Met passie voor de zeugenhouderij besteed Bas van Middelaar veel tijd en aandacht aan de zeugenstapel van het bedrijf van zijn ouders. Door de behoefte van de dieren goed in kaart te brengen en daarop te anticiperen is het aantal gespeende biggen van 33 naar 37 per zeug per jaar gestegen.
In het Utrechtse Bunschoten-Spakenburg houdt de familie Van Middelaar 725 Deense zeugen. Bas van Middelaar (33) werkt vanaf 2021 fulltime mee op het zeugenbedrijf van zijn ouders. Vanaf jongs af aan was Bas actief op het zeugenbedrijf en ging na zijn opleiding er aan het werk. Toch kriebelde het om meer buiten te zijn waardoor hij zelfstandig als hovenier aan het werk ging. Toen in 2021 zijn vader onverwachts tijdelijk uit de running was, stond Bas meteen weer tussen de varkens. In eerste instantie noodgedwongen vanwege de ziekte van zijn vader, maar nu hij ‘eigen baas’ is, heeft hij zijn hart verpand aan de varkenshouderij.
Zijn eigen draai
Bas krijgt de ruimte om zijn eigen draai aan de bedrijfsvoering te geven. Hier komt dan ook zijn vakmanschap voor de zeugenhouderij naar voren. Toch was het eerste halfjaar zonder zijn vader erg pittig. In deze periode heeft Bas veel gehad aan de ondersteuning van varkensspecialist Naomi ten Tije van ABZ Diervoeding. Net die puntjes waar je extra op moet letten bij de dieren wist Naomi te benoemen. De uitdaging om nog verder te optimaliseren en meer uit de zeugenstapel te halen heeft Bas vervolgens met twee handen aangegrepen.
Minder spierafbraak voor fittere zeug Om het beste resultaat uit de stal te halen moet alles kloppen. Dat begint bij het monitoren van de behoefte van de zeugen. “Om dit goed in beeld te krijgen bij de zeugen stelde Naomi voor om GMI te meten. Met de GMI-techniek hebben we de spek- en spierdiktes van onze zeugen gedurende dracht en lactatie in beeld gebracht.” Juist het verloop van het spek en spier gedurende verschillende productiestadia en tijdens de geltenopfok geeft waardevolle informatie. Uit de GMI- metingen kwam naar voren dat de zeugen eind dracht veel spier verloren, terwijl spek niet afnam. Hier is op gestuurd door een ander soort drachtvoer te voeren vanaf 85 dagen dracht.
Door meer te sturen op de behoefte van de zeug konden ze ervoor zorgen dat de spierafbraak aan het einde van de dracht afnam. Vooral bij de jongere pariteiten gaf dit een erg positief effect op de vitaliteit en uniformiteit van de tomen. Ook bij de zeugen zagen ze een positief effect op de fitheid van de zeug. Dit resulteerde in een betere opstart in de kraamstal van zowel de biggen als de zeugen. Dit kwam de uitval in de kraamstal ten goede. Een goede opstart zorgt immers voor een goede melkproductie en uiteindelijk ook voor minder problemen onder de kraamzeugen. Daarnaast kwamen de zeugen fitter de kraamstal uit waardoor de vruchtbaarheid van de zeugen ook duidelijk verbeterde. Bas: “Hierdoor hebben we het afbigpercentage het afgelopen jaar zien stijgen van 84 naar 88 procent.”
Basis begint al in de opfok
Ook de conditie van de gelten heeft Bas in samenwerking met varkensspecialist Naomi in beeld gebracht en een plan gemaakt om op te sturen. Een goede spek- en spierverhouding begint al in de opfok. Als het daar goed zit, heeft de gelt daar in de rest van haar leven profijt van. In een latere levensfase hoeft daardoor niet meer gecorrigeerd te worden.
Meer biggen groot brengen met Multi- suckling
Niet alleen de behoefte van de zeug is in kaart gebracht. Ook naar de behoefte van de biggen is gekeken. Zo kwam naar voren dat het een uitdaging is het grote aandeel levendgeboren biggen groot te brengen. “Om beter aan te sluiten op de behoefte van de biggen zijn we Multi-suckling gaan toepassen. We zorgen ervoor dat goede jonge zeugen met dezelfde verwachte werpdatum zoveel mogelijk naast elkaar liggen. Vervolgens zoeken we op ongeveer acht dagen na werpen twee zeugen met mooie biggen die naast elkaar liggen uit. Hier halen we het tussenschot weg en voegen hier nog een derde toom van dezelfde leeftijd en grootte aan toe.” legt Bas uit.
Wanneer de tomen zijn samengevoegd krijgen ze nog ruim een week melk, daarna een week yoghurt en een kleine week voor spenen pap en speenvoer. Bij de zeug waar de derde toom is afgehaald, is dan weer ruimte voor goede biggen van de volgende week. Omdat deze biggen op dat moment slechts twee dagen oud zijn en de zeug al acht dagen in lactatie is, remt Bas op advies van Naomi het voerschema voor de pleegzeug iets af. Zo wordt voorkomen dat de zeug meer melk produceert dan de biggen op kunnen.
Blij met de aanpassingen
Het goed in kaart brengen van de behoefte bij zeugen en biggen en daarop sturen geeft goede resultaten bij Van Middelaar. “Door de aanpassingen die we de laatste jaren hebben gedaan zijn we met 4 gespeende biggen per zeug per jaar gestegen naar 37 totaal.”, zegt Bas die blij is met de vrijheid en uitdaging die hij krijgt binnen het bedrijf. “Door er mijn eigen draai aan te mogen geven vind ik het extra uitdagend”.
Toekomst met varkens
Dat Bas actief wil blijven in de varkenshouderij, daar is hij wel uit, maar of dat blijft op de huidige locatie is nog onzeker. “We zitten dicht bij Amersfoort waardoor de kans bestaat dat deze locatie geen toekomst heeft. Zolang we hier nog zitten, ga ik hier met plezier door, maar als het hier niet meer kan, kijk ik verder naar andere opties. Bijvoorbeeld een kleinschaligere bedrijfsvoering zoals biologisch. Het vinden van geschikt personeel is lastig en ook de stikstofplannen geven onzekerheid. Een ander type bedrijfsvoering die minder intensief en kleinschaliger is, zou mij ook goed passen” aldus Bas.