ABZ Diervoeding wil varkenshouders praktisch ondersteunen bij de overstap naar het houden van varkens met intacte krulstaarten, een ontwikkeling die steeds urgenter wordt. Want naast huisvesting, stalklimaat, hokverrijking en management, kunnen voer en water hierbij een rol spelen.
Op deze pagina delen wij de praktijkervaringen en tips van onze varkensspecialisten.
Waarom is het belangrijk dat varkens hun krulstaarten behouden?
In Nederland is het al langer niet meer toegestaan om varkens standaard te couperen. Omdat lange staarten meer aanleiding geven tot bijtgedrag, is met een dierenarts-verklaring toegestaan om te couperen om welzijn te waarborgen. Om ook dit af te bouwen, hebben de sector en overheid afgesproken dat varkenshouders uiterlijk in 2030 volledig stoppen met routinematig couperen.
Ervaring met lange staarten krijg je door ermee aan de slag te gaan. Daarom is het belangrijk dat de sector werk maakt van het houden van varkens met intacte staarten. Dit is hét moment om te beginnen met ervaring op te doen, hoe klein dan ook. Elke ervaring helpt om als sector klaar te zijn voor krulstaarten in de praktijk. ABZ denkt graag met u mee over de mogelijkheden.
Aan de slag met krulstaarten!

Het begint in de kraamstal
Gezonde darmflora
Vitale biggen die lekker in hun vel zitten hebben een gezonde darmflora. Dat begint al bij de geboorte: in het geboortekanaal en in de kraamstal komen ze in aanraking met omgevingsbacteriën, deels via de mest van de zeug. Een gezonde darmflora kan worden beïnvloed door de juiste vezels en prebiotica toe te passen in het dracht- en prelactovoer.
Biestcheck
Een goed begin is het halve werk. Wanneer het geboorteproces goed verlopen is, zullen de biggen vitaal zijn en veel biest opnemen. Hiermee krijgen ze de broodnodige energie en afweerstoffen mee en kunnen de darmen zich optimaal ontwikkelen. Ze zijn daarmee de basis voor intacte krulstaarten. Met onze Biestcheck kunt u controleren of de kwaliteit van de biest op uw bedrijf voldoende is. Hoe groter de tomen, hoe belangrijker de kwaliteit van de biest, omdat er per big minder beschikbaar zal zijn.
Het gehalte aan antistoffen (IgG) in de biest van zeugen verschilt en hangt onder meer af van het worpnummer, de voeding en de ziektes die de zeug in haar leven heeft doorgemaakt. Deze afweerstoffen geeft ze via de biest door aan haar biggen.
Wij deden eerder al onderzoek naar de biestkwaliteit op tien zeugenbedrijven en ontdekten onder andere dat zeugen die rondom werpen aangepast voer kregen om de biestkwaliteit te verbeteren (zoals Prelacto Fit XXL), ook de beste biestkwaliteit hadden.
Het belang van voeropname
Als biggen een week oud zijn, kunnen ze beginnen met het opnemen van vast voer. Zo leren ze alvast verteren. Dit is extra belangrijk voor biggen met intacte staarten, want als ze in de kraamstal al vast voer hebben opgenomen – en dat hoeft niet eens heel veel te zijn – hebben ze na het spenen minder kans op diarree, onrust en staartbijten.
Waarom is dat vanuit voedingsoogpunt zo belangrijk? In de melk zitten melkeiwitten die stollen in de maag en pas naar de darmen gaan als de maag goed z’n werk heeft gedaan. Vast voer mist dat stollingseffect en eiwitten kunnen daarmee sneller in de darmen terecht komen, en dat terwijl de verteerbaarheid van het voer lager is dan die van zeugenmelk. Daarmee wordt het risico op diarree groter. Een goede maagwerking is dus cruciaal voor een goede darmgezondheid na het spenen.
Maar er zijn meer redenen waarom de opname van vast voer in de kraamstal zinvol is. Klik hier > om het artikel ‘Hoe krijgen we zoveel mogelijk biggen in de kraamstal aan het vreten?‘ te lezen.

Biggenmuesli werkt
Maar, de opname van vast voer vóór het spenen is nog een hele uitdaging. Pas na 3 weken beginnen biggen echt grotere hoeveelheden op te nemen. Toch zijn alle kleine beetjes meegenomen. Een goede manier om biggen te leren vreten is met Biggenmuesli.
Biggenmuesli sluit perfect aan bij de nieuwsgierigheid die biggen van nature al hebben: het bevat verschillende structuurtjes, geuren en vormen. Biggen richten zich meer op het voer dan op elkaar en dat is een groot voordeel bij intacte staarten. Onderzoek van de Wageningen Universiteit (Anouschka Middelkoop) laat zien dat het aanwakkeren van nieuwsgierigheid ervoor zorgt dat méér biggen gaan vreten voor het spenen.

