De nieuwe maïsoogst is volop aan de gang. Op een aantal bedrijven zal even geen maïs gevoerd worden of zal de maïskuil zeer kort na de oogst gevoerd worden. Hoe kunt u in zo’n situatie toch zorgen voor voldoende beschikbare voedingsstoffen voor de koe?
Kwaliteit snijmaïs verandert in de tijd
Zoals u in onderstaande tabel kunt zien, verandert de kwaliteit van de snijmaïs in de tijd. Vooral de maïs die voor vorige week is ingekuild, zal in de 1e week zeer suikerrijk zijn. Deze suikers worden snel omgezet in melkzuur zodat deze maïskuilen waarschijnlijk snel stabiel zijn. De zetmeel verteerbaarheid is echter nog zeker 6 weken laag. En dit geldt ook voor de plant verteerbaarheid. Verse snijmaïs vraagt dus zeker aandacht!
Ouderdom van de kuil | Suikers | Zetmeel verteerbaarheid | NDF verteerbaarheid |
1 – 7 d | Hoog | Laag | Laag |
7 – 42 d | Stabiel | Laag | Laag |
42 – 120 d | Stabiel | Gemiddeld | Gemiddeld |
> 120 d | Stabiel | Ideaal | Ideaal |
Verteringsproblemen
De verteerbaarheid van de maïskuil hangt sterk af van het hakselstadium en de inkuilduur. De voederwaarde is het hoogst bij een goed afgerijpte kolf met een droge stof gehalte van minimum 35%. Hoe rijper de kolf, hoe hoger het droge stof gehalte en hoe hoger ook de bestendigheid van het zetmeel.
Tijdens het inkuilproces neemt de bestendigheid van het zetmeel af: verse maïskuilen bevatten gemiddeld dubbel zo veel bestendig zetmeel als oudere kuilen. Bestendig zetmeel is een efficiënte bron van glucose, maar als er té veel bestendig zetmeel wordt gevoederd (> 1400 g/ koe/ dag), verloopt de vertering in de darm duidelijk minder efficiënt. Een overmaat aan bestendig zetmeel kan op die manier resulteren in dikke darm verzuring. Het risico op verteringsproblemen na het opstarten van de nieuwe maïskuil is het hoogst tijdens de eerste 4 maanden. Daarna zijn de verteerbaarheid en de stabiliteit het hoogst.
Rumistar: zichtbaar effect
Rumistar is een geregistreerd alfa-amylase enzym van DSM en verhoogt de verteerbaarheid van het maïszetmeel in de pens en de darm. De afbraakproducten van zetmeel in de pens (oligosacchariden) vormen een voedingsbodem voor de celwand-afbrekende bacteriën. Rumistar stimuleert daardoor niet enkel de zetmeelvertering maar ook de vezel- of NDF vertering. Deze is bij verse maïskuilen het laagst.
De toename van de vezelvertering leidt zelfs tot een zichtbaar effect op de meststructuur: bij het uitspoelen van de mest zien we duidelijk veel minder lange vezels en maïspitjes, hetgeen wijst op een betere penswerking bij gebruik van Ronozyme Rumistar. Met mestzeven is de vertering van de snijmaïs prima in beeld te brengen en ook het verloop hiervan bij het gebruik van Rumistar.
Tips
- Wacht na de oogst, indien mogelijk, minimaal 4 weken met het voeren van de nieuwe maïs. Bouw de hoeveelheid per koe per dag rustig op zodat de pens zich kan aanpassen.
- Vervang eventueel een hoeveelheid maïsmeel in de brok of meel door graan en bietenpulp. Vraag uw rundveespecialist om de meest passende soort.
- Voer bij (even) geen maïs bijvoorbeeld Lactograan. Vooral in de overgang van weide naar stal (vers gras naar ingekuild gras) is het nodig om de pens te helpen maximaal uw ruwvoer af te breken voor voldoende beschikbare voedingsstoffen.
- Gebruik bij verse snijmaïs en/ of maïskuilen met een hoge zetmeelbestendigheid 100 gram Ronozyme Rumistar (50111) per koe per dag.
Meer weten?
Vraag onze rundveespecialisten om tips. Zij helpen u graag!
Contact