Het is weer zover. Het najaar is in aantocht en dus wordt de kans op oornecrose weer groter. Hoe komt het dat in deze tijd van het jaar de problemen door oornecrose meer opspelen? Misschien nog belangrijker: hoe kunnen we oornecrose voorkomen? Voer wordt vaak als oorzaak of oplossing genoemd. Met biggenvoeders en adviezen van ABZ Diervoeding is de oplossing nabij:
Oornecrose en oorbijten bij biggen
Met enige regelmaat worden we als buitendienst in de praktijk geconfronteerd met oornecrose bij de gespeende biggen. Gelukkig meestal bij niet klanten, dus hebben we de schone taak om het probleem op te lossen. Doordat het vaak in het najaar optreedt, wordt de oorzaak vaak gezocht in de nieuwe granen die in het voer verwerkt zijn of de wisseling in de dag- en nachttemperatuur waardoor er gemakkelijker tocht ontstaat. Maar er zijn meerdere factoren van invloed op oornecrose of agressiviteit. Door deze risicofactoren te controleren en zo nodig aan te passen, verkleint u de kans op deze problemen.
Het begint vaak bij een beperkt aantal dieren, ze zijn onrustig en vertonen agressie. Vervolgens wordt het door andere dieren overgenomen. Het kan zelfs leiden tot flank- staart- en pootbijten. Het is een uitingsvorm van algemeen onbehagen. Er kunnen meerdere oorzaken van dit onbehagen zijn. Om het probleem op te lossen, zullen de mogelijke oorzaken (= risicofactoren) gecheckt moeten worden en daar waar mogelijk aangepast om dit probleem te kunnen tackelen.
Wat is oornecrose?
Necrose wil zeggen dat er pathologische celdood in lichaamsweefsels plaatsvindt, wat veroorzaakt wordt door trauma en zuurstofgebrek in weefsels door een afgesneden bloedtoevoer. Cellen zwellen hierdoor op en barsten, waarbij stoffen vrijkomen die een ontstekingsreactie op gang brengen. Zuurstofgebrek door een verminderde bloedtoevoer kan veroorzaakt worden door trauma en beschadigingen, maar ook door stoffen die leiden tot vernauwing van de bloedvaten (vasoconstrictie). Dit kan onder andere door mycotoxines en LPS, een stof die geproduceerd wordt door verschillende bacteriën.
Infectieuze oorzaken
- Bacteriële oorzaken: zoals Streptococcen en Staphylococcen kunnen na binnentreden in het lichaam de bloedvoorziening in de uiterste oorranden verstoren, waardoor deze gaan ontsteken en mogelijk afsterven.
- Virale oorzaken: deze kunnen een weerstandvermindering geven bij biggen, waardoor ze zich agressief gaan gedragen. Voorbeelden zijn PRRS en PVC2. Als de diagnose van de virusinfectie bewezen is, kan een vaccinatie verbetering geven.
Huisvesting en klimaat
- Het is bekend dat volledig roostervloer in combinatie met kunststofrooster vaak kan leiden tot oornecrose. Een simpele oplossing is een zware rubbermat midden in het hok leggen waar de biggen op kunnen liggen. Verder voldoende afleidingsmateriaal aanbrengen, dit is echter meestal een tijdelijke oplossing.
- Verder is uit onderzoek gebleken dat huisvesting extra onrust kan veroorzaken. Met name afleidingsmateriaal in combinatie met kunststof hokafscheiding geeft door geluid extra onrust. Het kunststof wordt een klankkast als het afleidingsmateriaal ertegen aan komt. Dit geeft vooral ’s nachts onrust.
- Overbezetting geeft meer rangorde gevechten, met als gevolg meer wondjes. Dit zijn weer risico’s voor Streptococcen- en Staphylococceninfecties. Ook is er meer kans op vechten bij drink- en vreetplaatsen.
- Klimaat door specialist laten controleren en zo nodig aanpassen. Temperatuur en luchtvochtigheid laten meten. Ammoniak i.v.m. mogelijke putventilatie. Ook is het dan zinvol om CO2 en tochtwaarde i.v.m. mate van ventilatie en luchtsnelheid te laten meten. Verhoogde luchtsnelheid geeft bij biggen onrust wat kan leiden tot agressie en kannibalisme.
Voermaatregelingen
Wanneer er via het voer aanpassingen worden gedaan om het bijtgedrag te verminderen, maar er geen verbeteringen worden aangebracht in het management, is de kans aanwezig dat er geen of minimale verschillen gevonden worden van de voeraanpassing.
- Mycotoxinegehaltes in de voeders kunnen verhoogd zijn. Hierdoor voelen dieren zich onbehaaglijk en ontwikkelt een necrose van de oren. Gevolg: agressieve biggen. Advies is dan onderzoek op mycotoxines. Vervolgens silo’s leeg- en schoonmaken en een ‘prop shot’ gebruiken. Verder kan het dan verstandig zijn om mycotoxinebinders door het voer te mengen. Mycotoxinebinders zijn ook voorbehoedend in te zetten.
- Ook nieuwe granen worden in verband gebracht met oornecrose. Daarom schakelt ABZ Diervoeding de biggenvoeders pas als laatste over op nieuwe granen. Het speenvoer wordt zelfs pas in oktober overgeschakeld!
- Voldoende vreet- en drinkplaatsen. Deze aanpassen aan de geldende normen en overbezetting voorkomen.
- Plaats van de vreetplaatsen ten op zichtte van de drinkplaatsen. Plaats drink- en vreetplaatsen niet te ver uit elkaar.
- Samenstelling voer. Meer ruwe celstof geeft een verzadigend effect. Eventueel het voer in kruimelvorm verstrekken. Voldoende hoog eiwitgehalte. Voldoende tryptofaan, lysine, methionine (essentiële aminozuren). Een juiste mineralenvoorziening is belangrijk, eventueel magnesiumacetaat en zout toevoegen voor de rustgevende werking. Vetkwaliteit is van belang. Eventueel gerst gehalte verhogen.
- Vervuiling van het drinkwater met gisten en fecale coliforme bacteriën kunnen ook ongenoegen geven bij de biggen. Het is dus zaak dat er regelmatig drinkwater onderzoek plaats vindt en dan niet alleen bij de bron, maar ook bij de drinkpunten. Vervuiling van het leidingsysteem komt erg vaak voor.
Het speen- en biggenvoer van ABZ Diervoeding is zo ontwikkeld dat in combinatie met ons advies problemen zoals oorbijten voorkomen kunnen worden. Zoals blijkt zijn vele factoren van invloed op het voorkomen van oornecrose of agressiviteit. Het is dus een multifactorieel probleem.
Advies & informatie over hoe u oornecrose bij uw varkens kunt voorkomen?
Vraag onze varkensspecialisten om meer informatie. Wij helpen u graag!
Contact opnemen >