Het lijkt misschien op een glazen bol voorspelling, maar het aantal levend geboren biggen van de 1e en 2e worp zijn de beste graadmeter voor de toekomstige productie van uw zeugen.
Bij een hoger aantal levend geboren biggen in deze eerste twee worpen blijken de toomgrootte en het afbigpercentage bij deze zeugen in de toekomstige worpen hoger te liggen dan bij zeugen met een kleiner aantal levend geboren biggen in de 1e en 2e worp. Het is dus van belang om bij de 1e worps zeugen een hoog aantal levend geboren biggen te realiseren om een maximale productiviteit te bereiken. Bij een toename van 0,4 big per worp, stijgt het aantal gespeende biggen per zeug per jaar met bijna één big.
Gelten klaarstomen
Uit onderstaande analyse blijkt dat de basis voor een hoge biggenproductie bij de zeugenstapel bij de gelten ligt. De lijn, die begint op 14 levend geboren biggen in de 1e worp, stijgt door naar een hoger niveau dan de lijn die lager begint. De gelten met een hogere productie stijgen dus harder door. Vaak wordt er bij het inzetten van gelten gekeken naar de hoeveelheid inseminaties die nodig zijn. Dus niet naar de gelt zelf! Het komt vaak voor dat de gelt nog niet klaar is om geïnsemineerd te worden.
Het juiste dekmoment verschilt per bedrijf en genetica. Er is een goede balans nodig tussen leeftijd en gewicht. Voor het gewicht geldt een norm van 140-150 kg tijdens het dekken. De optimale leeftijd bij de 1e inseminatie kunt u vinden in overzicht 2.1.10 van Pigmanager. Hier kunt u zien welke leeftijd het beste resultaat geeft bij uw geiten.
Bronststimulatie
Een aantal factoren zijn van belang bij een optimale bronst. Dit zijn onder andere de licht(sterkte), het beer contact en de voeding.
- Hoe is de verlichting in de quarantaine/opfokstal geregeld? Is er sprake van een dag en nacht ritme? Het advies is om een lichtsterkte van minimaal 40 lux te hebben op dierniveau.
- Hoe wordt de berigheid geregistreerd? Registreer de berigheid bij de gelten om inzichtelijk te krijgen op welk moment een gelt berig wordt om zo het optimale dekmoment te achterhalen.
- Hoe vaak is er beercontact? Advies is om tweemaal daags bronstcontrole te doen, met een zo groot mogelijke tijdsinterval om zo een goede inschatting van de bronst te kunnen maken.
- Wordt er geflushd? Het is van belang de gelten 7 tot 10 dagen te flushen. Om de kwaliteit van de eicellen te bevorderen wordt geadviseerd om de voergift gedurende 7 tot 10 dagen te verhogen tot 3,0 – 3,2 kg per dag. Een goed flushvoer bevat veel snel opneembaar zet- meel/suikers. Dit verhoogt de insulinepiek in het bloed waardoor de eisprong beter en sneller plaatsvindt.
Inseminatiemoment
Uit onderzoek blijkt dat bij de 1e bronst minder eicellen vrijkomen dan bij de 2e bronst. Ook is de kans kleiner dat deze eicellen uitgroeien tot grotere embryo’s, omdat de baarmoeder nog niet goed is ingericht voor een dracht. Bij dieren die nog nooit een eisprong hebben gehad, heeft de baarmoeder ook nog nooit onder invloed gestaan van het drachtigheidshormoon Progesteron. Onderzoek laat zien dat het aantal goede embryo’s lager is bij gelten die gedekt zijn tijdens de 1e bronst dan bij de 2e bronst. Er is geen verschil waargenomen tussen de 2e, 3e en 4e bronst. Het optimale dekmoment is dus tijdens de 2e of 3e bronst.
2e worps zeugen
De cyclus van de volgende worp begint al als de zeug nog in de kraamstal ligt. Het is dus van belang dat de conditie van de zeug niet te ver terugloopt tijdens de lactatie. Een spekdikte van 12-13 mm tijdens het spenen is gewenst. Een betere methode van het beoordelen van zeugen is wegen. Gelten moeten een gewicht hebben van ± 210- 220 kg bij werpen en als 1e worps zeug ± 170-180 kg bij insemineren. Dit wordt bereikt door de juiste hoeveelheid voer in de kraamstal te verstrekken. De gewenste voergift van een gelt ligt op 125 kg lactovoer op 25 dagen spenen en voor oudere worps dieren ± 150 kg lacto voer.
Samengevat
Het aantal levend geboren biggen van de 1e en 2e worps zeugen geeft een duidelijke voorspellende waarde voor de productieresultaten in de toekomst. De belangrijkste adviezen:
- De opfokperiode van gelten moet goed in balans zijn, waarbij rekening wordt gehouden met gewichtstoename, spier- en spekaanzet, maar ook met de ontwikkeling van het voortplantingsorgaan.
- Bij het uitselecteren van zeugen is het belangrijk dat ook de 1e en 2e worp wordt meegenomen bij de selectie.
- Een goede voeropname tijdens de lactatie heeft een hoge prioriteit om zo gewichtsverlies tijdens de lactatie tegen te gaan.
- Het voeren van insuline-stimulerende voeders (o.a. dextrose) tijdens de lactatie en tijdens de periode spenen-bronst om de follikelontwikkeling te stimuleren en daarmee de toomgrootte en uniformiteit van de volgende worp te verbeteren.
- Door tijdens de vroege dracht een hoger voerniveau te hanteren wordt het conditieherstel van de zeug bevorderd. Dit kan een positief effect hebben op de toomgrootte en kan een 2e worps dip beperken.
Bij verdere vragen, neem gerust contact op met één van onze varkensspecialisten.