Zijn wilde zwijnen nu echt zo anders dan onze huidige moderne zeugen? Qua aantallen levend geboren biggen wel, maar verder …. ? Wilt u meer weten over de vruchtbaarheid van uw zeugen en dekberen en de aanpak bij hittestress en de najaarsdip? ABZ Diervoeding geeft u graag advies over de seizoensinvloeden en vruchtbaarheid van uw varkens.
Zeugen
Moderne zeugen lijken qua productie niet meer zo veel op hun wilde voorouders. Ondanks dat reageren ze toch nog op de invloeden uit de natuur. Wanneer de zomermaanden aanbreken, laat deze invloed zich gelden. Het is een bekend gegeven dat de vruchtbaarheid van zeugen dan vermindert. Zeugen worden slechter berig, komen sneller terug en de latere toomgroottes laten te wensen over. In mei en juni kan het verharen van de zeugen hierbij een rol spelen. In juli en augustus is het warm weer, met als gevolg een te lage voeropname in de kraamstal, vaak de oorzaak van verminderde vruchtbaarheid. Overmatig conditieverlies, maar ook te lage glucose- en insuline bloedspiegels tijdens de zoogperiode, zorgen dat de zeugen hormonaal niet optimaal functioneren.
Hittestress in de kraamstal
De vertering van voer verhoogt de interne warmteproductie bij zeugen. Met een oplopende temperatuur in de kraamstal zal de voeropname dus direct omlaag gaan wat nadelig is voor de vruchtbaarheid. Wanneer de voeropname te laag wordt, kunnen de volgende problemen optreden:
- Lagere geboortegewichten en verminderde bigvitaliteit in de eerste dagen na het werpen;
- Een groter gewichtsverlies (afname van conditie, zowel spek als spier) tijdens de lactatie met negatieve gevolgen voor de vruchtbaarheid: verlengd interval spenen – dekken, meer terugkomers, een lager afbigpercentage en kleinere en minder uniforme tomen in de volgende worp;
- Vermindering van de melkproductie met negatieve gevolgen voor de groei van biggen en dus lagere speengewichten;
- Verminderde embryonale overleving tijdens de vroege dracht.
Luchtvochtigheid
Wat het er vaak niet beter op maakt tijdens warme perioden is de hoge relatieve luchtvochtigheid. Dit beïnvloedt de gevoelstemperatuur en heeft een negatief effect op het varken en dus ook op de vruchtbaarheid van zeugen en dekberen. Varkens zweten niet en kunnen dus geen verdampingskoeling van de huid benutten. Ze versnellen daarom de ademhaling en gaan hijgen, waardoor de luchtstroom toeneemt. Dit zorgt voor extra verdamping van vocht uit de longen en dus verlies van overtollige hitte. Ook zullen varkens de afvoer van warmte proberen te verhogen door hun lichaam over een zo groot mogelijk oppervlak in contact te laten komen met een koele ondergrond. De varkens liggen in een dergelijk geval helemaal uitgestrekt op de vloer.
Najaar en afnemend daglicht
Het najaar (september – oktober) is vaak een lastig seizoen om gelten en zeugen goed berig/dragend te krijgen na spenen/inseminatie. Het korter worden van de dagen gaat het snelst in de periode augustus tot oktober, precies de tijd van de matige vruchtbaarheid van het varken. De maand september levert de meeste problemen op. Dan worden de dagen qua daglicht in Nederland twee uur korter. Ook het weer wordt natuurlijk slechter in de herfst. Naarmate de overgang van de zomer (warm, vochtig) naar de herfst (koud, stormen) groter is, zijn de vruchtbaarheidsproblemen ook groter. Bovendien haken zeugen die in slechte conditie zijn eerder af, maar bovenal de zeugen die in het begin van de dracht te krap gevoerd worden.
Wat kunt u doen?
- Zeugen tonen van oorsprong de berigheid (en dus beste vruchtbaarheid) in het voorjaar. De snel af afnemende daglicht lengte in het najaar kan voor problemen zorgen. Zorg voor een licht lengte van minimaal 14 uur bij minimaal 100 lux.!
- Temperatuurwisselingen: vooral grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht hebben een negatieve invloed. De temperatuur dient constant tussen 18-21⁰C gehouden te worden.
- Dag- en nacht ritme: zorg niet alleen in de dekstal, maar óók in de wachtstal voor een constant dag- nachtritme. Laat de zeugen in de eerste en gevoeligste maand van de dracht niet merken dat de dagen korter worden. Sluit de koude najaarsnachten uit en pas de ventilatie bijtijds aan.
- Beperk het conditieverlies in de kraamperiode. Ons Dynamo zeugenassortiment bevat voeders voor elk type zeug om de behoefte van uw zeugen in uw specifieke situatie te dekken. Dit voorkomt spek- en spierverlies in de kraamstal. Via onze GMI-techniek kunnen we de aanzet en afspraak van zowel spek als spier precies volgen.
Dekberen
Om goed te kunnen presteren is het voor dekberen uitermate belangrijk om de juiste hoeveelheid voedingsstoffen binnen te krijgen. Bij voorkeur via special dekberen-voeders. Vraag de varkensspecialisten van ABZ naar de mogelijkheden van Dynamovoeders voor beren. Als dit niet mogelijk is, dan adviseren wij – voor maximale vruchtbaarheid en duurzaamheid – om aan jonge, groeiende dekberen opfokzeugenvoeders te verstrekken of een mix van dracht- en lactovoer. Volgroeide dekberen kunnen meestal toe met een luxe drachtvoer, eventueel (tijdelijk) aangevuld met VitaFit.
