ook voor een varken geldt: kan je de CO2 footprint van het voer en het varken over meer kilo’s geslachtgewicht verdelen, dan ben je beter af. Bij een voederconversie van 0,2 lager, kan zo een reductie van 7% gehaald worden per varken. Hier liggen dus gigantische kansen voor de Nederlandse varkenshouderij.
Ook brijvoerbedrijven komen er erg goed uit. Natte bijproducten hebben een hele lage CO2 afdruk en zijn dus heel interessant. Mocht een lage CO2 footprint per varken uitbetaald gaan worden, dan zijn brijvoerbedrijven daar in het voordeel. Natte bijproducten worden geproduceerd in dichtbevolkte gebieden met veel voedselverwerkende industrieën. Logisch dus dat de varkenshouderij in Nederland goed past.
Voederwaarde.nl
Sinds dit jaar is de CO2 footprint van het voer geborgd door voederwaarde.nl. Dit onafhankelijke kwaliteitssysteem zorgt ervoor dat de waarden kloppen en betrouwbaar zijn. Dat is een basisvoorwaarde voor als we er in de markt een meerwaarde uit willen gaan halen. Alle ABZ Dynamo varkensvoeders voldoen aan voederwaarde.nl.
Voederwaarde.nl controleert of de voederwaarden op de afleverbon overeenkomen met wat er werkelijk in het voer zit. Voorwaarde voor deelname is onder andere het gebruik van een onafhankelijke voederwaarde-systeem. ABZ Diervoeding vindt het belangrijk dat haar voeders ook echt bevatten wat we uitrekenen. Alleen dan komen voeders optimaal tot hun recht in de stal. Dit laten borgen door Voederwaarde.nl vinden we dan ook een logische stap.
Heeft u nog vragen over de CO2 footprint van uw voer?
Neem gerust contact met ons op! Wij helpen u graag.
Team varkens