Bij ABZ Diervoeding staat de darmgezondheid van uw dieren op nummer 1. Met een gezond maagdarmkanaal kunnen ze het voer efficiënt benutten, waardoor ze optimaal groeien en veel biggen kunnen grootbrengen. Gezonde darmen dragen ook bij aan een sterk beenwerk, een optimale weerstand en zorgen ervoor dat uw dieren beter in hun vel zitten.
Lees stap voor stap hoe het verteringstelsel van uw varkens werkt
De belangrijkste onderdelen van het maagdarmkanaal zijn de bek, de maag, de dunne darm en de dikke darm, zie afbeelding 1. Het maagdarmstelsel is na de geboorte nog volop in ontwikkeling. Biggen zijn in de kraamperiode vooral ingesteld op het verteren van melk. Daarna ontwikkelen maag en darmen zich verder om ook vast voer te kunnen verwerken. Vooral de dikke darm groeit nog een tijdje door, waardoor oudere varkens vezels beter kunnen verteren. Daarom hebben we voor elk type varken voersoorten ontwikkeld.
Bek
De bek is een belangrijk onderdeel in de vertering van voer. Hier wordt het voer klaargemaakt voor de reis door het maagdarmkanaal. Door te kauwen worden voerdeeltjes fijner gemalen en vermengd met speeksel. In het speeksel zitten allerlei stofjes – enzymen – die alvast een beginnetje maken met de afbraak van vet en zetmeel, maar ook een bacterieremmende werking hebben.
Maag
Het voorgekauwde voer komt via de slokdarm in de maag terecht. De maag is een soort vat waarin het voer verder wordt voorbereid op de vertering. Het bovenste deel vangt het doorgeslikte voer op en is dus nog niet zo zuur. In dit gedeelte van de maag zit daarom ook geen beschermlaag, waardoor het gevoelig is voor maagzweren als gevolg van stress, te fijn voer of een onregelmatige voeropname.
Verderop in de maag worden een scheut maagzuur en wat verteringssappen toegevoegd. Hier mengt en kneedt de maag de zure voedselbrij en begint de afbraak van eiwit. Er geldt: hoe langer de verblijftijd in de maag, hoe lager de pH kan worden (zuurder dus) en hoe beter de voorvertering zal zijn. Ook worden ziekmakende bacteriën daardoor beter bestreden. Omdat het aanmaken van maagzuur voor jonge biggen een hele uitdaging is, houden we hier in de voersamenstelling rekening mee.
Maagwerking is afhankelijk van voer
Voor een goede maagwerking is het belangrijk dat het voer voldoende grove vezels bevat. Die zorgen ervoor dat de waterige, zure voedselbrij uit het onderste, robuuste gedeelte van de maag niet terechtkomt in het bovenste, gevoelige deel van de maag. ABZ past de juiste maalfijnheden en vezels toe om de kans op maagproblemen te verkleinen, zie afbeeldingen hieronder.
Maaginhoud bij fijn gemalen voer (groot risico op maagaandoeningen)
Maaginhoud bij grof gemalen voer (voor gezonde maagwerking)
Dunne darm
Als de maag z’n voorwerk heeft gedaan, geeft het beetje bij beetje de zure voedselbrij af aan de dunne darm. Nu is het tijd voor het echte werk. In het eerste deel van de dunne darm – de twaalfvingerige darm – geeft de alvleesklier natriumbicarbonaat af om de zure brij te neutraliseren. Verder wordt hier een cocktail van enzymen afgegeven die het voer gaan verteren. De galblaas voegt nog wat emulgator toe, om de afbraak van vetten makkelijker te maken.

De vertering
Dan volgt de lange reis door de dunne darm. Die kan bij volwassen varkens wel 20 meter lang zijn. Peristaltische (knijp-)bewegingen duwen de voedselbrij steeds verder de darm in. Ondertussen knippen verteringsenzymen de voedingsstoffen in steeds kleinere stukjes. Als ze klein genoeg zijn, worden ze door de darmwand in het lichaam opgenomen.
Om het darmoppervlak voor de opname van voedingsstoffen uit te breiden tot wel de grootte van een tennisveld, heeft de darmwand veel plooien en vingervormige vlokken: de villi en microvilli.
Darmschade
Bij ziekte, darmproblemen of door (speen)stress raken de darmvilli beschadigd en kunnen ze veel minder voedingsstoffen opnemen. Het tennisveld is een stuk kleiner geworden. Die onverteerde resten komen dan in de dikke darm terecht, waar ze voor problemen zorgen. Ook kan de darm gaan ‘lekken’, waardoor schadelijke stoffen in het bloed komen die infecties veroorzaken (zoals streptococcen), bijterij-problemen geven en de prestaties onder druk zetten.
Dikke darm
En dan is het aan de dikke darm om het werk af te maken. Hier komen de waterige restjes terecht die niet in de dunne darm verteerd konden worden. Als het goed is, zijn dat vooral vezeltjes, zoals de hardere buitenkant van zonnepitten en raapzaad en de vliesjes van granen.
Bacteriën in de dikke darm storten zich op deze overblijfselen en breken ze verder af tot vluchtige vetzuren. Dit proces heet fermentatie. Fermentatie van vezels is heel gezond voor een varken en levert zelfs nog een beetje energie op. Hoe ouder het varken, hoe groter z’n dikke darm en hoe beter hij vezels, ruwe celstof dus, kan fermenteren.
Dikke darm bepaalt dikte van de mest
Naast het opruimen van onverteerde restjes, heeft de dikke darm als taak het overtollig water en bruikbare zouten uit de darminhoud te halen. Als de dunne-darmvertering optimaal is verlopen, komt hier nauwelijks onverteerd materiaal terecht. Dus ook geen eiwitten en complexe suikers die water aan kunnen trekken. Hierdoor komt er mooie, droge mest uit het dier.
Wist u dat…
- Het maagdarmstelsel van varkens veel op dat van de mens lijkt en wel 20 tot 28 meter lang is?
- Het 5 – 7% van het lichaamsgewicht vormt?
- De maag een pH van 1 tot 3 heeft en het maagzuur zo sterk en agressief is de het makkelijk en gat in een papier kan branden?
- Darmen ‘beschadigd’ kunnen raken door stress, zieke of verkeerd voer?
- Darmbacteriën zich aanpassen aan het soort voeding dat ze te verteren krijgen?
- Het 24 tot 48 uur duurt voordat het voer er als mest weer uitkomt?
Meer weten?
Met het juiste type voer, bewerking en voedingsstoffen zorgt ABZ ervoor dat het maagdarmstelsel van uw varkens op elke plek optimaal blijft functioneren. Wilt u hierover meer weten? Neem dan contact op met één van onze varkensspecialisten. Zij helpen u graag!
Contact team varkens >