Inmiddels zijn de nieuwe granen tarwe en gerst weer volop beschikbaar. De eerste vrachten gerst en tarwe van 2017 zijn in respectievelijk eind juni en begin augustus binnengekomen en verwerkt. Wanneer de nieuwe oogst granen binnenkomt, wordt deze geanalyseerd op droge stof voordat ze verwerkt worden. Daarnaast wordt er gekeken naar de hectolitergewichten, nutritionele waarden en concentraties mycotoxines. De nieuwe oogst granen van dit jaar vallen positief uit ten opzichte van 2016. Bij de nieuwe graan oogst zien we duidelijk betere kwaliteit: Hogere hectolitergewichten, betere zetmeel- en eiwitgehaltes en lagere toxinegehaltes.
Tarwe
De analyse verschillen tussen 2016 en 2017 heeft veel met het weer te maken; 2016 was een relatief nat jaar. Hierdoor ontstond een laag hectolitergewicht en hoge mycotoxinedruk. De zomer van 2017 was relatief droog wat ervoor zorgt dat de tarwe dit jaar nutritioneel interessanter is.
Gerst
Voor gerst is er nutritioneel weinig verschil tussen 2016 en 2017. Ook de gehaltes aan mycotoxines verschillen vrijwel niet.
De invloed van nieuwe granen:
Nieuwe granen hebben een negatieve invloed op het functioneren van verschillende diergroepen. De gevoelige groepen zijn met name jonge dieren en lacterende zeugen. Om de effecten van nieuwe granen te beperken, worden deze geleidelijk ingerekend in de voersamenstellingen. Voor een kritieke diergroep als speenbiggen wordt er voor langere tijd oude geschoonde granen ingekocht.
Waarom nieuwe granen deze negatieve invloed hebben, is niet helemaal duidelijk. Onderzoekers hebben gekeken naar de samenstelling van de nieuwe en oude gerst. Hier waren geen duidelijke verschillen in te vinden. Toch reageren de betreffende diergroepen op de overgang van oud naar nieuw graan.
Een mogelijke verklaring hiervoor heeft te maken met het NSP (niet-zetmeel koolhydraten)-gehalte in de granen. Een aantal zaken hebben invloed op het NSP-gehalte, waaronder het oogsttijdstip en de mate van afrijping. Wat gedacht wordt is dat tussen de groeifase van het graan en het oogsttijdstip het NSP-gehalte stijgt. Na het oogsten daalt deze weer naar een constant niveau. Wanneer bijvoorbeeld de gerst vroeg geoogst wordt en niet lang genoeg blijft liggen voor rijping zal het NSP-gehalte hoger liggen. Met name de beta-glucanase-activiteit is mogelijk erg hoog. Bij biggen veroorzaakt niet het gehalte aan beta-glucanen problemen, maar de ketenstructuur. Een langere ketenlengte zorgt ervoor dat de big moeite heeft met de vertering.
Een slechte vertering bij biggen en lacterende zeugen kan leiden tot verschillende problemen. Om het risico van deze problemen te beperken worden, zoals hierboven genoemd, nieuwe granen gelijkmatig ingerekend in de samenstelling van het voer.
Contactinformatie
Heeft u vragen over de nieuwe oogst en samenstelling van uw varkensvoer, neem dan contact op met één van onze varkensspecialisten. Voor uitgebreide informatie en prijzen van grondstoffen, kunt u het beste contact opnemen met de afdeling inkoop:
- Wouter Hazeleger, tel. 033 422 15 18, mobiel 06 5244 7443, e-mail: w.hazeleger@abzdiervoeding.nl
- Gijsbert Willigenburg, tel. 033 422 15 12, mobiel 06 1242 9195, e-mail: g.willigenburg@abzdiervoeding.nl