Nu inmiddels de rantsoenen constant zijn en de koeien gewend is het tijd om te kijken hoe we de benutting van het voer en de voeropname kunnen maximaliseren. Hoe krijgen we een volle pens en daarna een volle tank?
Benutting voer in de koe kent 3 processen
Om de benutting van het voer te maximaliseren is het goed te weten welke processen in de koe daaraan bijdragen. Hoe hoger de benutting hoe minder voer er onbenut de koe verlaat. Onder bepaalde omstandigheden kan een deel van het voer in de mestopslag gaan vergisten wat natuurlijk zoveel mogelijk beperkt moet worden.
In onderstaande afbeelding ziet u waar de organische stof van de gemiddelde 1e snede van dit jaar wordt benut. Daaronder ziet u een onderverdeling in enerzijds ruw eiwit en anderzijds de vezels van de kuil (NDF).
Pens
Het overgrote deel van de graskuil wordt in de pens benut door fermentatie. Bovenstaande tabel maakt heel duidelijk dat alles moet worden gedaan om vooral de vezels uit de graskuil in de pens te laten fermenteren. De vezels die in de darm aankomen stromen immers allemaal door. Dit komt heel erg overeen met de praktijk waarbij we bij rantsoenen met onvoldoende benutting nu juist veel graskuildeeltjes terug vinden in de mestzeef.
Dunne darm
In de dunne darm zijn geen bacteriën aanwezig die voer kunnen fermenteren. Wel vind in de dunne darm de vertering plaats van alle in de pens gevormde microbieel eiwit en gevoerde bestendig eiwit. Deze twee samen schatten wij in als de hoeveelheid WDVE in het rantsoen. Verder wordt in de dunne darm zetmeel verteerd wat de pens is gepasseerd.
Dikke darm
In de dikke darm wordt slecht een klein beetje van het voer benut (5%) door nafermentatie. In de dikke darm zijn dus wel weer bacteriën aanwezig. Er is een grote kans bij onvoldoende fermentatie en vertering in pens en dunne darm dat de nafermentatie in de dikke darm toeneemt. Op dat moment daalt door de geproduceerde hoeveelheid zuren de pH en kan darmverzuring ontstaan. Omdat de darmwand erg dun is zal al snel door irritatie van de darmwand darmslijm en soms zelfs darmepitheel te zien zijn in de mest. Vooral met mestzeven is dit soms heel duidelijk aantoonbaar.
Mestopslag
Al hebben we de maximale benutting van het voer in de koe bereikt, er zal altijd een onbenut deel door de koe worden uitgescheiden. Dit is voor de 1e snede geschat op 22%. Het percentage van het totale rantsoen kan echter variëren. Een deel van het onbenutte voer zal in de mestopslag nog wat gaan vergisten. Dit kan onder bepaalde omstandigheden meer of minder worden denk aan temperatuur, bewaarduur van de mest en wel/ niet mixen.
Actie:
Vergroot de verblijftijd van het voer in de pens. Hierdoor wordt de fermentatiefase langer. De verblijftijd in de pens vergroten doen we op twee manieren.
- Eerst de koe goed laten herkauwen.
- Vervolgens de hoeveelheid snelle koolhydraten (zetmeel en/ of suiker) of de hoeveelheid snel ruw eiwit vergroten totdat beide in balans zijn. De 1e snede heeft weinig structuur dus is dit van groot belang.
Aan de hand van eiwit-/ suiker verhouding van de graskuil blijkt een compensatie van de graskuil met een snel afbreekbare component erg belangrijk terwijl dit vaak niet wordt aangedurfd.
Een langere fermentatiefase van het voer is de sleutel tot het krijgen van de hoogste benutting en voorkomt het teveel doorstromen van onbenut voer naar plaatsen waar geen benutting meer plaats vindt of zelfs het functioneren van de koeien onder druk komt te staan. Tijd voor volle pens = volle tank!