‘De voerprijs per 100 kilo moet niet leidend zijn bij de aankoop van voer. Het gaat om het eindresultaat. In ons geval zo veel mogelijk kilogrammen eieren rapen met zo laag mogelijk kosten’, zegt Alex Visch. De leghennenhouder, die zelf zijn voer maalt en mengt, presenteert 9 september zijn visie op de thema-avond Voeding georganiseerd door Pluimveeweb.
Visch (42) houdt 163.000 scharrelhennen in twee dubbelstallen in ’t Harde (GD) en heeft een kleine 100 hectare akkerbouw. Hierop verbouwt hij onder meer tarwe voor zijn eigen hennen. De familie begon in 1996, als één van de eerste pluimveehouders in Nederland, met zelf malen en mengen van voer. „We zijn begonnen met het mengen van corn cob mix (CCM) door het kernvoer om de voerkosten te verlagen. Bovendien heeft CCM een gunstige invloed op de darmgezondheid.”
Visch ervaarde dat hij maximaal 15 procent CCM kon voeren. ‘Meer dan 15 procent CCM trekt ons Bridolay voersysteem niet. Dan heb je heel vaak storingen.’ Enkele jaren geleden stopte hij met het bijmengen van CCM. Tijdens de thema-avond legt hij uit waarom. Nu mengt Visch gemaalde korrelmais, gemaalde tarwe en sinds 2018 ook kalksteentjes door het kernvoer.
Hij startte in 2018 met splitfeeding door ’s morgens een eiwit- en energierijk ochtendvoer te voeren en ’s middags een calciumrijk middagvoer. Dit bracht echter niet het gewenste resultaat. In overleg met zijn voerfabrikant paste hij de voersamenstelling daarna weer aan.
Lagere voerkosten
Het grootste voordeel van zelf malen en mengen, vindt Visch de lagere voerkosten. Door dagelijks de voergrondstoffenmarkten en prognoses te volgen, probeert hij op het juiste moment in te kopen. ‘Ik wacht nooit tot het laatste moment met inkopen. Een prijs kan zakken maar ook stijgen. Daarom koop ik grondstoffen in als ik de prijs acceptabel vind.’ Hij koopt zijn grondstoffen van vaste afnemers die een goede naam hebben. ‘Op een goedkoop aanbod van een louche handelaar ga ik niet in.’
Hij koopt kwalitatief goede grondstoffen. „Ik koop altijd Nederlandse tarwe uit de Flevopolder. Op klei mogen akkerbouwers iets meer mest gebruiken dan op zandgrond. Daardoor zit er iets meer eiwit in de tarwe. Dat betaalt zich uit. Ik betaal daar liever 20 cent meer voor per 100 kilo dan dat ik goedkopere Duitse tarwe koop. Daar zit namelijk veel kaf, steentjes en andere rommel in.”
Dat sluit ook aan bij zijn bedrijfsfilosofie. ‘Kwaliteit is leidend. Onze eierkwaliteit moet altijd goed zijn zodat je interessant voor afnemers bent. Daar passen we onze voersamenstelling ook op aan.’ Benieuwd naar zijn werkwijze en filosofie op voer? Bezoek dan de Pluimveeweb thema-avond Voeding woensdagavond 9 september in Barneveld.