ABZ Diervoeding beschikt over de innovatieve GMI-techniek voor zeugen. Dit heeft een grote meerwaarde voor zeugenhouders, zo blijkt uit de praktijk. Door inzichtelijk te maken hoe zeugen preciezer naar behoefte gevoerd kunnen worden, is een voordeel te halen van wel 2 biggen per zeug extra.
Met de ABZ GMI-techniek kan, via echografie, het spek- en spierdikteverloop van zeugen inzichtelijk gemaakt worden. Over cycli heen. In de praktijk en uit onderzoek blijkt dat traditionele voerschema’s, gebaseerd op het oog, gewicht en/of spekdikte, niet meer volstaan voor de bespierde zeugen van tegenwoordig. Ook de nauwkeurigheid van deze metingen laat sterk te wensen over. Daarom heeft ABZ de innovatieve GMI-techniek ontwikkeld.
Verrassende resultaten
We zien vaak verrassende resultaten. Het blijkt bijvoorbeeld dat moderne zeugen al veel spierweefsel afbreken aan het einde van de dracht. Met behulp van de GMI-techniek in combinatie met Dynamo voeren kunnen we zeugen beter naar behoefte gaan voeren. Dit is gunstig voor bigoverleving, biestproductie, de vitaliteit van zeug en biggen, maar vooral ook voor de kwaliteit van de volgende worp. Onderaan de streep houdt u meer biggen over.
Om dit in kaart te brengen volgden we gedurende twee tot drie jaar enkele zeugenhouders op de voet: eerst brachten we de uitgangssituatie in beeld met behulp van de GMI-techniek en zetten daar de technische resultaten naast. Vervolgens zijn onze varkensspecialisten samen met de varkenshouder aan de slag gegaan om voer en voerschema’s aan te passen en zo de zeugen beter naar behoefte te voeren.
Het resultaat? Op alle bedrijven zagen we dat de zeugenstapel uniformer werd en het spek- en spierverloop over cycli heen meer in balans kon worden gebracht. En dat leverde veel op.
Minder uitval en betere vruchtbaarheid
Op alle bedrijven konden we de uitval verminderen, zowel het aantal doodgeboren als de uitval in de kraamstal ging omlaag, ondanks de grotere tomen. Daarnaast zagen we de vruchtbaarheid van de zeugen verbeteren met minder verwerpers en terugkomers een hoger afbigpercentage. Vooral de tweedeworps zeugen gingen beter presteren, doordat ze beter in conditie bleven tijdens hun eerste lactatieperiode. Uiteindelijk resulteerde dit in gemiddeld zo’n 2 gespeende biggen extra per zeug per jaar.
Door gerichter te voeren met behulp van GMI-meten kunnen we de technische resultaten verbeteren (gemiddelde van 3 praktijkbedrijven).
Effect van Dynamo voeren naar aanleiding van GMI-meten | |
Gespeende biggen/ zeug/ jaar | 2,2 |
Interval spenen – dekken | -1,9 |
Aantal levend geboren/ worp | 0,4 |
% doodgeboren | -1,4 |
% uitval kraamstal | -2,2 |
Gespeende biggen/ worp | 0,7 |
Najaarsdip voorkomen
Conditie in de gaten houden
Vooral in de zomer en najaar kan het veel winst opleveren om de conditie van uw zeugen nauw in de gaten te houden. Hierbij komt de GMI-techniek bijzonder goed van pas. Door de spek- en spierbedekking van zeugen in verschillende stadia van de cyclus in beeld te hebben, kan preciezer worden gevoerd, bijvoorbeeld al aan het begin van de dracht voor optimaal herstel. En door ervoor te zorgen dat zeugen in een betere conditie de kraamstal ingaan – dat geldt zowel voor spek- als spierdikte – zullen ze vlotter werpen, vitalere biggen krijgen en veel biest geven.
Kritieke zomerperiode
Vooral voor de kritieke zomerperiode geldt dat beter naar lysine- en energiebehoefte voeren helpt om conditieverlies tijdens de lactatie zoveel mogelijk tegen te gaan, zelfs als het warm en vochtig weer is. Zoals in de tabel hierboven te zien is, kan dit resulteren in een betere vruchtbaarheid, betere melkproductie, een betere bigkwaliteit en dus meer gespeende biggen per zeug per jaar.
