Geboortediarree (kraamstaldiarree) komt veel voor en kan een forse schadepost zijn voor uw bedrijf. Pasgeboren biggen zijn nauwelijks beschermd tegen schadelijke indringers. Hierdoor zijn ze erg vatbaar voor besmettelijke bacteriën als E. Coli en Clostridium.
Met hoogwaardige voeders, vitaminen en additieven ondersteunen we de gezondheid van zeugen en biggen optimaal. Ook doen we alles om een vlot geboorteproces en een hoge biestproductie te stimuleren, maar soms is een virus, parasiet of bacterie te sterk en worden pasgeboren biggen toch ziek.
Lees hieronder onze praktische tips.
In gesprek met de dierenarts
De belangrijkste veroorzakers van diarree in de kraamstal zijn rotavirussen, E. Coli, coccidiose en Clostridium perfringens type A, zegt dierenarts Paul Waijers van De Varkenspraktijk. ‘Clostridium perfringens type C zien we wat minder, want vaccins werken daar meestal goed tegen.’
Seizoensinvloeden
‘Je ziet de verschillende typen diarree het hele jaar door, al zijn er wel wat seizoensinvloeden. Aan het eind van de winter zijn de putten bijvoorbeeld vol, waardoor infectieus materiaal dichter bij de biggen komt en navelstrengen of nageboortes in de mest hangen. De kraamstallen worden minder goed gereinigd; er is meer kans dat er mest opspat tijdens het schoonspuiten.’
Daar komt bij dat kou en tocht en temperatuurschommelingen, zoals in het voor- en najaar, maar ook warm weer in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, een extra risicofactor vormen. De coccidiose-druk kan in deze periode toenemen. ‘De rijping van oöcysten zal sneller gaan bij warm en vochtig weer’, zegt Waijers. ‘Maar het hangt natuurlijk van de stal af hoe groot weersinvloeden zijn.’
Trends in kraamstaldiarree
Welke trends zijn er afgelopen jaren te bespeuren? Waijers: ‘Voor mijn gevoel zijn de problemen met rotavirussen toegenomen, maar dit kan ik niet met cijfers onderbouwen. Clostridium is ook een pathogeen die we veel zien.
Daarnaast zie ik in de praktijk dat medicijnen tegen coccidiose niet altijd meer werkzaam zijn, er treedt resistentie op.’ Dit geeft niet alleen een groter risico op coccidiose-problemen, ook andere typen diarree zullen vaker voorkomen. ‘Breekt één van de kiemen door, dan krijgen andere darmpathogenen ook een kans op aangrijpen. Co-infecties zien we vaak en daardoor neemt de sterfte toe.’
Daarnaast stijgt het aantal geboren biggen gestaag door. Waijers: ‘Hierdoor dalen de geboortegewichten en dat terwijl de biestproductie niet is toegenomen. De beschikbare biest moet dus verdeeld worden over meer en kleinere biggen, wat ervoor zorgt dat ze al met minder weerstand starten.’
Hoe meer biggen er bij de zeug liggen, hoe groter de infectiedruk simpelweg is en hoe meer biggen worden overgelegd, wat zorgt voor meer verspreiding van kiemen tussen tomen.’ Waijers licht toe: ‘We willen allemaal zoveel mogelijk biggen redden, maar we leggen vooral biggen over die geleden hebben, die te klein zijn en die al iets onder de leden hebben. Zo verslepen we juist allerlei kiemen van de ene toom naar de andere.’
Aanvullend onderzoek
Soms is het lastig te bepalen met welke pathogeen je te maken hebt. In de tabel hieronder staat een lijst met verschijnselen per type diarree (kleur, leeftijd, textuur), die ook dierenartsen gebruiken. Paul Waijers: ‘Maar alleen naar diarree kijken is te riskant. Ik zet bijna altijd aanvullend onderzoek in.’ Dat aanvullend onderzoek bestaat meestal uit mestmonsters en soms uit biggen waarop sectie moet worden verricht. Waijers: ‘Stuur de monsters wel naar een geschikt lab; niet elk lab kan alle kiemen aantonen. Sommige labs kunnen bijvoorbeeld alleen rotavirus type A bepalen en niet type B en C.’
