Varkenshouders Gert en Karin Custers houden op twee locaties 500 zeugen en 5.000 vleesvarkens volgens het Beter Leven Keurmerk 1 ster. Met de overstap van het zeugenbedrijf naar ABZ Diervoeding, een jaar geleden, was het de insteek om de TN70 zeugen beter op behoefte te voeren en resultaatverbetering te realiseren!
Bedrijf
Gert (51) en Karin (50) Custers-Zanders hebben drie kinderen, Sem (22), Raf (20) en Jur (18). Op hun gesloten bedrijf houden ze 500 TN-70 zeugen en 5.000 vleesvarkens op twee locaties, in Swolgen en in Horst. Sinds 2014 is het een bedrijf met een 4-wekensysteem, vooral vanwege de diergezondheid. “Je maakt een knip in het bedrijf. Wat arbeid betreft is het lastiger, maar ik heb het geluk dat mijn personeel erg flexibel is. Ideaal!” Gert verzorgt vooral de gespeende biggen en vleesvarkens, daarnaast heeft hij twee medewerkers in dienst. Eén in de kraamstal en één allround medewerker, totaal 1,5 fte. Karin doet kantoorwerk, naast een halve baan buitenshuis.
“Sinds 2018 fokken we onze eigen opfokzeugen. We kopen geen dieren meer aan en hebben hierdoor qua gezondheid flinke stappen gemaakt. We hebben 98 kraamhokken. We spenen steeds meer biggen, tegenwoordig moeten we zelfs iedere ronde wat biggen verkopen.”
Of er onder hun zoons een bedrijfsopvolger zit, moet de tijd nog leren. Sem, student Ondernemerschap & Retail Management, is al wel betrokken bij het bedrijf. “We verkopen met de Varketing Group ons eigen vlees aan de slager en aan huis, op kleine schaal”, legt Gert uit. “Elke week houden we ongeveer zes mooie varkens apart. Sem houdt zich met de verkoop bezig. Hij brengt het vlees met zijn busje aan huis. Die bezorging van vlees uit de eigen regio met het eigen gezicht erbij, dat vinden mensen belangrijk. Dat verkoopt.”
Historie
Gert stapte bij zijn ouders in de maatschap toen hij 20 jaar was en al in 1995 nam hij het bedrijf over. Zijn vader was toen 65. Nog dagelijks kwam hij op het bedrijf, tot zijn overlijden twee jaar geleden, 90 jaar oud. Het bedrijf was door Gerts opa in 1928 gestart.
Toen Gert startte, was het een gemengd bedrijf met varkens, akkerbouw en kerstbomenteelt. Gert meende dat hij op deze locatie in Swolgen niet kon uitbreiden, omdat hij te dicht bij het dorp zat. Daarom kocht hij in 2003 in Horst een vleesvarkensstal met uitbreidingsmogelijkheden. Maar dankzij een luchtwasser van Inno+ met warmtewisselaar (indertijd zeer modern) bleek hij in 2007 thuis toch te mogen uitbreiden. Hij verdubbelde op de thuislocatie de aantallen naar 500 zeugen en 2.500 vleesvarkens en alles werd geoptimaliseerd en gemoderniseerd.
Energieneutraal
In 2014 is in Horst een nieuwe stal gebouwd voor 2.500 vleesvarkens. Een stal zonder gas, en inmiddels ligt het dak van de stal vol met zonnepanelen. “Het was een van de eerste CO2-neutrale stallen”, aldus Custers. “Het is een normale stal, maar tussen de afdelingen zitten geen muren. Er staan 1.250 vleesvarkens links van de centrale gang en 1.250 rechts. Er zijn geen afdelingen, geen afzuigkanalen, wel gewone hokjes voor 14 vleesvarkens. Die hokken staan per drie stuks met elkaar in verbinding zodat er grote groepen van 42 vleesvarkens ontstaan. Het is een acht meter hoge, open, overzichtelijke en vriendelijk ogende stal met een grote lichtstraat. Dat is hoe je het wilt hebben. Daar ben ik trots op.”
