In de komende maanden komen er op veel bedrijven tijdelijk extra veel vaarzen aan de melk. Enerzijds door een planning om een extra quotumoverschrijding te voorkomen. Anderzijds omdat er wellicht extra vaarzen worden gekocht om eventuele groei sneller te realiseren. In dit nieuwsbericht aandacht voor de transitie van vaars naar koe.
Ontwikkeling en gewicht
Zoals u in de tabel kunt zien, zal een vaars nog zo’n 20 procent in gewicht moeten toenemen om uit te groeien tot een volwassen dier. De voeding van de vaarzen is dan ook niet alleen gericht op melkproductie en het snel weer opnieuw drachtig krijgen. Er zal ook tegemoet gekomen moeten worden aan de voorwaarden voor een goede doorontwikkeling en gewichtstoename gedurende de eerste lactatie. Er zal in deze periode meer dan 100 kilogram lichaamsgewicht bij moeten komen, terwijl de conditiescore (BCS) bij droogzetten niet meer mag zijn dan 3+.
Hormoonhuishouding
Van alle diercategorieën op het melkveebedrijf speelt juist bij verse vaarzen stress een grote rol. Er is immers sprake van een geheel nieuwe omgeving, een ander koppel en ineens is er de dwang om op tijd en snel (kracht)voer op te nemen en gemolken te worden. Dit gaat samen met een totaal gewijzigde hormoonhuishouding en vaak ook pijn vanuit het afkalfproces. Alle goede maatregelen die door de veehouder genomen worden, kunnen teniet gedaan worden door stress. Door het stresshormoon komt bijvoorbeeld de oxytocine afgifte niet op gang, waardoor de vaars de melk niet laat schieten.
Stage lopen
Om stress bij de verse vaars te voorkomen is het goed om de vaars 2,5 maand vóór het afkalven alvast 7 – 10 dagen bij de melkkoeien te laten “stage lopen”. De vaars heeft dan nog geen uier wat kan beschadigen en de kans op teveel stress voor het ongeboren kalf is uitgesloten. Tijdens de stage kan de vaars alvast kennis maken met de rangorde in de koppel. Bovendien kan ze mak worden tijdens het bezoek aan krachtvoerbox, melkstal of melkrobot. Vanuit deze stage kan ze vervolgens het beste verhuizen naar de groep droogstaande koeien waarbij het rantsoen al wordt aangepast van een jongveerantsoen naar een droogstandsrantsoen. Dit kan vanaf de genoemde 2,5 maand vóór het afkalven. Juist het rantsoen met een beperkte opname van Kali en OEB voorkomt overmatige zucht bij het afkalven, waardoor alweer een stressfactor wordt uitgesloten. De juiste voorziening van selenium, Vitamine E en andere mico-elementen is van groot belang voor de vaars en haar dracht.
Zien en gezien worden
In een ideale situatie is er een stressvrije overgang naar de afkalfruimte in de week voor het verwachte afkalfmoment. Het is belangrijk dat ze haar koppelgenotes blijft zien. Net zo belangrijk is dat ze steeds gezien kan worden door u als melkveehouder. Omdat vaarzen vaak in korte tijd kunnen veranderen (opuieren, laten zakken van de banden) is monitoring zeer belangrijk.
Ruwvoer/krachtvoerverhouding
Een vaars heeft een kleinere pens en is daarom ook extra gevoelig voor diarree door een overaanbod van snelle voercomponenten. Het is daarom belangrijk om de maximale krachtvoergift minimaal één kilogram lager aan te houden dan bij de oudere koeien wordt voorgeschreven. De nog smalle bek en natuurlijke gretigheid van de vaars geeft extra kans op voerselectie aan het voerhek. Wanneer vaarzen te dunne mest laten zien, is het van groot belang om deze mogelijke oorzaak te achterhalen. Pas op met het teveel beperken van de eiwitvoorziening bij de vaarzen. Juist voldoende aminozuren in het rantsoen zijn nodig voor de gewenste gewichtsontwikkeling van de vaarzen.
Volwassen
In het algemeen worden vaarzen vlot drachtig. De tussenkalftijd is bij de vaarzen vaak gunstiger dan het koppelgemiddelde. Juist daarom is het van belang erop te letten de afbouw van de krachtvoergift af te stemmen op de BCS. Vaarzen zijn metabolisch zeer actief en zullen in goede omstandigheden zeer goed het voer om kunnen zetten in melk. Voorkom daarom dat vaarzen uiteindelijk met een BCS lager dan 3+ en een onvoldoende volwassen gewicht worden droog gezet. Op deze wijze realiseren we “van vaars naar koe en van koe naar oud”!