Kalveren beoordelen we vaak op het oog: hoe zien ze eruit, ligt het haar mooi op de rug en glanzen de kalveren? Maar als u echt goed inzichtelijk wilt maken hoe uw kalveren groeien, dan moet u ze meten. Wanneer we die gegevens in een grafiek verwerken, kunnen we zien of uw kalveren echt zo goed groeien als we denken of misschien toch groeien onder de normlijn. De volgende vraag is: wat is mijn doel en welke normlijn moeten ik dan aanhouden?
Levensproductie
Om al deze vragen te beantwoorden heeft ABZ Diervoeding een bedrijfsspecifieke groeicurve gemaakt. Dat wil zeggen, aangepast op het gewicht van de volwassen koeien op een bedrijf. Bij de metingen maken we gebruik van de borstomvang, dit is een betrouwbare manier om het juiste gewicht te bepalen. Het is namelijk vooral heel belangrijk dat uw kalf een mooi skelet krijgt, maar daarbij ook veel inhoud heeft. Uiteindelijk moet er na afkalven een mooie vaars staan die een goede lactatie kan maken. Maar nóg belangrijker, vooral een vaars die veel lactaties meegaat en een oude koe kan worden.
Eerst uw eigen volwassen koeien meten
Als we beginnen met onze groeicurve bedrijfsspecifiek te maken, dan meten we eerst het gewicht van uw volwassen koeien. Dit zijn koeien vanaf de 3e lactatie. We zoeken de koeien uit met een BCS van 3+. Dit om de invloed van vetbedekking uit te sluiten. Immers kan een borstomvang zomaar een aantal centimeters meer of minder zijn bij een ruime of juist matige conditie. Als het volwassengewicht van uw koeien is gemeten, bijvoorbeeld 700 kg, dan zoeken we de volgende twee bedrijfsspecifieke punten op in de grafiek: het ideaal inseminatie gewicht en het ideaal afkalfgewicht.
Het ideale inseminatiegewicht ligt op 55% van het volwassen gewicht. Dit betekent bij 700 kg een inseminatiegewicht van 385 kg, de onderstaande horizontale lijn in de groeitabel. Vaarzen moeten voor het afkalven 95% van hun volwassen gewicht bereikt hebben om niet teveel gedurende de eerste lactatie te hoeven bijgroeien. Om dit te bereiken, moeten ze geïnsemineerd worden op 55% van het volwassen gewicht. Vroeg afkalven is mooi, maar het mag niet ten koste gaan van melk in de eerste lactatie.
Het ideale afkalfgewicht ligt daarbij op 85% van het volwassen gewicht en dat betekent 595 kg, de bovenste horizontale lijn in de groeitabel.
Groeicurve op maat
Met behulp van het ideale afkalfgewicht kunnen we een groeinormlijn maken. Vaak is dit op 24 maanden afkalven, maar kan ook aangepast worden op 22 of 26 maanden afkalven. Dit is de groeilijn in de groeitabel. De metingen van de kalveren kunnen nu verwerkt worden in de tabel en dan wordt ook gelijk inzichtelijk of uw kalveren boven of onder de normlijn groeien. Soms komt het bijvoorbeeld ook voor dat kalveren bij het verzetten naar een andere huisvesting een dip krijgen in groei en dat komt dan in de tabel goed naar voren. Hierdoor kunt u goed op zo’n moment inspelen door uw kalveren wat extra ondersteuning aan te bieden.
Interessant voor Jersey’s
Een bedrijfsspecifieke groeitabel kan in elke situatie gebruikt worden. Wanneer u bijvoorbeeld boven gemiddeld zware of lichte koeien in de stal heeft lopen, maar het kan ook heel goed gebruikt worden als u een ander ras melkt dan Holstein koeien of als u inkruist met andere rassen.
In het voorbeeld hierboven is de groei van een Jersey bedrijf uitgewerkt. Hierbij is het volwassen gewicht van de volwassen koeien gemeten op 510 kg. Het ideale inseminatiegewicht (55%) komt daarbij uit op 280 kg en het ideale afkalfgewicht (85%) komt uit op 433 kg. Ook de 24 maanden normlijn is aangepast. U kunt zien dat alle kalveren boven de normlijn groeien en het ook goed doen.
Bedrijfsspecifiek groeiplan
Wilt u ook uw kalveren beoordelen aan de hand van een bedrijfsspecifiek groeiplan? Neem dan contact op met uw rundveespecialist of één van onze jongveespecialisten. Zij helpen u graag.
Contact opnemen >