Zo’n labuitslag zegt ook nog niet alles. Als er een kiem is aangetoond is dat dan ook de veroorzaker van de diarree? ‘Niet altijd’, zegt Waijers. ‘De primaire oorzaak kan wel best een andere kiem zijn. Voor de volledigheid zou je ook biggen moeten opsturen om de darmwand te beoordelen op schade. Dan weet je al meer.’
Wat werkt in de praktijk?
We vragen de dierenarts wat, naast medicatie en vaccinatie, goed werkt in de praktijk: ‘Terugsmetten van diarree naar dragende gelten/zeugen of opfok is altijd een onderwerp met voor- en tegenstanders. Daar zitten zeker risico’s aan, want je brengt ook kiemen rond die je niet wilt. Is er ook maar enig risico op PRRS, dan moet je het niet doen. Maar om immuniteit op te wekken tegen bepaalde kiemen kan het toch een praktische keuze zijn. Als je het maar met beleid doet.’
Extra aandacht
Gezien het aantal gevallen van kraamstaldiarree in de praktijk, zijn er nog wel verbeteringen te behalen. Waijers: ‘Aandacht voor wateropname van zeugen is belangrijk, dat wordt regelmatig onderschat.’ Bij een te lage wateropname (vooral rondom werpen), zal de zeug ook minder vreten en zal de biest- en melkproductie achterblijven. ‘Afwijkingen in de melkgift kunnen een trigger zijn voor onder andere Clostridium perfringens type A, een normale darmbewoner die pathogeen kan worden.’
‘Verder valt het grondig schoonmaken en ontsmetten van de kraamstallen vaak tegen’, zegt Waijers. ‘Is de kraamstal echt goed schoon, wordt het juiste ontsmettingsmiddel ingezet en in de juiste dosering?’
Waijers vindt dat er meer aandacht moet komen voor het comfort van zeugen rondom werpen. ‘Zeugen leveren een topprestatie, ze lopen op hun tenen. We zouden ze meer in de watten moeten leggen, dan kan het nèt iets meer lijden. Zorg ervoor dat ze zo min mogelijk conditie verliezen aan het einde van de dracht, dat ze voldoende (fris) water, voer en afleidingsmateriaal tot hun beschikking hebben en dat het klimaat aangenaam is.’
‘Een ander punt is het overleggen van biggen met de risico’s van versleep van kiemen. Is de infectiedruk hoog, dan moet zo weinig mogelijk overgelegd worden.’ Als laatste noemt Waijers de temperatuur van het biggennest, die regelmatig aan de lage kant is. Pasgeboren biggen verkleumen snel omdat ze hun temperatuur nog niet zelf op peil kunnen houden. Daardoor krijgen ze te weinig antistoffen binnen en zijn ze vatbaarder voor infecties. Maar vergeet vooral de standaard checklists niet!
De toekomst
Een lastige ontwikkeling is de resistentie voor Toltrazuril bij coccidiose. ‘Dat is een groot risico. Hopelijk blijft dit beperkt tot enkele bedrijven. Op bedrijven met resistentie is coccidiose een heel lastig verhaal. Het enige wat we daar kunnen doen is grondig schoonmaken van de kraamhokken, ze moeten wel vier dagen achter elkaar schoonspuiten. Dan is het pas weer werkbaar.’
Ondanks de steeds grotere tomen heeft Waijers hoop voor de toekomst: ‘Fokkerij-organisaties zetten momenteel in op bigoverleving en vitalere biggen. Ook drachtlengtes zien we de laatste jaren toenemen. Hopelijk breken we de trend van dalende geboortegewichten en gaan deze in de toekomst stijgen en geeft dit sterkere biggen. Dat is waar we naar toe moeten.’
