Bij ABZ Diervoeding houden we van actieve koeien. Koeien houden van een vast ritme en door plotselinge veranderingen kunnen ze (veel) stress ervaren. Het droogzetten aan het eind van de lactatie kan een stressmoment zijn voor een koe en het is een uitdaging om dit zo soepel mogelijk te laten verlopen. Fysiologisch gezien betekent niet meer melken dat het immuunsysteem hard aan het werk moet om de uier op te laten drogen en aan de andere kant moet het verteringsstelsel zich aanpassen naar een rantsoen met minder energie en meer structuur.
Aanpassen rantsoen
Het aanpassen van het rantsoen begint eigenlijk al in de maand voor het moment van droogzetten. Advies is om de krachtvoergift naast het basisrantsoen af te bouwen en in de laatste 14 dagen voor droogzetten geen krachtvoer meer te verstrekken. Daarnaast kan het droogstandsrantsoen al verstrekt worden voor het moment van droogzetten, ongeacht de productie. Hierdoor kan het verteringsstelsel van de koe die drooggezet wordt al wennen aan het droogstandsrantsoen en tegelijkertijd wordt de aanmaak van melk geremd door het lagere eiwit- en energieniveau.
1-2-3 methode
In de praktijk zien we dat koeien vaak geremd worden in de melkgift door ze minder vaak te melken. Een succesvolle aanpak die we in de praktijk hierbij toepassen is de 1-2-3 methode. Hierbij wordt de koe in een aantal dagen eerst 1, vervolgens 2 en daarna 3 melkmalen niet gemolken. De melkproductie wordt planmatig afgebouwd. Een hygiënische omgeving bij deze aanpak is een must en vraagt ook om extra aandacht voor de uiergezondheid in de laatste dagen voor droogzetten. Een combinatie van een aangepast rantsoen en daarnaast minder vaak melken leidt tot een lagere dagproductie en voorkomt melk lekken na het droogzetten. Hierdoor wordt het risico op infecties geminimaliseerd.
50 dagen droogstand
ABZ Diervoeding adviseert om voor de droogstand een periode van 50 dagen aan te houden. Deze periode heeft de uier nodig om op te drogen, tot rust te komen en weer actief te worden voor het moment dat de koe gaat afkalven. Tijdens de droogstand is het zaak om de afweer van de koe te optimaliseren. Hierbij hoort een uitgebalanceerd rantsoen dat ook op mineraalniveau klopt. Wij bieden verschillende mogelijkheden om tot een succesvol droogstandsrantsoen te komen. Informeer hiernaar bij uw rundveespecialist!
50 dagen droogstand vooral belangrijk bij:
- De zomerperiode, omdat koeien eerder kalven door het effect van daglengte en hitte.
- Vaarzen die persistent zijn; zij hebben een langere opdroogfase.
- Koeien die geïnfecteerd zijn door het blauwtongvirus, omdat zij het risico lopen om eerder af te kalven en daardoor onvoldoende tijd hebben gehad om goed op te uieren.
- Streven naar 7 liter biest met een Brix-waarde van meer dan 26.
Tip
Zet nu in uw managementprogramma bij instellingen de lengte van de droogstand op 50 dagen. Zo wordt u tijdig geattendeerd op het juiste droogzetmoment. Let daarbij bij robotmelken dat de krachtvoergift (2e voersoort) 15 dagen voor droogzetdatum is afgebouwd.