Onze ervaring in de praktijk is ook dat méér biggen voor het spenen al vast voer opgenomen hebben als ze Biggenmuesli verstrekt krijgen. De voordelen zien we vooral terug ná het spenen: biggen groeien harder, hebben minder dunne mest en laten minder staartbijten zien.
ABZ Smaakmaker
Bij tomen met intacte staarten is het extra van belang om het speenproces soepel te laten verlopen. Daarvoor ontwikkelde ABZ een slimme oplossing: de ABZ Smaakmaker. Door (in samenwerking met de Wageningen Universiteit) specifieke geur- en smaakstoffen aan het lactovoer toe te voegen, krijgen biggen die al via de baarmoeder van de zeug mee. Deze geur koppelen biggen aan hun moeder. We voegen diezelfde geurstof ook toe aan het speenvoer. Zo herkennen biggen de geur, voelen zich veiliger en hebben minder stress, wat de basis is voor een mooie krul in de staart.
Vezels, de sleutel tot darmgezondheid
Voldoende vezels in het voer zijn essentieel om varkens met krulstaarten optimaal te laten presteren. Door de juiste combinatie van vezelrijke grondstoffen en gewalste granen te gebruiken, zorgt ABZ ervoor dat de passage door de maag geleidelijker verloopt en de pH sneller daalt. Hierdoor ontstaat een stevigere brij in de maag, die de groei van schadelijke bacteriën remt en de eiwitvertering bevordert. Daarnaast stimuleren vezels de darmperistaltiek, verbeteren ze de mestconsistentie en vormen ze een nuttige voedingsbodem voor de bacteriën in de dikke darm, oftewel het darmmicrobioom.
Deze darmbacteriën produceren vluchtige vetzuren die energie leveren en de darmcellen gezond houden. Gezonde darmen dragen bij aan rust in de stal, minder staartbijten en varkens die hard kunnen groeien. Kortom: de juiste vezels ondersteunen niet alleen de darmgezondheid, maar kunnen ook de technische resultaten van varkens met intacte staarten verbeteren.
Om de juist mix van vezels in het voer te krijgen, kijkt ABZ verder dan alleen het ruwe celstof-gehalte (RC). Wij stellen onze Dynamo voeders samen op basis van fermenteerbare koolhydraten (FK’s uit bijvoorbeeld bietenpulp) en inerte koolhydraten (IK’s uit bijvoorbeeld haver of zonnepitschroot) om de darmgezondheid nóg preciezer te kunnen sturen.
De voordelen van Krusli
Uit eigen proeven in onze fabrieken blijkt dat tijdens het persen van voer tot korrels een aanzienlijk deel van de vezelstructuur verloren gaat. Het persproces ‘knipt’ de vezels als het ware in kleine stukjes, waardoor ze hun werking deels verliezen. Daarom heeft ABZ Krusli ontwikkeld: een speciaal geproduceerd voer dat wél ontsloten wordt – wat de verteerbaarheid ten goede komt – maar níet wordt geperst. Zo blijft de natuurlijke vezelstructuur optimaal behouden.
De grove structuur van Krusli zorgt ervoor dat biggen en vleesvarkens het voer geleidelijk opnemen. Dat draagt bij aan een gelijkmatige maagvulling en meer rust in de stal, een effect dat we ook bevestigd zagen op camerabeelden. Op basis van praktijkervaring verwachten we dat Krusli varkens met intacte staarten extra kan ondersteunen in gezondheid en gedrag.
Praktijkonderzoek door ABZ
Omdat wij actief met varkenshouders mee willen denken, doen wij regelmatig onderzoek op praktijkbedrijven. Op dit moment doet student Tim Steintjes bij ons zijn afstudeerstage naar het houden van varkens met intacte krulstaarten. In de zomer zullen wij zijn resultaten met u delen.
Dit is Tim
Mijn naam is Tim Steintjes, ik ben 22 jaar oud en woon in Wehl. Ik studeer aan de Aeres Hogeschool in Dronten en samen met mijn vader run ik in Wehl een gesloten varkensbedrijf met ruim 250 zeugen en 2400 vleesvarkens. Het is mijn ambitie om dit familiebedrijf in de toekomst over te nemen. Varkenshouden is van jongs af aan mijn passie geweest; het is mij letterlijk met de ‘voerschep’ ingegoten.
Het praktijkonderzoek
Elke varkenshouder weet dat het houden van varkens met intacte krulstaarten vaak een grote uitdaging is. ABZ heeft mij de kans geboden om praktijkonderzoek te doen naar de relatie tussen darmgezondheid en succesvol houden van intacte krulstaarten.
Tijdens mijn onderzoek ga ik verschillende risicofactoren in kaart brengen. Zo kijk ik naar de relatie tussen de (darm)gezondheid van de zeug en staartbijten. Daarnaast breng ik ook de potentiële relatie met SINS in kaart, een verzamelterm voor kleine ontstekingen aan ‘uiteinden’, zoals oren, staarten, spenen en klauwtjes, die vaak voorkomen bij jonge biggen.
Ook het microbioom van de darmen wordt meegenomen in het onderzoek. Dit is een relatief nieuwe methode om de darmgezondheid van varkens te analyseren. Door middel van een sample of swab uit de darmen kan het totale spectrum aan micro-organismen in de darmflora van het dier worden onderzocht.
Tot slot speelt ook de voeding die de big krijgt een belangrijke rol in mijn onderzoek. Het uiteindelijke doel van mijn onderzoek is om varkenshouders en adviseurs handvatten te bieden die bijdragen aan het houden van varkens met intacte krulstaarten. .
Meer weten over intacte krulstaarten?
Bent u geïnteresseerd in het onderzoek van ABZ of wilt u meer weten over het houden van biggen en varkens met intacte krulstaarten? Neem dan contact op met uw varkensspecialist. We denken graag met u mee!