Waarom is de juiste voeding zo belangrijk?
Dekberen vormen een eerste belangrijke schakel in de productie van veel en vitale nakomelingen. Daarnaast hebben we hoge verwachtingen van ze. Een goede dekbeer kenmerkt zich door een hoge spermaproductie en -kwaliteit, een hoog libido en daarnaast een lange levensduur. De belangrijkste reden voor afvoer is een te hoge groei en daardoor een te hoog gewicht, vervetting en beenwerkproblemen.
Opfok van dekberen
Jonge beren worden in eerste instantie rond 5 à 6 maanden leeftijd geselecteerd – bij het bereiken van de puberteit. Ze wegen dan zo’n 80 à 90 kg. De selectie vindt plaatst op basis van groei, voeropname, voederconversie en vleespercentage. Maar beenwerk en duurzaamheid zijn minstens zo belangrijk.
De voeding die de dekberen tijdens deze periode krijgen heeft invloed op de leeftijd waarop ze de puberteit bereiken, vruchtbaarheid en op hun seksuele ontwikkeling. Normaal gesproken worden de jonge beren tijdens de opfokperiode ad libitum gevoerd. Een te lage opname of eiwitgehalte kunnen ervoor zorgen dat de puberteit later op gang komt. Een te snelle groei kan daarentegen resulteren in een onvoldoende ontwikkeld beenwerk. Berenvoer moet daarom afgestemd worden op de beer op uw bedrijf. Met Dynamo voeren kan ABZ de behoefte van uw dier bepalen en invullen.
Daarnaast is de behoefte aan calcium en fosfor hoog in vergelijking tot vleesvarkens, aangezien bij de fokberen een maximale botsterkte wordt nagestreefd, echter te hoge concentraties voor langere tijd kunnen problemen veroorzaken met calciumkristallen in de urinewegen, met name wanneer een lacto zeugenvoer wordt verstrekt.
Na selectie is het belangrijk om dekberen beperkt te voeren om de groeisnelheid te beperken. Hierdoor wordt voorkomen dat ze gaan vervetten en heeft het beenwerk tijd om de groei bij te benen. Dit komt de levensduur, vruchtbaarheid en libido ten goede.
Productie
Onder normale omstandigheden kunnen dekberen vanaf een leeftijd van 8 à 9 maanden leeftijd worden ingezet. De juiste voeding in deze periode kan invloed hebben op de spermaproductie en -kwaliteit. Naast voerniveau zijn het eiwitgehalte en specifieke aminozuren, zoals lysine en methionine+cysteine van belang voor een topproductie. En als het gaat om het percentage succesvolle sprongen, speelt vooral de conditie van de beer een rol. Te weinig voedingsstoffen, maar vooral vervetting, sloomheid en beenwerkproblemen kunnen negatief zijn.
Ook omgevingsinvloeden, zoals temperatuur (hittestress), en mate van gebruik hebben effect op de productie en daarmee de vruchtbaarheid van de dekberen. Factoren met een negatieve invloed zijn ondermeer extremen in het weer, slechte kwaliteit stallucht en ziekte. Virusinfecties (zoals PRRS), koorts en entingen hebben een sterk negatief effect op de spermakwaliteit. Het kan soms wel 1 à 2 maanden duren voordat dit hersteld is aangezien de aanmaak van spermacellen 6 tot 7 weken duurt.
Iets extra’s
Bij hittestress (hoge temperaturen en/ of luchtvochtigheid) zal de spermakwaliteit minder zijn. Daarnaast zijn er seizoensinvloeden te verwachten op de testosteronconcentratie en daarmee op de spermaproductie en -kwaliteit, bijvoorbeeld tijdens de wintermaanden. Stootsgewijs extra vitaminen en mineralen geven laat beren beter presteren, zo blijkt uit de praktijk. Hiervoor is VitaFit heel geschikt.
Specifiek belangrijk voor dekberen zijn de mineralen calcium, fosfor, zink en selenium en de vitaminen biotine, vitamine D, E en C. Daarnaast zijn sommige vetzuren belangrijk voor een optimale vruchtbaarheid evenals een laag mycotoxine-risico. Meervoudig onverzadigde vetzuren, zoals in visolie, zorgen voor beweeglijkheid en goede spermakwaliteit.
Voor topprestaties moet ook steeds aan de energiebehoefte worden voldaan. Het CVB adviseert om bij een gemiddelde etmaaltemperatuur van onder de 18 °C meer voer te verstrekken: 0,1 EW extra per graad Celsius lager dan 18 °C. Hanteer voor dekberen dezelfde wintertoeslag als voor individueel gehuisveste guste en drachtige zeugen. Vraag hiervoor naar onze voerschema’s.
Concluderend kan gesteld worden dat de belangrijkste factoren voor een lange levensduur en hoge productie van de dekberen zijn: een optimale conditie (niet te mager, maar zeker niet te vet), sterk beenwerk en voldoende weerstand. De adviezen en speciale dekberen voeders van ABZ dragen hier een steentje aan bij.
Informatie & advies
Heeft u vragen over de seizoensinvloeden bij zeugen en/ of de vruchtbaarheid van zeugen of dekberen? Onze varkensspecialisten kunnen u verder adviseren over de aanpak en te nemen maatregelen.