Najaarsdip voorkomen
Onze varkensspecialisten hebben ervaren dat de GMI-techniek kan helpen om de typische najaarsdip te voorkomen. Door de zeugen beter in conditie te houden, zal de bigkwaliteit beter op peil blijven en is minder herstelvoer nodig. Dit scheelt veel in kosten.
Lager voerverbruik
Op sommige momenten in de cyclus blijkt het nodig te zijn om extra kilo’s te voeren om zeugen in conditie te houden. En dan gaat het vooral om de spierlaag, zo hebben we gezien. Dus ook de juiste verhouding lysine (en andere aminozuren) per EW is erg belangrijk. Ondanks dat gaat het totale voerverbruik in de praktijk meestal niet omhoog, in tegendeel: doordat zeugen de juiste voedingsstoffen op het juiste moment kregen ging het totale voerverbruik juist omlaag.
Onderzoek en praktijk wijzen uit dat daarmee de duurzaamheid van de zeugen verbetert. Zeugen vallen minder af en hoeven minder te herstellen. ABZ Diervoeding omarmt de toegevoegde waarde van de GMI-techniek voor zeugenhouders en heeft geïnvesteerd in de opleiding van nieuwe GMI-specialisten zodat onze zeugenhouders van de voordelen profiteren.
Gratis GMI-scan aanvragen >GMI en opfokgelten
Theo ter Maaten, varken-opfokspecialist bij ABZ Diervoeding: ‘ Voor het behalen van topresultaten is het van groot belang om de spek- en spieropbouw van de opfokzeugen goed in balans te brengen. Te vaak zien we dat de opfokgelten wel het gewicht hebben, maar bijna geen spek. Gewicht zegt al lang niet meer voldoende over de conditie van de huidige opfokgelt. Met name inzicht in de hoeveelheid spier- en spekmassa is cruciaal om een goed beeld te krijgen van een opfokgelt’.
Door ontwikkelen voor meer resultaat
In 2017 lanceerde ABZ Diervoeding de GMI-techniek. Als eerste voerleverancier waren we in staat om alle spek- en spierlagen van zeugen heel precies in beeld te brengen. Dit heeft onze zeugenhouders al veel voordeel gebracht.
Maar ABZ zit niet stil. Binnen ons Dynamo voeren concept werken we voortdurend aan het vernieuwen van onze kennis en passen we innovaties toe in onze voeders en adviezen. Zo doen we continu uitgebreide praktijkproeven, ook met de GMI-techniek.
Meer kennis
Om nog meer kennis te verzamelen over hoe spek- en spierlagen zich ontwikkelen, hebben we een groep zeugen in de aanloop naar het werpproces, tijdens het werpproces en de lactatie dagelijks gevolgd. Dit gaf zeer uitgebreide inzichten op welke momenten zeugen hun spek- en spierreserves aanbreken. Daardoor zijn we nu nog beter in staat de GMI-resultaten te koppelen aan biestkwaliteit, doodgeboren biggen, voerverbruik en vruchtbaarheid. Ook kunnen we de GMI-resultaten van een bedrijf en bepaalde genetica nog preciezer beoordelen en koppelen aan de juiste voeders.
Het voordeel voor u?
Naomi ten Tije, adviseur varkens bij ABZ Diervoeding: ‘Omdat we nu nog beter weten wanneer welke zeugen spek en/ of spier afbreken, kunnen we nauwkeuriger naar behoefte voeren. In de stal zie ik hogere geboorte- en speengewichten en de zeugen komen in betere conditie de kraamstal uit. Door de zeugen beter naar behoefte te voeren en spierafbraak eind dracht zoveel mogelijk te beperken, merk ik zelfs dat we de biestkwaliteit verder kunnen optimaliseren.’
ABZ GMI-techniek: de fundering voor de toekomstige zeug
Benieuwd hoe de ABZ GMI-techniek werkt? Onze varkensspecialist Naomi ten Tije laat het u zien in onderstaande video.