De Kringloopwijzer kent voor melkveehouder Esther Schouten uit Zeewolde weinig geheimen meer. Daarmee prijst ze zich gelukkig, want ze beseft dat talloze collega’s het nog zwaar te verduren krijgen. Per 1 januari 2016 zijn namelijk alle melkveehouders verplicht om de Kringloopwijzer in te vullen.
Esther (37) boert op de boerderij waar haar vader in 1980 als pionier begon. Hij had indertijd een boerderij met 40 melkkoeien in Holysloot, Amsterdam-Noord, en dankzij een ruilverkaveling kon hij starten in Zuidelijk Flevoland op een boerderij met 80 koeien. Al snel was duidelijk dat het boerenleven Esther aantrok. ‘Ik ben ermee opgegroeid, ik vind zelfstandig ondernemen leuk én ik ben gek op koeien.’ Ze ging naar de MAS en HAS en kwam direct daarna in maatschap bij haar vader, die om gezondheidsredenen rustiger aan moest doen. In 2007 nam ze het bedrijf over en sinds 2012 boert ze in VOF met haar partner Wilbert van Efferen (40). Het bedrijf groeide geleidelijk naar 140 koeien en 90 stuks jongvee. Volgend jaar verwachten ze 150 koeien te hebben. Ze boeren op 57 hectare vruchtbare kleigrond: 46 ha gras, 11 ha maïs. Sommige stukken grasland produceren wel 20 ton droge stof per hectare. Het grasland omvat ook 8,4 ha schralere dijkgrond, waar mooi hooi voor het jongvee vanaf komt.
Huisvesting
De koeien staan in de oorspronkelijke stal uit 1980. In verband met overbezetting is in 2010 een aparte jongveestal gebouwd. Op de plaats van de oude kalverafdeling is in 2012 een close-upstal gebouwd, een potstal met stro waar de koeien een week voor het kalven in komen. Begin dit jaar is het vroegere gedeelte voor groot jongvee omgebouwd tot stal voor de droge koeien. ‘Voorlopig zijn we klaar met bouwen. Nu moeten we eerst hard werken en geld verdienen, zodat er over vijftien jaar een nieuwe stal kan komen.’
Esther en Wilbert willen een duurzame koe en fokken al jaren met triple-A. ‘Hooguit 10 procent van de vaarzen valt af en de gemiddelde leeftijd van een koe bij afvoer is 5 jaar en 7 maanden. We zijn een gesloten bedrijf en dat willen we graag blijven.’
In het verleden kwam op het bedrijf veel mastitis voor en was het antibioticagebruik hoog. Dankzij de bouw van de jongveestal en een strikte aanpak van het probleem, is de dierdagdosering in drie jaar tijd gedaald van 12 naar 2,2. ‘Daar hebben we indertijd veel aandacht aan gegeven met een strak stappenplan: schonere boxen, melken met handschoenen, één doek per koe gebruiken, de spenen dippen, celgetal koeien omspoelen. Het heeft veel energie gekost, maar de resultaten zijn er wel naar.’
Taakverdeling
Efficiëntie is het sleutelwoord op het bedrijf van Esther en Wilbert. Ze werken strikt protocollair en doen zo min mogelijk samen. Ieder heeft zijn eigen taken. Wilbert regelt het voeren en de mechanisatie, Esther doet de verzorging van de koeien, bedrijfsbegeleiding met de veearts, insemineren en alle administratie. Ze melken bij toerbeurt. Naast de onderneming thuis heeft Esther diverse bestuursfuncties. Ze is voorzitter van afdeling Flevoland van CRV, ze zit in de klankbordgroep Caring Dairy van de Cono en ze is voorzitter van de wintershowcommissie Flevoland. En sinds een jaar is ze moeder van Bram.
Overstap
In 2005 is Esther van voerleverancier geswitcht. ‘Het ging toen niet goed met het bedrijf. De koeien presteerden niet goed en we waren niet tevreden over onze vorige voerleverancier. We kwamen precies op het juiste moment in contact met rundveespecialist Izak van Engelen van Arkervaart. Hij heeft een nieuw rantsoen berekend om het eiwitgehalte in de melk te verhogen en we gingen heel anders voeren: van veel maismeel naar meer gerst en tarwe. Dat had een duidelijk effect: de koeien gingen meer melk geven en de gehaltes gingen omhoog.’
Nog steeds berekent ABZ Diervoeding de rantsoenen nauwkeurig door. Fosfaatarm voeren heeft op dit bedrijf de aandacht. ‘Wij voeren de droge koeien helemaal volgens het concept dat ABZ Diervoeding heeft ontwikkeld. Dit droogstandsrantsoen laat de koeien efficiënter het fosfor benutten, en die efficiëntie werkt door tot na het kalven, waardoor de koe beter herstelt. Daarnaast voeren we sinds juni Garantbrok 110 milieu met een lager fosforgehalte, omdat we een hoog fosfaatgehalte in onze graskuil hebben.’
