Hoe werkt vetvertering bij varkens en welke keuzes maken we in de samenstelling van ons varkensvoer voor wat betreft vetten en oliën? ABZ Diervoeding praat u graag bij:
Vetten zijn maar een klein deel van de voersamenstelling, maar bevatten veel energie. Hierdoor speelt vet een grote rol bij de energieopname. Echter, met name bij gezondheidsproblemen en bij jonge dieren werkt de vetvertering vaak (nog) niet optimaal. Daarom maken wij keuzes in het soort en de hoeveelheid vet of olie in het voer.

Vetten en oliën zijn eigenlijk hetzelfde. We spreken over een olie als het vloeibaar is en over een vet als het hard (gestold) is op kamertemperatuur. Dit hangt af van de vetzuren die in het product zitten. Vetten en oliën bestaan namelijk uit vetzuren die per drie vetzuren aan een glycerolmolecuul vast zitten. Zie het voorbeeld (figuur 1) van een vet met verschillende vetzuren.
Om te worden opgenomen in het lichaam, moeten de vetzuren worden losgeknipt van het vetmolecuul. Dit gebeurt in de dunne darm door lipase, een enzym dat wordt geproduceerd door de alvleesklier. Losse vetzuren en het glycerolmolecuul met één vetzuur (vaak worden alleen de buitenste twee eraf geknipt) blijven hierna over en vormen belletjes van vetzuren (micellen), die in het lichaam kunnen worden opgenomen.
Bij vetvertering is de lengte van de vetzuurketens belangrijk en ook of ze verzadigd of onverzadigd zijn. Dit wordt aangegeven met getallen. Een vetzuurketen bestaat simpel gezegd uit een keten van koolstofatomen, bijvoor- beeld C18:0. Bij een onverzadigd vet is de verbinding dubbel tussen twee van deze atomen, dit schrijven we bijvoorbeeld als C18:1. Op één vetzuur kunnen meerdere van deze dubbele bindingen zitten, bijvoorbeeld C18:2 als het twee dubbele zijn. Hoe meer van deze dubbele bindingen, hoe krommer dat het vetzuur wordt. Bij de kortere en de onverzadigde (kromme) vetzuren kan de lipase makkelijker het vetzuur van het glycerol-gedeelte afknippen. Hierdoor wordt het vet beter verteerbaar.
Alle soorten dierlijke en plantaardige vetten of oliën bevatten een mengsel van vetmoleculen met verschillende vetzuren. Palmolie bijvoorbeeld bevat veel lange vetzuren die verzadigd zijn en vetzuren die maar één keer onverzadigd zijn. Hierdoor is het vet wat moeilijker verteerbaar voor jonge dieren en is het vet gestold bij kamertemperatuur. Hetzelfde geldt voor varkens- en rundveevet. Soja-, zonnebloem- en raapolie lijken erg op elkaar en bevatten weinig verzadigde vetzuren en veel vetzuren die twee keer onverzadigd zijn. Hierdoor kan het vet van sojaolie makkelijker worden losgeknipt dan dat van palmolie en is het beter verteerbaar. Pluimveevet zit qua samenstelling tussen palmolie en sojaolie in.
Er bestaan daarnaast ook nog speciale vetten. Omega-3 vetzuren zijn de bekendste. Deze vetzuren hebben lange ketens en hebben minstens drie dubbele bindingen. Ze zitten vooral in lijnzaad(olie) (C18:3) en in vis/zalmolie en geven een positief effect op de vitaliteit en gezondheid. Je vindt deze vetten vaak terug in speen-, biggen en zeugenvoer. Ook kokos- en palmpitolie zijn bijzonder,vanwege hun positieve effect op darmgezondheid. Kokos- olie en palmpitolie bevatten veel middellange vetzuren (tussen de 8 en 14 atomen). Deze vetzuren kunnen los (zonder micel) worden opgenomen en zijn daardoor ook een snelle energiebron voor de darmcellen. De middellange vetzuren kunnen daarnaast celwanden van bacteriën openmaken, waardoor ze een antimicrobieel effect hebben. Er zijn ook een aantal additieven op de markt die deze middellange vetzuren bevatten. Door de hogere prijs van deze producten worden ze vaak ingezet in specifieke voeders zoals speenvoer.
In al onze fabrieken waar we varkensvoer maken, staan de verschillende beschreven types oliën en vetten tot onze beschikking. Door deze oliën en vetten gericht in te zetten, ziet u het effect hiervan in uw stal:
- betere vertering,
- betere gezondheid
- en dus verbetering in voerefficiëntie/rendement.

Aanvullende informatie
Neem voor uitgebreide informatie over het varkensvoer van ABZ Diervoeding contact op met onze varkensspecialisten.