Bij het voeren van de graskuilen van dit jaar zijn er een aantal verborgen risico’s of onverwachte effecten. Er schuilen ‘addertjes in het gras’. Op basis van de kuilanalyse zou je wellicht anders verwachten dan wat in werkelijkheid gebeurd.
1. VEM is laag, maar hoeveelheid pensenergie is meer dan je denkt. Veel junikuilen hebben een erg lage VEM voor een 1e snede. De erg lage VEM wordt ook beïnvloedt door het lage ruw eiwitgehalte van de graskuilen. Bovendien is het gras door het koude weer minder verhout dan dat je zou verwachten. De hoeveelheid pensenergie valt daarom vaak mee en in veel gevallen moet er ook een klein beetje effectieve prik worden bijgevoerd om de koeien beter te laten herkauwen. Bijvoorbeeld 0,2 – 0,4 kg Rapsody (koolzaadstro). |
|
2. NH3% is hoog, maar conservering is prima verlopen. Veel melkveehouders hebben een junikuil met een hogere ammoniakfractie dan verwacht, bijvoorbeeld 8% of nog hoger. Ammoniak is een gevolg van het fermentatieproces in de graskuil waardoor de pH van de graskuil daalt totdat deze stabiel is. Er is altijd wat eiwit nodig voor dit proces. Dit jaar is het ruw eiwitgehalte van de graskuil zo laag dat een klein beetje afbraak al snel leidt tot een hoger percentage ammoniak. In grammen per kg droge stof is de hoeveelheid vaak juist nog heel klein. 10% NH3 bij een eiwitarme kuil kan net zoveel zijn als 5% bij een eiwitrijkere kuil. |
|
3. Deeltjeslengte is niet mee genomen in de verzadigingswaarde (VW). ABZ Diervoeding rekent al jaren met het nieuwe koemodel voor de voorspelling van de voeropname van uw koeien. Hierbij wordt uitgegaan van de VW van elk voedermiddel. Dit jaar zien we bij de graskuilen een enorme variatie in VW van 0,98 tot 1,20. De opname van droge stof kan alleen al op basis van de verzadigingswaarde tegenvallen. In de praktijk zien we echter veestapels die juist wel heel veel van de graskuil opnemen. Vaak is de deeltjeslengte van het gras hierbij heel erg bepalend. Wel of niet gehakseld, wel of niet gesneden in een voermengwagen, gefreesd of gehapt: het maakt in 2021 heel veel uit voor de opname van de droge stof terwijl dit niet voorspeld wordt op uw kuilanalyse. |
|
4. Suiker helpt wel. In Hemelvaartskuilen kan het suikergehalte erg laag zijn door verbruik van suiker door melkzuurbacteriën tijdens het inkuilproces. In junikuilen kan het suikergehalte tegenvallen vanwege de al wat warmere nachten begin juni. Ook bij een hoger maïsaandeel of bijvoorbeeld bij het mengen van najaarsgras kan maar zo het suikergehalte tegenvallen. Suikers zijn echter een belangrijke voedingsbron van tal van pens bacteriën die meehelpen om de grote hoeveelheid celwanden om te zetten in energie en eiwit voor melkproductie. Zorg naast voldoende eiwit ook altijd voor voldoende suikers om maximaal melk te halen uit uw ruwvoer. |
|
5. Voerselectie bij combineren. Combineren van verschillende kwaliteiten graskuil is de manier om zo weinig mogelijk met krachtvoeraankoop te hoeven bij sturen. Pas echter op voor voerselectie en daardoor een ander opgenomen rantsoen dan het berekend rantsoen. Let op laadvolgorden en mengtijd en laat eventueel de homogeniteit controleren door middel van onze schudbox. Weeg bij verschillende lagen deze afzonderlijk zodat elke dag dezelfde kg’s per laag gevoerd worden. |
|
6. Junikuil uitstekend voor droge koeien? De junikuil is wat betreft voederwaarde uitstekend geschikt voor droge koeien. De hoeveelheid ruw eiwit, suiker en kali is prima. In veel gevallen is echter de hoeveelheid fosfor erg ruim. Voer 2 kg Droogstandsbrok Katapult naast 100% junikuil. De Droogstandsbrok verlaagd de hoeveelheid fosfor in het rantsoen en zorgt voor de nodige voorziening van alle (spoor)elementen. Bij een erg laag ruw eiwitgehalte in de junikuil (minder dan 12%) kunt u het beste kiezen voor 2 kg Droogstandsbrok Paraat. |
|
7. Afwijkende graskuil kan gevolgen hebben voor uw mestboekhouding Wanneer uw graskuil in het afgelopen seizoen gemiddeld een lager ruw eiwitgehalte heeft, wordt in de kringloopwijzer ook het opgenomen verse gras uit beweiden en stal voeren mee gerekend met een lager ruw eiwitgehalte. Hierdoor kan een BEX over 2021 gunstiger uitpakken wat betreft N. Dit jaar is het fosforgehalte in de kuilen echter hoger dan verwacht. Wanneer er flink gecorrigeerd wordt voor eiwit in het rantsoen met fosforrijke producten zoals raap- en sojaschroot komt de (aan)gevoerde fosfor wel flink hoger uit. Overleg met uw rundveespecialist of dit op uw bedrijf ook gevolgen heeft voor de hoeveelheid mestafvoer, grondgebondenheid etc. Bedenk dat in veel gevallen de meeste graskuil die is aangelegd, wordt gevoerd in het komende kalenderjaar. |
Wilt u met ons sparren over de eventuele addertjes in uw gras?
Neem dan contact op met onze rundveespecialisten. Ook als u andere vragen heeft over het voeren uit graskuilen helpen zij u graag!
Team rundvee