Normaal gesproken zijn juli, augustus en september de maanden met de hoogste combinatie van temperatuur en luchtvochtigheid. Voor de combinatie van deze twee bestaat de welbekende THI-index, die in deze maanden vaak ver in het rood schiet: hittestress.
Effecten op voeropname
Een hoge temperatuur en luchtvochtigheid hebben grote invloed op de voeropname en daarmee op productie, gehalten, vruchtbaarheid en weerstand. De belangrijkste factoren die de voeropname kunnen belemmeren in de zomer zijn:
- Ademhaling. Luchtverversing is een belangrijk onderdeel van het buffersysteem van de koe. Onvoldoende buffercapaciteit van de koe om de pens-pH op peil te houden zorgt voor minder capaciteit om ruwvoer te fermenteren.
- Interne warmteproductie. Van elke kilogram droge stof die in de koe verwerkt moet worden komt een bepaalde hoeveelheid warmte vrij. De voeropname beperken is een natuurlijke reactie van de koe om interne warmteproductie te laten dalen.
- Smakelijkheid van het voer. Voor gisten en schimmels zijn de omstandigheden ideaal om voer te laten bederven, waardoor smaak en belangrijke nutriënten verloren gaan. Ook kunnen er toxines en gifstoffen gevormd worden die langdurig de weerstand van de koe kunnen onderdrukken.
Gerichte oplossingen
Voor elk van de drie genoemde belemmeringen zijn er gerichte oplossingen waarmee het verschil gemaakt kan worden:
- Verbeter het stalklimaat om de THI te verlagen en voldoende frisse lucht te garanderen.
- Maximaliseer de warmteafvoer van het ligbed (zand versus isolatiemateriaal).
- Verhoog de buffercapaciteit van het rantsoen, bijvoorbeeld door het voeren van buffers of gisten.
- Verlaag de warmteproductie per kg droge stof, indien daar nog ruimte voor is (vet i.p.v. celwanden voeren).
- Hou het voer fris door goed kuil- en voermanagement.
- Maak silo’s, voorraadbakken, voerbunkers, kuilhappers regelmatig leeg en houd deze schoon. Gebruik eventueel een hulpmiddel (Kaliumsorbaat, Selko TMR, propshot in de silo).
Door goede rantsoenberekening juiste buffer inzetten
Met het verhogen van de E-buffer in het rantsoen kunnen we de pens-pH op peil houden voor voldoende voeropname. Met een goede rantsoenberekening kunnen we zien welke buffer het best past om in de zomer nog wat extra’s te doen. Macro-mineralen, gisten, eiwit en structuur zijn producten die de buffercapaciteit kunnen verhogen:
Macro-mineralen
We maken onderscheid tussen snelle en geleidelijke buffering. Afhankelijk van voeropnamepatroon en de al in het rantsoen aanwezige buffers kan de keus gemaakt worden voor bijvoorbeeld extra natriumbicarbonaat of een wat tragere zeewierkalk of andere minerale buffers.
Gisten
Vooral in de zomerperiode komen er vaak meer pieken en dalen in voeropname over de dag, waardoor er hogere piekproducties van melkzuur ontstaan na een hoge voeropnamepiek. Gistproducten helpen de pens-pH stabiel te houden door versnelling van de omzetting van melkzuur naar propionzuur.
Eiwit
Eiwitafbraak in de pens zorgt voor een flinke bijdrage aan de buffercapaciteit. Doordat we in de rantsoenen naar lagere eiwitniveaus streven voor minder stikstofemissie hebben we op het gebied van buffering een extra uitdaging.
Structuur
Voldoende structuur voeren is van belang om de pens-pH stabiel te houden, gedurende de dag voldoende pensvulling te behouden en de speekselproductie met herkauwen te verhogen. Speekselproductie verhoogt de pens-pH doordat dit veel bicarbonaat bevat. Gebruik voor melkvee de juiste structuurbronnen met de juiste lengte, zodat ze goed opgenomen worden en de totale voeropname niet afremmen.
ABZ Diervoeding biedt voor elk onderdeel diverse producten die uw koeien kunnen helpen om gezond en productief te blijven.
Contact team rundvee >