Tot drie keer toe kreeg melkveehouder André Boekhorst uit Sint Oedenrode de gelegenheid zijn bedrijf opnieuw te beginnen. Dat maakt dat hij en zijn vrouw Nellie nu een bedrijf hebben dat helemaal naar hun zin is. Toch staat er een kostbare verbouwing aan te komen om in 2022 aan de eisen van de Provincie Brabant te voldoen.
Elf jaar geleden konden André (62) en Nellie (60) in Sint Oedenrode een nieuw bedrijf opbouwen. Ze kwamen uit de Flevopolder, waar ze 18 jaar prima geboerd hadden. Daarvoor boerde André in Ewijk, waar zijn vader ooit een gemengd bedrijf begon op een oude boerderij. Toen André net bij zijn vader in de maatschap zat, konden ze in 1974 via een ruilverkaveling een nieuwe start maken. Ze specialiseerden zich in melkvee en bouwden een nieuwe ligboxenstal. Dertien jaar later moesten ze daar weg vanwege uitbreiding van het nabijgelegen industrieterrein. André had het bedrijf net overgenomen en solliciteerde naar een boerderij in de Flevopolder. Hij kreeg een kavel in Zeewolde toegewezen, bouwde er een nieuwe boerderij, waar hij in 1988 kon beginnen.
Terug
‘Om te boeren was het ideaal. Je had er veel ruimte en er waren genoeg akkerbouwers waar je de mest kwijt kon’, blikt André tevreden terug. ‘ Maar je zat overal ver vanaf. Het eerste dorp lag 20 kilometer verderop. Je moest altijd met de auto en kon nooit snel even de fiets pakken.’ Dat brak ze uiteindelijk op. Ze wilden toch graag iets meer in de bewoonde wereld zitten. Toen kwam in Sint Oedenrode een bouwkavel te koop van 40 ha en die kans hebben ze gegrepen. Ze bouwden er een nieuwe boerderij en zijn in 2006 verhuisd. ‘We hebben nog twee keer een naastgelegen perceel van 5 ha bij kunnen kopen, zodat we nu een huisperceel van 50 ha hebben. Uniek in deze omgeving! We wonen nu zó vrij en toch overal dichtbij. Buren op 1.300 meter en drie dorpen op maar een paar kilometer afstand. We hebben hiermee wel veel geluk gehad.’ André en Nellie doen al het werk met z’n tweeën, zonder vreemd personeel. Af en toe helpt dochter Maaike (27) mee.
Nieuw bedrijf
Bij deze laatste nieuwbouw is vooral gelet op dierwelzijn en arbeidsgemak. Het erf is ruim ingericht. Er zijn vier sleufsilo’s voor ruwvoer, een kleine voor bijproducten en nog een kleine voor ruwe mest. Ook de ligboxenstal is ruim. ‘Alles is erop aangepast dat de koeien het naar de zin hebben. We hebben boxen van 1,15 bij 2,50 meter en ruime looppaden tussen de voerhekken en de boxen. In de boxen liggen koematrassen met vering in combinatie met diepstrooisel. De koeien hebben zo goed grip en kunnen gemakkelijk opstaan. Op de matrassen ligt een dikke laag zaagsel van 4 à 5 cm. Voor het behoud van de klauwen hebben we rubber op de betonnen roosters en er hangt een koeborstel in de stal.’ André en Nellie hebben een kleine 100 stuks melkvee, inclusief droge koeien en drachtige vaarzen, en 80 stuks jongvee. Al het vee staat in één stal. Een heel bewuste keus, vooral vanwege het arbeidsgemak.
Emissiearm
De stal is in 2006 gebouwd volgens de nieuwste eisen van toen. Het dak is geïsoleerd, er is goede ventilatie met twee grote ventilatoren met een automatische regeling, gestuurd op temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. De grote, vrijwel geruisloze propellers bereiken de hele stal. Een mestschuif trekt 15 keer per dag de vloer aan en er zijn twee melkrobots. Maar tijden veranderen. In 2028 moeten alle stallen in Nederland emissiearm zijn. Dat betekent voor André dat hij zijn roostervloer moet vervangen door een dichte vloer. Nu hebben de Gedeputeerde Staten van Brabant een plan gepresenteerd om in Brabant alle stallen al op 1 januari 2022 emissiearm te hebben. ‘ We hebben 1.000 m2 meter roostervloer. Een nieuwe vloer kost 120 euro per m2. Met alle bijkomende kosten wordt dat al gauw een investering van anderhalve ton.’ Veel tijd om de investering terug te verdienen, heeft André niet. Hij is tenslotte al 62. In eerste instantie zou dochter Maaike het bedrijf voortzetten, maar toch is dat nog lang niet zeker. Doet ze het niet, dan moet het bedrijf wel verkoopbaar zijn. ‘ Zolang we gezond blijven, gaan we nog eventjes door. Desnoods kunnen we jongvee gaan opfokken voor andere boeren’.
Rantsoen
André is erg tevreden over de hoge productiecijfers. Een goed ingerichte stal, jaren lang fokken om de productie te verhogen en veel aandacht voor goede voeding spelen daarin een rol. ‘Een goede verhouding tussen ruwvoer, krachtvoer en bijproducten is essentieel. We proberen zelf ruwvoer van goede kwaliteit te winnen. Bij de rassenkeuze voor snijmaïs houden we daar rekening mee. We kijken niet alleen naar massa, maar ook naar kwaliteit en goede verteerbaarheid. Alles moet optimaal zijn, anders kun je de productie niet halen.’
Al het overige voer komt van ABZ Diervoeding. Bij de verhuizing naar de Flevopolder koos André voor ABZ Diervoeding, omdat die dichtbij zat en de prijs gunstig was. Eenmaal in Brabant is er nog even een uitstapje geweest, maar kwam ABZ weer dichtbij door de fusie van Brameco·Zon en Arkervaart. ‘ We hadden altijd maatvoer en dat kregen we bij die ander niet. Daarom zijn we ook weer teruggegaan naar ABZ.’ Dat de productie nog steeds goed is, laat de laatste MPR mooi zien: 36,8 kg melk, 4,32 % vet, 3,52 % eiwit en BSK 55,9.
Productiegegevens melkveehouder Boekhorst
aantal koeien | 87 |
kg melk | 11.590 |
% vet | 4,04 |
% eiwit | 3,43 |
kg vet | 468 |
kg eiwit | 398 |
NO | 2.848 |