Goed voer mengen van A tot Z. Dát is waar ABZ Diervoeding met u aan wil werken. Wanneer u een voermengwagen gebruikt, is deze machine het hart van uw bedrijf. Van het snijvlak aan de kuil tot aan het voerhek zijn er meerdere kritische of juist succesfactoren. Wees kritisch op uw voermengsel en blijf werken aan verbetering. Het mooie is: u kunt zelf uw voermengsel beoordelen aan de hand van koe- en voersignalen.
Voorkom voerselectie
Het belangrijkste punt bij goed voer mengen is het voorkomen van voerselectie door de koe. Voerselectie is funest voor de gezondheid en productie van iedere individuele koe. Het uitselecteren of juist het ontbreken van fijne voerdeeltjes in het voermengsel brengt het rantsoen uit balans. Dit zorgt vervolgens voor problemen zoals bijvoorbeeld ketose bij verse koeien, witte lijnontsteking en vervetting. Groot voordeel van een rantsoen waarin alle voerdeeltjes goed aan elkaar zijn gehecht, is de constante productie en de toename van rust in de koppel. Door het ontbreken van zoekgedrag is er meer tijd voor liggend herkauwen.
Meer over voerselectie m.b.v. koesignalen
Zoek- of graasgedrag?
Van nature zijn geiten zoekers en koeien grazers. Ziet u bij uw koeien zoek- of graasgedrag aan het voerhek? Bij zoekgedrag proberen koeien voerdeeltjes uit het mengsel te zoeken en ontstaan zoekgaten. Telkens gaan koeien bij het aanschuiven van het voer opnieuw zoeken waardoor er meer onrust in de koppel is. Bij graasgedrag nemen koeien flinke maaltijden in korte tijd en wordt van boven naar beneden aan het voerhek gevreten. Er ontstaat een dijk voor het voerhek.
Hebben uw koeien schone neuzen
Kijk goed naar de neuzen van de koeien die aan het vreten zijn. Wanneer vooral de krachtvoerdeeltjes goed plakken aan het ruwvoer zullen de neuzen van de koeien schoon blijven. Zijn er koeien aan het selecteren? Ze verraden zich door hun vieze en stoffige neuzen. Op de onderstaande foto ziet u een voorbeeld: de rechter koe kan duidelijk krachtvoerdeeltjes selecteren uit het voermengsel.
Voerbal
Maak direct na het voeren een bal van het voermengsel. Lukt het u om een bal te maken die op uw vlakke hand iets uit elkaar veert? Dan weet u dat de hechting van de voerdeeltjes in het voermengsel voldoende is. Dat de bal op uw vlakke hand iets uit elkaar veert, geeft tegelijkertijd aan dat er in het rantsoen voldoende structuur zit.
Restvoer
Bij goed voer mengen is het verschil tussen de voerrest en het vers voermengsel minimaal. Bekijk de voerrest en het voermengsel en let op de kleur en samenstelling. Bij scherp drogend weer is dit natuurlijk lastiger, omdat het voermengsel dan gedurende de dag wat uitdroogt.
Managementzeef
Steeds meer melkveehouders zeven zelf de mest van de koeien met de driedelige mestzeef en gebruiken onze 3VA-score voor het sturen van het rantsoen. De grove of bovenste zeef noemen wij ook wel de managementzeef. Is de zeefrest uit de grove zeef te groot, dan kan dat duiden op fouten in het (voer) management. Er is dan vaak sprake van te weinig structuur in het rantsoen en/ of voerselectie. Ook kan de gebruikte structuurbron of moeilijk verteerbare graskuil te weinig gesneden zijn door te krappe mengtijd of het ontbreken van goed werkende messen in de voermengwagen.
‘Is de zeefrest uit de grove zeef te groot, dan kan dat duiden op fouten in het (voer)management’.
Pensvulling
Naast het mestzeven is de uiterlijke beoordeling van de mest van de koeien natuurlijk ook al zinvol. Ziet u veel verschil in mestdikte tussen koeien in hetzelfde lactatiestadium? Dan is vaak het opgenomen rantsoen ook verschillend. Hetzelfde geldt voor de pensvulling. Ongeacht de hoeveelheid voerrest of voertijd moet deze 24/7 score 4 (schaal 1 t/m 5) zijn. Bij een te lage pensvulling ziet u ‘de gevarendriehoek’.
(Extra) water
Om voerselectie te verminderen is het van belang een droge stof gehalte van het voermengsel aan te houden van 35 – 38%. Eventueel kunt u dit realiseren door het toevoegen van water aan uw voermengsel. Let op dat vooral bij scherp drogend weer het droge stof gehalte van het opgenomen rantsoen zomaar een paar procent hoger kan zijn dan berekent of verstrekt. Juist in de zomer met oplopende temperaturen kan een rantsoen met toegevoegd water erg snel gaan broeien. Op dat moment is het verstandig om juist de hoeveelheid water te verhogen en Selko-TMR te gebruiken als broeiremmer (2 liter per ton voermengsel). In een vochtiger voemengsel zit minder zuurstof waardoor gisten minder snel tot ontwikkeling komen.
Goed voeren van A tot Z/ dat loont
Aan de hand van uw bevindingen kunt u uw rantsoen en mengproces aanpassen. In de praktijk blijkt dat op elk bedrijf weer andere aanpassingen nodig zijn. Dit is afhankelijk van de aard van het rantsoen, maar ook van het type voermengwagen en manier van in- en uitkuilen. Uiteraard willen wij u met raad en daad terzijde staan.
Heeft u vragen over voerselectie?
Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag!
Team rundvee