Bij het begin van het nieuwe groeiseizoen is het belangrijk om doelstellingen te maken. Bij welk type graskuil bent u als ondernemer gebaat? Deel uw idee hierover met iedere betrokkene op uw bedrijf. Met betrokkenheid en focus kunnen de beste resultaten worden behaald.
Doel afhankelijk van bedrijfssituatie
Van groot belang is de hoeveelheid en soort meststof die u gaat toedienen voor de 1e snede. Bij een bedrijf met een hoog maïsaandeel past een hoger ruw eiwit- en lager ruwe celstofgehalte. Bij een bedrijf met juist een hoog graskuilaandeel past juist een wat lager ruw eiwit- en hoger ruwe celstofgehalte. Uiteraard bepaald het maaimoment later de verhouding tussen beide kenmerken. Het maaimoment dient dan ook afgestemd te worden op de gegeven bemesting. Ook de behoefte van verschillende diergroepen (melkkoeien, droge koeien en jongvee) vragen om onderscheid in bemesting en oogst strategie.
Ruwvoerproces
Beschikbare stikstof
Bij een beschikbaarheid in de bodem van 100 kg N per ha en een opbrengst van 4.000 kg ds, is er per kg ds gras 25 gram N beschikbaar. Dat kan (x 6,25) dan 160 gram RE per kg ds opleveren. Bij 100 kg N beschikbaar en een snede van 3.000 kg ds, levert dit 33 gram N per kg ds op en dat staat gelijk aan 210 gram RE per kg ds. Een bedrijf met een beperkt grasaandeel zou daarom kunnen kiezen om meer te bemesten of eerder te maaien. In de praktijk zien we dit natuurlijk al langer, melkveehouders in Zuid- en Oost-Nederland maaien in de regel het eerst.
Snel- of traagwerkend
ABZ Diervoeding kan u verschillende soorten meststoffen leveren. Snelwerkende meststoffen zijn KAS/Nutramon en Sulfan. Vanaf 4 tot 5 weken na strooien kan gemaaid worden. Traagwerkende meststoffen zijn Novurea en Novurea + S. Deze meststoffen werken traag door ureumstikstof. Voor een goede N-benutting kan bij deze meststof vanaf 6 tot 7 weken na strooien gemaaid worden.
Streefwaarde droge stof percentage
Wanneer u maait bij de droge stof opbrengst die past bij de gegeven bemesting is het de kunst om het geteelde eiwit om te zetten in geconserveerd eiwit. Onafhankelijk van uw bedrijfssituatie dient gestreefd te worden naar zo weinig mogelijk afbraak van eiwit in de graskuil. Streef naar het juiste droge stof gehalte.
Streefwaarde ds% | |
Voeren met voermengwagen | 35 – 40% |
Voeren met blokkenwagen | 40 – 45% |
Voeren met gewikkelde balen | 45 – 50% |
Inspelen op weer en gewas
Uiteraard is nog veel meer te zeggen over de juiste inkuilstrategie. Want de hoeveelheid energie (suikers) die in het gras aanwezig zijn bij maaien bepalen ook het behoud van eiwit in uw graskuil. Graag houden we u op de hoogte van de actuele situatie van weer en gewas door middel van onze e-mailnieuwsbrief en vers gras monitor. U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website: www.abzdiervoeding.nl/aanmelden-e-mailnieuwsbrief/
ABZ Tip
Registreer het gevoerde beleid op een ABZ Graslandgebruikskalender. U heeft dan mooie informatie voor een gesprek aan het eind van het jaar. Wat is er aan hoeveelheid voer en kwaliteit gewonnen? Wat kunnen we leren van de gemaakte keuzes voor een volgend seizoen?Wilt u hiermee ook aan de slag? Vraag deze dan op via onze website: www.abzdiervoeding.nl/rundvee/gratis-graslandkalender