Zeedijken, binnendijken, kwelders, natuurgebieden, eigen graslanden en landerijen van zo’n zestig akkerbouwers en veehouders in de provincie Groningen; het zijn de prachtige graasgebieden van de 1.900 fokschapen met hun lammeren van Vof S. Knol in Uithuizen. Een echt familiebedrijf.
De schapenfokkerij is van Gerko Knol (36), zijn zus Corrie (42) en haar man Klaas Gast (43). En inmiddels werkt ook de 19-jarige Sieko, zoon van Corrie en Klaas, naast zijn opleiding mee op het bedrijf. Amanda (31), de vrouw van Gerko, heeft een baan buitenshuis. Bij piekarbeid werkt een vaste uitzendkracht mee. Verspreid over het lammer- seizoen helpen familieleden en acht à tien stagiaires van- uit het MBO en de studie Diergeneeskunde mee.
Het bedrijf is gevestigd op twee boerderijen. Siebrand, de vader van Corrie en Gerko, was vrachtwagenchauffeur en begon in 1970 met vijf fokschapen. Hij overleed in 2008, waarna Corrie, Gerko en Klaas het bedrijf met z’n drieën voortzetten. Dat gaat in perfecte harmonie. Nadien zijn er diverse stallen bijgebouwd en is het bedrijf gegroeid van 1.000 naar 1.900 ooien plus een paar duizend schapen voor de weiderij/handel. In de toekomst willen ze doorgroeien naar 2.500 tot 3.000 fokschapen.
Goede taakverdeling
De administratie en verzorging van de lammeren is in handen van Corrie. Klaas richt zich vooral op de handel en Gerko doet de meeste machinewerkzaamheden. Voor de rest verdelen ze alle werkzaamheden. Corrie regelt niet alleen de identificatie en registratie van de lammeren die geboren worden, maar ook van alle schapen die binnenkomen voor de handel en weer afgevoerd worden.
Een precisiewerkje en met zulke enorme aantallen een hele klus. Maar er is meer administratieve rompslomp. Het bedrijf moet derogatie aanvragen, grondmonsters nemen en verwerken, een bemestingsplan maken en ingewikkelde berekeningen maken voor de aanvraag van de ooipremie. ‘Harry Elzinga van ABZ Diervoeding helpt ons daar gelukkig erg goed bij’, zegt Corrie. ‘Fijn dat ABZ deze service biedt, anders moeten we daar echt iemand voor inhuren. De wet- en regelgeving in de veehouderij wordt steeds gecompliceerder; het is zelf niet meer bij te houden.’
Vijftien jaar geleden, toen hun voerleverancier ophield te bestaan, stapte de familie Knol over naar Sikma Veevoeders, dat vorig jaar is opgegaan in ABZ Diervoeding. Schapen die op stal staan om af te lammeren, krijgen Schapenbrok Extra. De oudste lammeren die op de dijk en in de kwelders lopen, krijgen Lammerenbrok Finish bijgevoerd, evenals de lammeren die worden afgemest in de stal. Zo wordt de overgang naar het afmesten gemakkelijker. Verder krijgen de schapen extra mineralen via likemmers. Het bedrijf maakt zijn eigen kuilvoer.
Seizoensdrukte
De ooien lopen met 80 tot 100 stuks in een groep. In het dekseizoen lopen daar drie rammen bij. ‘Altijd een oneven aantal en van hetzelfde ras. Twee rammen gaan sneller vechten om een ooi dan drie’, licht Klaas toe. Voor spreiding in het lammerseizoen wordt gedekt in groepen. De eerste groep telt zo’n 700 ooien. In januari komen de drachtige ooien naar binnen. Ze worden geschoren, goed nagekeken, de klauwen worden bekapt en daarna krijgen ze een week of drie rust tot het aflammeren. Ongeveer half februari begint het lammerseizoen. De stagiaires helpen in deze periode overdag bij het lammeren. ’s Avonds en ’s nachts doen Corrie, Gerko en Klaas het in ploegendienst. Gerko: ‘Het is een zware tijd, maar dit is je oogstperiode. Hier moet je het mee verdienen en dan moet je erbij zijn.’
De gemiddelde worpgrootte is 1,8. Als de lammeren geboren zijn, blijven ze afhankelijk van het weer vier tot zes weken binnen bij hun moeder. Daarna gaan de dieren naar buiten en in juni worden de lammeren gespeend. Dan gaan ze naar het grasland of ze gaan de stal in voor het afmesten. Klaas: ‘We hebben geen vaste leeftijd voor spenen en afmesten. Alles is afhankelijk van de beschikbaarheid van grasland en de vraag vanuit de handel.’ Het bedrijf heeft geen bepaalde foklijn, maar kruisingen van de rassen Texelaar, Noordhollander, iets Suffolk en een beetje Swifter. De ramkeuze heeft te maken met vraag en aanbod. ‘Voor het offerfeest willen ze grote, smalle en zware lammeren hebben, later in de tijd is er weer vraag naar lichtere en luxere lammeren’, licht Klaas toe. ‘Ook per exportland verschilt de vraag. Daarom moet je verschillende typen rammen hebben. Texelaars kun je het hele jaar wel verkopen, maar Swifters moet je met het offerfeest kwijt zijn, anders ben je te laat.’
Gezondheid
Eén van de lastigste kwalen bij schapen is rotkreupel, maar daar heeft de familie Knol weinig last van. ‘Het voordeel voor onze schapen is dat ze op de dijk lopen, waar het droger is en ook gedeeltelijk asfalt ligt. Hun hoefjes blijven daardoor schoner en ze slijten beter af’, verklaart Klaas. ‘Onze eigen fokschapen zijn gezond, nieuw aangekochte schapen worden altijd gewassen en ze gaan door een voetbad. Bovendien blijven ze gescheiden gehouden van de fokschapen.’
De wormbesmetting blijft qua resistentie een puntje van zorg. ‘We behandelen in principe drie keer en gebruiken verschillende ontwormmiddelen. We beginnen met Bovex, later als het weer verandert en de rode lebmaagworm opspeelt, gebruiken we Cydectin en na het spenen gebruiken we bij de oude schapen Animec of een Ivomec-achtig middel. En we houden goed de vinger aan de pols. Zodra we merken dat de lammeren dunne mest hebben, nemen we een monstertje om het te laten onderzoeken op wormen.’
Low budget
De familie Knol bouwt vrijwel alles zelf en met weinig middelen. ‘Schapengeld is gauw geteld’, stelt Klaas. ‘We hebben maar één stal laten bouwen, de rest hebben we zelf gedaan, vaak met tweedehands spullen.’ En toch ziet het bedrijf er netjes uit. ‘We houden van een net en goed verzorgd bedrijf. De schapen moeten goed in het stro liggen en genoeg voer hebben.’
Voor de liefhebberij heeft de familie nog zeven zoogkoeien – typisch Groninger blaarkoppen – en vijf stieren. Ondanks de groeiende administratieve rompslomp binnen de veehouderij, genieten ze van hun vak. Gerko: ‘We hebben alle dagen vakantie, zo voelt het. We zijn elke dag bezig, maar altijd met plezier. Geen dag is gelijk. Het is wel veel werk, maar we zijn zo vrij als een vogel en we zitten hier mooi.’
Onderstaand een foto-overzicht van de bedrijfsreportage bij Vof S. Knol:
Wilt u meer informatie over de schapenvoeders van ABZ?
Neem dan contact op met onze schapenspecialisten. Zij helpen u graag!
Contact