De lammertijd is een drukke, maar zeker ook een mooie tijd. Een goede voorbereiding is het halve werk. Zorg daarom dat u, net als andere jaren, de benodigdheden rondom het aflammeren en goede huisvesting klaar hebt staan. Een goede kwaliteit ruwvoer is de basis voor voldoende voeropname in de laatste periode van de dracht en hiermee kunnen problemen voorkomen worden.
Ruwvoerkwaliteit
Wat ieder jaar anders is, is de ruwvoerkwaliteit. De kwaliteit van hooi, grasbalen en graskuil variëren sterk. Denk hierbij niet alleen aan de voederwaarde, maar ook aan de smakelijkheid van het ruwvoer. Fris ruwvoer voorzien van voldoende suikers, zorgt voor een maximale ruwvoer opname. Het voorjaar van 2022 was erg zonnig, waardoor er over het algemeen een hoog aandeel suikers in het ruwvoer zit. Maar kijk goed op uw ruwvoer uitslagen om het beste te kunnen inspelen op uw specifieke situatie.
Voedingsgerelateerde problemen
Bij onvoldoende opname van goed ruwvoer kunnen er verschillende metabole problemen ontstaan rondom het aflammeren. Dit willen we natuurlijk voorkomen in deze cruciale periode. Wees hier dus extra alert op. Hieronder staan de belangrijkste voedingsgerelateerde problemen beschreven:
- Drachtigheidstoxemie (ook wel drachtigheidsvergiftiging genoemd)
Drachtigheidstoxemie komt voor aan het einde van de dracht. Vaak bij schapen die een meerling dragen. De oorzaak is een onaangepast dieet in de late dracht waardoor het dier te weinig energie binnenkrijgt en vetreserves moet aanspreken. Het schaap verliest hierbij conditie. De lever kan de hoeveelheid vrijgekomen vetzuren niet meer verwerken en vormt ketonen. Hierdoor wordt de ooi traag en verliest eetlust, wat haar in een verdere negatieve spiraal brengt. De ooi kan gered worden door een spoedkeizersnede, goed hooi en een snelle energiebron zoals proplyleenglycol. De lammeren zullen het zelden redden. Overweeg bij de eerste tekenen van conditieverlies of traagheid aan het einde van de dracht of begin van lactatie onze Schapenbrok met extra propyleen (code 48505).
- Melkziekte
Melkziekte komt voor kort voor of na het lammeren. Als gevolg van een calciumtekort of door een verkeerde calcium- fosforbalans is de ooi slap, traag, ze ligt veel en stopt met eten. Een calciuminfuus kan levensreddend zijn. Een calciumtekort kun je voorkomen door de mineralen in het ruwvoer te checken en waar nodig aan te vullen met een brok.
Biestkwaliteit
Biestkwaliteit is geen direct voedingsprobleem, maar bij onvoldoende kwaliteit kan dit wel ten koste gaan van de vitaliteit van de lammeren. Daarbij is biestproductie- en kwaliteit tot op zekere hoogte te sturen met de juiste voeding.
Biest is van levensbelang voor pasgeboren lammeren. Het bevat antistoffen voor de weerstand van het lam en daarnaast voedingsstoffen als energiebron en om de lichaamstemperatuur op peil te houden. Het is dus van belang dat de ooi voldoende biest produceert van goede kwaliteit. En, dat het lam dit binnen 1,5 uur na geboorte binnen krijgt. De biestkwaliteit is te meten met een Brix refractometer. Goede kwaliteit biest heeft een minimale brix waarde van 26.5% voor vleestypische rassen en 22% voor melktypische rassen. Bij twijfel aan voldoende biestproductie kunt u onze Schapenbrok 940/110 (code 48506) overwegen, dit is een complete brok met extra eiwit.
Voor het beste voedingsadvies kunt u terecht bij één van onze schapenspecialisten. Succes in de lammerperiode!
Team schapen >