Door vervanging van graskuil door vers gras krijgt de koe plotseling een groter aanbod van onverzadigde vetzuren binnen. Vooral in het voorjaar bevat het verse gras veel onverzadigde vetzuren. Deze hebben een remmend effect op de melkvetaanmaak in het uier van de koe. De combinatie van daglicht x daglengte x eiwitaanbod uit vers gras stimuleert sowieso al de literproductie. Stimuleer daarom het vetgehalte in de melk door op tijd te schakelen naar ABZ Fat HC16.
Langzamere passage stimuleert vetgehalte
De meest gezonde en efficiënte bron van vet in de melk is (de naam zegt het al) de boterzuur- en azijnzuurproductie in de pens. Een koe maakt boterzuur en azijnzuur uit fermentatie van suiker en celwanden. Tot aan de langste dag bevat het verse gras veel suiker door de vaak nog koudere nachten en lage luchtvochtigheid (licht!). Een langzamere passage stimuleert de boterzuurproductie en zorgt voor een volledige omzetting naar vetzuren die ingebouwd kunnen worden in melkvet. Voer dan ook naast het snelle verse gras genoeg vezels bij waardoor de boterzuurproductie zo goed mogelijk op peil blijft. Denk hierbij ook sojahullen die zich goed laten mengen in het voermengsel.
ABZ Fat HC16 voeren
Op dit moment is het melkvetgehalte in het algemeen nog hoog. Om het rendement van vet voeren te behouden in het weideseizoen kunt u eventueel schakelen naar ABZ Fat HC16 in plaats van ABZ Fat HC18. ABZ HC16 bevat ongeveer de twee keer zoveel C16:0 in vergelijking met ABZ Fat HC18. Juist de C16:0 vetzuren stimuleren de gehaltenproductie.
Vetzuren op uw tankmelkoverzicht
Hieronder ziet u twee voorbeelden van een tankmelkoverzicht met groot verschil in vetgehalte en ook in de verhouding van de vetzuren. Let op: de getallen onder de vetzuren geven de percentages aan van de onderlinge verhouding van de belangrijkste vetzuren in het melkvet.


Wat te doen?
- Zorg allereerst voor een veilige passage van het rantsoen door voldoende vezels te voeren naast het verse gras.
- De gehaltenproductie kan worden gestimuleerd door het voeren van bestendig vet.
- Blijf ABZ Fat HC18 voeren wanneer dat op dit moment resulteert in een hoge literproductie met goede gehalten.
- Schakel in overleg met uw rundveespecialist naar ABZ Fat HC16 wanneer begonnen wordt met vers gras in het rantsoen.
- Kijk ook naar de samenstelling van het vet op uw tankmelkoverzicht. Een C16 in uw tankmelk van 33% toont aan dat op dat moment C16-vetzuren voldoende uit rantsoen en fermentatie aanwezig zijn voor de vorming van melkvet (voorbeeld 1). Zodra er vers gras in het rantsoen komt zal het % C16 al snel dalen naar lager dan 33%.
- U kunt ook bestendig vet voeren als onderdeel van Lactograan. Klik hier > voor meer informatie over Lactograan.
Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met één van onze rundveespecialisten. Zij helpen u graag!
Contact team rundvee >