Ook thuis zijn ze nu al twaalf jaar van het gas af. “Onze dieren produceren allemaal warmte. Wij als varkensboeren gooien die warmte gewoon weg, terwijl het geld waard is”, constateert Gert. “De luchtwasser vangt de warmte op, de warmtepomp zorgt voor water van 40°. Door de overal aanwezige vloerverwarming en de luchtinlaat verwarming bij de biggen krijgen we alles prima warm; de stallen, het huis en zelfs het zwembad!
Spek-spiermeting met GMI-techniek
Sinds april 2021 voert Gert Custers zijn zeugen en biggen van ABZ Diervoeding. “We zagen in een periode van vijf jaar het afbigpercentage teruglopen van 92 naar 86 en kregen dat maar niet omgekeerd. Op het juiste moment kwam Tom Jilesen van ABZ Diervoeding met een geloofwaardig theoretisch verhaal over voeding en spek-spiermetingen. Het belangrijkste struikelpunt op het bedrijf van Gert Custers bleek de opfok en de laatste maand van de dracht. De opfokzeugen waren te divers in omvang op het moment van dekken en de gelten hadden te weinig spek ten opzichte van spier. Tom heeft me overtuigd nadat hij verschillende metingen in de stal had verricht en kreeg uiteindelijk een jaar de kans om zijn verhaal te bewijzen. Na drie maanden kwamen al de eerste signalen. En een jaar later waren de resultaten met stappen vooruitgegaan. Nu zitten we weer op een afbigpercentage van 92%. De theorie klopt met de praktijk”, constateert Custers tevreden. “Het begon met de basis van de GMI. Door gebruik te maken van ander opfokvoer is de spek-spierverhouding in de opfokperiode nu beter. De biggenproductie is op jaarbasis bijna twee biggen gestegen, terwijl we de grootste verbetering zelfs na de zomer zagen. Ook heb ik de gelten meer aandacht en meer ruimte gegeven. Ze zitten nu met zes in plaats van met tien in een hok. Ik heb er nu net wat meer focus op. Nu zijn we een jaar verder en zijn ze prachtig egaal op het moment van dekken. We dekken iedere vier weken achttien gelten aan. Die variëren nu van 160 kg tot 170 kg. De betere kwaliteit van de gelten resulteerde bovendien in minder terugkomers en meer levend geboren biggen per worp.”
Daarnaast kwam uit de spek/spier metingen duidelijk naar voren dat de zeugen eind dracht te veel spier verloren wat de bigkwaliteit en melkproductie negatief beïnvloedde. Door het voerschema en het voer in deze fase te veranderen, is de bigkwaliteit verbeterd.
Ook het biggenverhaal is nu goed op de rit. Ze hebben geen dunne mest meer. De biggen krijgen een speenkorrel die in het bijzonder gericht is op het voorkomen van coli, dus met veel vezels en bepaalde zurenverhouding. “Het is niet het goedkoopste voer, maar het verbruik is gedaald met 3 tot 3,5 kg per big”, verklaart Gert. “De biggen gaan veel efficiënter met het voer om. We hebben dus minder biggenvoer nodig voor hetzelfde aflevergewicht. En als de darmen gezonder blijven, presteert het dier ook in de rest van zijn leven beter en is er minder uitval.” Ook de groei van de biggen is op hetzelfde hoge niveau gebleven, terwijl we meer biggen produceren met minder uitval.
Technische resultaten Custers
Technische resultaten Custers |
01-04-2020 t/m 31-03-2021 | 01-04-2021 t/m 31-03-2022 |
Levend geboren biggen per worp | 15,69 | 15,94 |
Doodgeboren biggen per worp | 1,4 | 1,27 |
Levend geboren biggen 1e worps | 14,19 | 15,23 |
Afbigpercentage | 86 | 92 |
Gespeende biggen / zeug / jaar | 30,9 | 32,7 |
* scrol op mobiel naar rechts voor volledige tabel.
Videobeelden bij familie Custers
Kijk en luister naar het verhaal van Gert Custers: