Sinds een halfjaar wonen en werken Paula en Martin van Norel-Buurkes op hun gloednieuwe melkveebedrijf in het buitengebied van het Gelderse Oosterwolde. De verhuizing in juni was de afronding van een ruilverkavelingsproces van 6 jaar. Voor dit nieuwe bedrijf ruilden ze een eeuwenoude boerderij in Doornspijk in. Het was de boerderij die Paula’s opa en oma indertijd hebben gekocht en waar ook haar ouders hebben geboerd. Rond hun trouwen in 1998 namen Paula en Martin het bedrijf over.
In 2006 was het kavelruilproject Hattem-Oldebroek gaande. De verkaveling rond Doornspijk zat op slot en de gemeente wilde graag een jonge boer helpen te verplaatsen. Ze kwamen bij Paula (42) en Martin (39) uit en die zagen dat wel zitten. Hun 300 jaar oude boerderij was een rijksmonument, de stal was verouderd, dus er kwamen veel kosten op hen af. Bovendien zat de stal vol en er was geen uitbreiding mogelijk. ‘Als je dan alles nieuw en groter kunt bouwen, met alle grond bij huis, dan wordt dat wel heel verleidelijk!’ zegt Paula, een rasechte boerin met een groot hart voor haar koeien.
Stroomversnelling
Zes jaar lang hebben Paula, Martin en hun kinderen Barbara (12), Laura (9) en Tim (5) naar de verhuizing toegeleefd en begin dit jaar kwam het proces in een stroomversnelling. Op 29 januari begon in Oosterwolde het grondwerk en al op 28 juni was de verhuizing, zowel van de koeien als van henzelf. In 1998 begonnen ze met een melkquotum van 3 ton en beetje bij beetje hebben ze bijgekocht. Nu zitten ze op 8 ton. Ze melken 95 koeien en hebben 85 stuks jongvee. Op het nieuwe bedrijf hebben ze 50 hectare grasland, alles bij huis, in blokken van 2,5 tot 4 hectare. De grond is voor het merendeel veenachtig en niet echt geschikt voor maïs. Daarom kopen ze al het maïs aan.
Opvallend
Wat opvalt in de cijfers van het bedrijf, is dat de koeien gemiddeld zeven jaar oud worden met een gemiddelde levensproductie van 51.434 kg melk. Het afgelopen jaar zijn er maar 11 koeien afgevoerd. ‘Boeren doen koeien vaak weg na drie keer kalven. Dat doen wij niet. Zolang de koeien het goed doen, hoeven ze niet weg’, vindt Paula. ‘Op dit moment, in de aanloop naar 2015, houden we al ons jongvee aan. We gaan nu eerst zorgen dat de stal vol komt, pas daarna gaan we weer selecteren. Bij het fokken letten wij goed op beenwerk en klauwen. Het exterieur is belangrijk, waarbij de klauwen het belangrijkst zijn. De koeien moeten goed kunnen opstaan, naar het voerhek lopen en rustig kunnen staan om te eten. Dat moet ze geen moeite kosten. Bekappen doen we nooit preventief, alleen als het nodig is. Aan koppelbehandeling doen we dus niet. We hebben eens een 100.000 liter koe gehad die we nooit hebben bekapt. Voetbaden plaatsen we wel.’
Aandacht
Paula en Martin investeren in aandacht; ze stoppen veel energie in hun dieren. Martin: ‘Je kunt wel van alles berekenen en zo goedkoop mogelijk inkopen, maar wij zijn ervan overtuigd dat als je heel goed voor je koeien zorgt, je aan het eind van de rit het meest overhoudt. Een meer zakelijke boer stopt misschien sneller met het behandelen van een ziek dier. Zo zijn wij niet opgevoed. Je hebt de verantwoordelijkheid voor het vee op je genomen, dan doe je er ook alles aan om de dieren beter te maken en gezond te houden.’
Met de uiergezondheid gaat het goed. Zo lang het mag, zetten ze de koeien droog. Martin: ‘In de droogstand moet je zuinig zijn op je koeien.’ Martin houdt zich op het bedrijf meer bezig met het melken en tractorwerk, Paula doet het jongvee en de fokkerij. Zij zoekt meestal de stieren uit. Dat is haar met de paplepel ingegoten. Samen met haar vader heeft ze de fokkerij in het bedrijf opgebouwd. ‘Ik ging altijd samen met pa de stier kopen. Zodoende leerde ik al vroeg waar je bij de stierkeuze op moet letten. De beste aankoop ooit was de stier Feikjes Restaurant. Na de goede resultaten op ons bedrijf is deze stier later veelvuldig ingezet door KI Kampen.’
Voeding
De koeien krijgen een hoogwaardig gemengd rantsoen: onbeperkt graskuil, met een vast maïsaandeel van 18 kg, altijd aangevuld met een aardappelbijproduct. Het voermengsel wordt compleet gemaakt met 1,5 kg Compensmeel 33/0/67/0, 100 gram Vital Top en 100 gram krijt.
De koeien krijgen maximaal 8 kg Actief 110/65 in de melkstal. Een paar percelen dicht bij huis worden gebruikt om te beweiden. De beweiding is dan ook beperkt tot een paar uur per dag om het rantsoen zo constant mogelijk te kunnen houden. Zolang Paula zich kan herinneren, zaten haar ouders bij Arkervaart (nu ABZ Diervoeding). Martin: ‘Ik ben geen echte coöperatieboer. Maar het voer is gewoon goed, ze kunnen goed met de prijs mee, bovendien hebben we een vertegenwoordiger die helemaal met ons meedenkt. Waarom zou je dan veranderen?’
Toekomst
Paula en Martin zorgen er nu eerst voor dat de stal vol komt. Het doel is te groeien naar 120 tot 140 koeien. Verder groeien willen ze niet, want ze willen absoluut niet met personeel werken. Ze redden het nu goed met z’n tweeën. ‘Als je het met 100 of 120 koeien niet kunt verdienen, lukt dat met 300 ook niet’, zegt Martin heel stellig. ‘Als wij over vijf jaar op een jaarproductie van 11.000 liter per koe zitten en dezelfde gehalten hebben
als nu, zijn wij dik tevreden.’
Paula en Martin wonen en werken met veel genoegen op hun nieuwe boerderij. Het geheel klopt naar hun gevoel. Behalve één ding. Vanuit hun woonkeuken hebben ze een prachtig weids uitzicht over hun weilanden. Maar in de verte staan de graafmachines klaar om van de vruchtbare landerijen nieuwe natte natuur te maken. Dat doet een boerenhart als dat van hen zeer.
koeien | leeftijd | melk | % vet | % eiwit | EJR | |
Rollend jaargemiddelde | 83 | 4.09 | 9756 | 4,38 | 3,53 | 2475 |