Kringloopwijzer
Peter van den Bos, specialist rundveehouderij van ABZ Diervoeding, begeleidt het bedrijf bij de mestboekhouding. Sinds 2007 houdt Esther de bedrijfsspecifieke excretie (BEX) bij en vanaf 2011 heeft ze de Kringloopwijzer ingevuld, daartoe aangespoord door Jaap Gielen die het bedrijf vanuit Countus begeleidt. Voor het invullen van de Kringloopwijzer dient BEX als basis. Dankzij het invullen van de Kringloopwijzer kon Esther twee jaar geleden als één van de circa veertig boeren meedoen aan de BEP-proef (Bedrijfsspecifieke Excretie Fosfaat) en later als één van de zes boeren aan de BEN-proef, de stikstofequivalent. ‘De BEP-proef is gekoppeld aan een studiegroep en extra begeleiding. Dat vond ik wel interessant, want wij zagen de laatste jaren de opbrengst van ons land steeds verder dalen’, legt Esther uit. ‘Qua bemesting zijn wij een behoorlijk intensief bedrijf. Ik heb het bedrijf al jong en met weinig eigen vermogen overgenomen en heb dus een flinke schuld. We móéten wel scherp boeren.’ Zelf doen Esther vindt de Kringloopwijzer beter dan BEX. ‘In BEX worden vooral de prestaties van je vee meegenomen, maar niet de prestaties van je land. In de Kringloopwijzer zit alles: vee, grond, aankoop van voer. Zo krijg je een beter beeld van wat er op je bedrijf afspeelt. Daarom vind ik ook dat je het invullen niet moet uitbesteden. Je moet er zélf mee aan de slag gaan en je verdiepen in de mineralenstroom. Als je de uitkomst begrijpt, weet je wat dat betekent voor je bedrijf en aan welke knoppen je moet draaien om het te verbeteren.’ De Kringloopwijzer stimuleert melkveehouders om meststoffen en voer beter te benutten en om beter te presteren dan de landelijk geldende forfaitaire normen. Toch kiest Esther bewust voor weidegang van haar koeien, vanwege het positieve imago dat het oplevert. ‘Dat wil ik blijven doen, hoewel het iets minder voordeel oplevert in de Kringloopwijzer. De koeien eten evengoed nog wel ruwvoer en krachtvoer als ze niet genoeg opnemen in de wei. In de zomer moet je het voordeel uit het verse gras dan ook echt pakken en efficiënt weiden.’
Voordeel
Het meedoen aan deze proef levert Esther zeker voordeel op. Met de gegevens uit deze proef toont ze aan dat ze meer fosfaat c.q. stikstof aan de grond onttrekt dan erop brengt. ‘In de proef mogen we dat verschil houden. Daardoor kunnen we evenwichtiger bijmesten. Wij hebben een bedrijfsspecifieke fosfaatnorm van 107 kg/ha. Maar zonder BEP-proef was dat maar 85. Dat verschil in fosfaat mag ik plaatsen. Ik mag de mest niet houden; die moet ik afvoeren vanwege stikstofnorm. De kosten voor mestafzet blijven dus gelijk, maar ik mag het verschil wel gebruiken voor de melkveewet, de verwerkingsplicht en de grondgebondenheid van volgend jaar. Dat is een lekker voordeel. Dat voordeel komt door de BEP-proef, niet door de Kringloopwijzer. Wat wij nu nog willen is een bedrijfsspecifieke derogatie, want dan mag ik al mijn fosfaat ook houden. 107 kg fosfaat/ha kan ik niet vol maken met de mest en ik mag van Brussel geen fosfaatkunstmest meer gebruiken.’
Visie
‘Onze visie is om met twee mensen 150 koeien en 70 stuks jongvee te gaan houden in de bestaande gebouwen. Met vrijwel geen vreemde arbeid, want dat is onze kracht. Met deze koeien willen we 1,4 miljoen liter melk gaan leveren. Dit is onze leidraad en daar willen we niet van afwijken, wat Den Haag ook beslist”, besluit Esther heel stellig. “Als die fosfaatrechten komen, zie ik voor ons nog wel mogelijkheden. Als wij bovengemiddeld blijven presteren en efficiënter werken dan de forfaitaire normen, dan kunnen wij ‘gratis’ die extra koeien houden, zonder extra fosfaatrechten te hoeven kopen. Dat is voor ons een uitdaging. Efficiëntie is bij ons uit noodzaak geboren. We doen ons best en tot nu toe wordt dat beloond.’
Onderstaand een foto-overzicht van de bedrijfsreportage bij Esther Schouten en Wilbert van Efferen: