De 2e snede is gemaaid na een korte periode van flinke groei. Hierdoor is het ruwe celstofgehalte hoger geworden dan gewenst voor een goede voederwaarde. De verzadigingswaarde is 10% hoger dan bij de 1e snede. Let op dat u met de 2e snede toch de droge stof opname van de koeien op peil houdt.
Voederwaarde 2e snede
In de onderstaande tabel ziet u de gemiddelde voederwaarde van de 1e en 2e snede [bron: Eurofins].
| Eerste snede | Tweede snede | |
| Droge stof | 39,9 | 48,4 |
| VEM | 954 | 879 |
| WDVE | 72 | 74 |
| FEB | 57 | 27 |
| Ruw eiwit | 167 | 147 |
| Suiker | 86 | 86 |
| Ruw celstof | 236 | 269 |
| ADL | 19 | 26 |
U ziet in de tabel dat de 2e snede veel meer ruwe celstof bevat. Omdat de 2e snede ook erg droog is ingekuild, kan de afbraak van de graskuil in de pens tegenvallen. Bij het voeren van de 2e snede is het belangrijk dat het materiaal nog zoveel mogelijk verkleind wordt. Controleer de messen van de voermengwagen en vervang deze eventueel.
Verdunnen of corrigeren
De 2e snede past natuurlijk perfect bij de juist snel verteerbare 1e snede. Wanneer beide snedes gecombineerd gevoerd worden, kunnen door verdunning de nadelen worden verkleind. Zonder 1e snede past bij de 2e snede vooral snel eiwit. Denk aan het voeren van raapschilfers, nazomerkuil of bijvoorbeeld corngold.
Advies & informatie
Wilt u hierover met één van onze specialisten van gedachten wisselen? Wij helpen u graag.
Contact opnemen >