Overzicht van verschillende soorten kraamstaldiarree
[Bron: Dirkzwager, 2017]
| Soort diarree | Leeftijd | Verschijnselen |
| Geboortediarree (E. coli) |
Binnen 24 uur na de geboorte tot 4 à 5 dagen na de geboorte. | Variërend van lichte tot ernstige waterdunne (soms gele) diarree met biggen die verkleumen en veel sterfte. Begint bij enkele biggen maar slaat snel over naar de hele toom. |
| Bloeddiarree (Clostridium perfringens type C) |
Infectie en productie van toxinen vindt plaats binnen enkele dagen na de geboorte. | Het ziektebeeld kan zeer snel tot wat langzamer verlopen afhankelijk van de infectie. Diarree kan al meteen bij de geboorte aanwezig zijn en kan alle kleuren hebben. Bloedbijmenging wordt vaak gezien. Biggen die de infectie overleven blijven achter in de groei. Geeft veel sterfte en andere infecties. |
| Clostridium perfringens (type A) |
Infectie en productie van toxinen binnen enkele uren na de geboorte. | Waterige tot pasteuze diarree, zonder bloedbijmenging. Biggen verkleumen en zijn sloom. |
| Virusdiarree (coronavirus PED) |
Bij zuigende biggen en vleesvarkens en zeugen. | Waterige (groen-gele) diarree die zich binnen een week over het gehele bedrijf verspreid. Dieren vreten niet en hebben buikpijn. Zeer hoge sterfte. |
| Rota virus | Bij zuigende biggen en soms bij gespeende biggen. | Rotavirus maakt de volwassen darmcellen kapot zodat de darm niet meer functioneert. Dit leidt tot waterdunne diarree en uitdroging, verlies van voedingsstoffen en onderkoeling. |
| Coccidiosis (Isospora suis) |
In 2de en 3de levensweek, bij 20-70% van de koppel. | Mest is stopverfachtig tot waterdun de kleur varieert van grijsgroen/wit tot gelig en is zelden bloederig. In de afdeling met zieke biggen kan het ruiken naar verzuurde melk. |
10 tips van onze varkensspecialisten
![]() |
Hanteer strikte stalhygiëne en volgorde van behandeling, zodat andere kraamhokken niet besmet raken. |
![]() |
Behandel de aangetaste tomen zo snel mogelijk met antibiotica en overleg hierover met uw dierenarts. |
![]() |
Bij waterdunne diarree: zet extra waterbakjes met elektrolyten in het kraamhok. |
![]() |
Zorg dat het biggennest droog en warm is. Bacteriën houden van nattigheid. Zet de vloerverwarming in het biggennest op de dag van werpen op 33 – 35 graden. |
![]() |
Zorg voor een goede biestvoorziening door tijdens dracht én rondom werpen de juiste voerstrategie te kiezen. Zorg dat ook de jongste biggen de kans krijgen om biest op te nemen. Klik hier > en doe de biestcheck. |
![]() |
Leg alleen biggen over als het niet anders kan. Laat iedere big eerst voldoende biest van de eigen moeder drinken (6 – 12 uur). |
![]() |
Door zeugen (m.n. gelten) tijdens de dracht te vaccineren worden de pasgeboren biggen beschermt via antistoffen in de biest. |
![]() |
Bij ernstige diarree is het belangrijk om altijd de werkelijke oorzaak te achterhalen (zie ook onderstaande tabel). Schakel op tijd een dierenarts in en doe eventueel aanvullend onderzoek. |
![]() |
Pasgeboren biggen komen direct met de bacterieflora van de zeug in aanraking. Met Prelacto Fit XXL geeft u zowel de zeug als de biggen precies de juiste voedingsstoffen mee voor gezonde darmen en een extra hoge weerstand. |
![]() |
Strooi kalk of een fijne vezelbron voor drogere ligplekken en vezelopname door de big. ABZ heeft een geschikt vezelproduct in zakgoed op voorraad liggen. |
Meer weten?
Wij helpen u graag dit multifactoriële probleem aan te pakken. Heeft u een vraag voor onze varkensspecialisten, wilt u meer praktische tips, een adviesgesprek of wilt u één van onze folders ontvangen? Klik dan op onderstaande button. Afhankelijk van uw voorkeur, nemen wij telefonisch of per e-mail contact met u op.

