De afgelopen jaren deed het Ierse onderzoekscentrum Teagasc uitgebreid onderzoek naar het effect van kraamstalmanagement op biggen. Is overleggen altijd de beste strategie? Met camera’s observeerden onderzoekers het gedrag, de groei en overleving van biggen na overleggen. Lees hier over hun bevindingen:
De meeste zeugenhouders leggen biggen over om de biggensterfte te verlagen en uniformere tomen te maken. Maar overleggen geeft ook veel stress bij biggen (en de zeug) en daarom is het advies om dit vroeg te doen, bij voorkeur rond 24 uur na de geboorte. De meeste biggen hebben tegen die tijd voldoende biest opgenomen én de speenvolgorde ligt dan nog niet vast. In de praktijk leggen zeugenhouders hun biggen vaak ook later nog over. Op dat moment hebben de biggen onderling al bepaald wie bij welke speen hoort en geeft overleggen meer rangordegevechten, stress en groeivertraging, zo blijkt uit studies van het Ierse onderzoekscentrum Teagasc.
Biggen overleggen rond 24 uur
Via camera’s hielden de onderzoekers het gedrag van overgelegde biggen in de gaten. Overleggen van 24-uur oude biggen gaf de eerste dagen veel onrust en rangordegevechten, zo lieten de beelden zien. Hierdoor misten een flink aantal biggen zelfs hele zoogbeurten en dus groei. Pas wanneer de speenvolgorde was bepaald (na een week), keerde de rust terug. Die onderlinge onrust ontstaat altijd bij verplaatsing naar een andere zeug, zeggen de onderzoekers, zelfs als je biggen níet mengt en dus een complete toom verplaatst. Leg daarom zo min mogelijk biggen over.
De achterblijvers
Hoe verging het de biggen die achterbleven nadat hun boventallige en zwaarste toomgenoten na 24 uur waren overgelegd? Zij wisselden minder van speen, hadden minder onderlinge strijd en groeiden beter. Uiteindelijk haalden deze kleine biggen – die bij hun moeder waren achtergebleven – de grotere, overgelegde biggen in, zodat hun speengewicht gelijk was. Hierdoor was het gemakkelijker om groepen biggen van vergelijkbaar gewicht op te leggen.
Later overleggen van biggen
Tijdens de proeven werden biggen alleen ná 24 uur overgelegd als ze dreigden te verhongeren of zelfs dood te gaan. Nadat deze biggen waren verplaatst, werd hun groei gevolgd tot aan spenen. De lichte biggen (< 1000 gram) werden gemiddeld vóór de 10de dag overgelegd en de grotere biggen rond dag 17. Wat bleek? De groei van de lichtste overgelegde biggen verbeterde niet en uiteindelijk stierf 30% van hen alsnog. Voor biggen met een normaal geboortegewicht verbeterde de groei na overleggen wél en stierf slechts 13%. Dit toont aan dat het voor biggen met een normaal geboortegewicht, die op de een of andere reden niet gedijen, loont om ze te verplaatsen. Voor de lichtere biggen is het voordeel minder duidelijk.
In de praktijk
Het Teagasc-team deed ook onderzoek op praktijkbedrijven, waar biggen niet alleen overgelegd werden vanwege verhongeren, maar vooral om tomen te uniformeren. Het bleek dat bijna 20% van de biggen meer dan eens werd overgelegd en dat dit gepaard ging met een groter risico op sterfte vóór en na het spenen. Ook het aantal gevallen van afwijkingen bij slachten, zoals hartaandoeningen, was in dat geval hoger, waarschijnlijk als gevolg van de vele rangordegevechten en blootstelling aan nieuwe ziekteverwekkers bij elke verplaatsing.
Op één praktijkbedrijf werd het effect van overleggen op groei onderzocht. Het bleek dat 44% van de ruim 1.800 biggen – verdeeld over alle gewichtsklassen – minstens één keer werd overgelegd. Deze biggen groeiden 21 gram per dag minder, wat leidde tot een lager speengewicht van gemiddeld 550 gram. Dit gold vooral voor de biggen met een hoog geboortegewicht.
Tips van de onderzoekers
- Leg biggen maximaal één keer over en dan het liefst 24 uur na de geboorte, als ze biest opgenomen hebben.
- Bij biggen met een hoger geboortegewicht kost overleggen groei en leidt tot een lager speengewicht. Doe dit alleen als er meer biggen dan spenen zijn óf als ze dreigen te verhongeren.
- Markeer lichte biggen na geboorte én de biggen die zijn overgelegd. Zo is duidelijk dat die biggen altijd al klein zijn geweest en voorkom je dat biggen meermaals verplaatst worden.
- Lees ook de tips van onze varkensspecialisten voor optimaal kraamstalmanagement: klik hier >
[Bron: Dr Keelin O’Driscoll, Teagasc, Ireland, Pig Progress ‘Improving the changes of piglet survival‘]