In het huidige landbouwklimaat is het aantrekkelijker dan ooit in te zetten op een langere levensduur van de melkveestapel! Hoe belangrijk is het optimaliseren van klauwgezondheid hierin en op welke manieren kunt u als veehouder op uw bedrijf daarin een stap voorwaarts maken!!
Bij het Nederlands Klauw Gezondheids Centrum (NKGC) houden ze zich iedere dag bezig met het werken aan een betere klauwgezondheid bij melkvee. De mate waarin klauwproblemen een rol spelen varieert echter enorm tussen bedrijven. Men ziet een spreiding van 10 tot 90 procent aangetaste dieren tussen bedrijven.
De jeugd heeft de toekomst
Het KNGC legt echt de nadruk op preventie (voorkomen is altijd beter dan oplappen) en daarbij is het erg belangrijk om jongvee en vaarzen onder de loep te nemen. Lukt het om deze twee groepen dieren vrij te houden van mortellaro en zoolbloedingen (beschadiging binnen de hoornschoen als gevolg van staan), dan voorkomt u in het latere koeienleven veel problemen.
Het oplopen van mortellaro voor de eerste afkalving leidt meestal tot een chronisch geïnfecteerde klauwhuid. Dit wordt de probleemkoe die herhaaldelijk behandeling nodig heeft!
Rondom afkalven hebben vaarzen een verhoogde kans op het oplopen van zoolbloedingen door veranderende hormoonhuishouding en introductie in de melkveekoppel. KNGC ziet een duidelijke relatie tussen overbelasting/ lang staan op beton en het optreden van tussenklauwontsteking bij vaarzen en koeien.
Kortom, echt werk maken van klauwgezondheid is werk maken van ligboxcomfort, (kop)ruimte in de ligbox en het voorkomen van (te) lange wachttijden in bijvoorbeeld de wachtruimte of aan het voerhek. Volgens het KNGC zijn dat de basisvoorwaarden voor een goede klauwgezondheid.
Werk maken van goed onderhoud
Op het juiste moment onderhoud plegen bij de juiste groep dieren is een hele kunst, maar wordt een stuk makkelijker met een goede planning en duidelijke registratie van de voorkomende problemen.
Bekijk elke vaars op 8 tot 4 weken voor het afkalven en beslis dan of het nodig is om in te grijpen. Het KNGC ziet nu vaak dat vaarzen afkalven met zeer volle klauwen waarbij de druk binnen de klauw en in de tussenklauwspleet makkelijk leidt tot zoolbloedingen en/of tussenklauwontsteking. Ook geeft dit moment een goed beeld van de opfokperiode en mogelijke aanwezigheid van mortellaro.
Afhankelijk van vele (omgevings)factoren zijn er meerdere manieren van onderhoud mogelijk en nodig:
- koppelbekapping
- 100 dagen methode
- alleen bekappen kreupele dieren
U kunt met elk van deze methodes (of een combinatie ervan) succesvol zijn. Een belangrijk item blijft in de ogen van het KNGC het vastleggen van de bevindingen tijdens het bekappen. Het goed vastleggen van de gescoorde aandoeningen en daarmee de benodigde vervolgbehandeling leidt tot een optimaal behandelingsresultaat. Bijvoorbeeld koeien met een zoolzweer of witte-lijn defect die daarvoor op een klos gezet zijn, moeten voor een optimaal en volledig herstel vaak nog een tweede keer behandeld worden 6 tot 8 weken na de eerste behandeling.
Ook geeft bijvoorbeeld het scoren van de aanwezige mortellaro stadia inzicht in de effectiviteit van het mogelijk gebruikte potenbad. Denken we of weten we wat er aan de hand is…..
Kortom, werken aan klauwgezondheid is energie steken in preventie!
Wat gebeurt er tijdens de opfok en hoe staat de vaars ervoor op moment van eerste afkalving? Zorg voor een controlemoment, 8 tot 4 weken voor afkalveren.
Hoe voorkomt u vroege infectie met mortellaro en zoolbloedingen?!
Optimaliseer ligtijden door verbeterd koekomfort, zorg voor korte wachttijden en heb aandacht voor introductie moment vaars in melkveekoppel.
Hoe optimaliseert u uw onderhoud? Welke aanpak past het beste bij uw bedrijf? Registreer de bevindingen voor optimale behandeling en genezing aangetaste klauwen.
Kijk voor verdere informatie over de werkwijze en aanpak van het NKGC op www.NKGC.nl of bel met Marcel Drint, 06-24135779 of Gerben Meerema, 06-26682752.