De onbehandelde hennen op pluimveebedrijf Van Zetten in Zeewolde krijgen zelfgemengd voer. Steeds meer gebruikelijk voor een pluimveehouderij. Niet zo gangbaar is dat de scharreleieren van het bedrijf in eigen huis worden gesorteerd en verpakt. Daarom krijgt ook de hygiëne op het bedrijf veel aandacht.
Het productiebedrijf in Zeewolde is geen familiebedrijf, maar onderdeel van Eierhandel Van Zetten BV in Ommeren. Eigenaar Roel van Zetten heeft in Ommeren een groot sorteer- en pakstation voor de eierhandel. Behalve handel in eieren van vrije producenten, heeft Van Zetten een aantal contractbedrijven, voornamelijk in Duitsland, en twee eigen productiebedrijven: één in Duitsland en dit bedrijf in Zeewolde. Het grootste deel van de handel gaat naar Duitsland. De dagelijkse werkzaamheden op het bedrijf in Zeewolde gebeuren onder eindverantwoordelijkheid van Yuri de Bruin (28). Krijn Breen (52) is senior begeleider over alle legbedrijven. Naast Yuri werken nog twee fulltimers op het bedrijf en rapen twee parttimers de eieren.
Nieuw
Het bedrijf in Zeewolde is vier jaar geleden gestart op een locatie waar voorheen een melkveehouderij was. Alles is in één keer opgezet met de nieuwste technieken. Het werden vier stallen naast elkaar, elk 2.500 m2 groot: drie scharrelstallen en één freilandstal met 14 ha uitloop, voor in totaal 170.000 leghennen. Ze hebben alle een identieke volière-inrichting van Big Dutchman en zijn voorzien van warmtewisselaars. De stallen hebben bolle vloeren met mestschuiven langs de buitenmuren. Ideaal, want door ze ’s ochtends te laten werken, zijn er minder grondeieren. ’s Avonds worden ze aangezet om vooral de jonge hennen, die het volièresysteem nog niet kennen, van de kant af te halen. De scharreleieren van dit bedrijf worden geproduceerd voor de Nederlandse markt en op het bedrijf zelf verpakt. De freilandeieren gaan om logistieke redenen direct weg en via het pakstation in Ommeren naar Duitsland.
Onbehandeld
Omdat het bedrijf twee productiemethoden heeft – scharrel en freiland – moet het twee kleuren eieren hebben. Daarom werken ze met Dekalb White en Bovans Brown. De 35.000 freilandhennen zijn altijd onbehandeld geweest, de scharrelstallen zijn onlangs omgeschakeld. De laatste koppel onbehandelde hennen zijn in september gekomen. De benodigde aanpassingen in de stal waren slechts pikstenen plaatsen en luzerne verschaffen.
De omschakeling ging perfect en er zijn nauwelijks problemen, zegt Krijn Breen: “Qua lichtschema moet je iets alerter zijn om pikkerij te voorkomen. We hebben in Duitsland al meer dan tien jaar ervaring met onbehandelde hennen, omdat het daar al eerder verplicht was en omdat we op onze contractbedrijven veel biologische hennen hebben. We wisten dus wat ons te wachten stond.”
Zelf mengen
De hennen krijgen kernvoer waar het bedrijf zelf mais (50%) en kalksteentjes (8 tot 10%, afhankelijk van de leeftijd) door mengt. Dat doen ze om de kostprijs te drukken. De kostenbesparing zit hem vooral in het uitsparen van bewerking in de fabriek zoals malen en mengen, omdat de grondstoffen rechtstreeks worden aangevoerd. Het kernvoer bestaat uit de eiwitcomponenten en de vitamines en mineralen inclusief tarwe, met eigen specificaties. Op het bedrijf staan twee voerunits met per unit drie doseersilo’s, inclusief zeef en molen. Krijn: “Je kunt het meest verdienen door de grootste grondstof los aan te voeren. Zo is het zelf mengen van maïs ontstaan.”
Twee scharrelstallen krijgen kernvoer en grondstoffen van ABZ Diervoeding, de andere twee stallen van een andere leverancier. Die tweedeling is er sinds 2017. Ze kwamen er met de toenmalige leverancier niet helemaal uit en besloten een tweede voerleverancier ernaast te zetten. “Puur om elkaar scherp te houden, voor vergelijk en concurrentie”, verklaart Krijn. “Dat het ABZ Diervoeding is geworden, heeft een praktische, logistieke reden: het zit op een afstand van 25 km. Maar daarnaast is het puur de kwaliteit.”
Het zelf mengen bevalt goed. “Wij doseren charges van 30 kg op de weger en malen onze grondstoffen. Vrij eenvoudig en low budget. Er is geen menger; de vijzel doet het werk en dat gaat boven verwachting goed. De vijzel pakt eerst het aanvullend voer, dan de maïs en als laatste de kalksteentjes. Volledig geautomatiseerd.”
Hygiëne
Vanwege het pakstation gelden er extra regels omtrent de hygiëne, die strikt worden nageleefd. De hygiënestatus van het bedrijf is dan ook erg hoog. Rond het bedrijf staan elektronische hekken. Een auto komt niet ongezien het erf op. Wie de gebouwen betreedt, moet eerst de schoenen ontsmetten. Bij binnenkomst worden de eigen schoenen ingewisseld voor schoeisel van het bedrijf, ook al komt de bezoeker niet verder dan de kantine. Voor bezoekers die ook de stallen binnengaan, is er een douche. “Stalbezoek proberen we te minimaliseren en gebeurt alleen bij strikte noodzaak”, licht Krijn toe. Ook binnen het bedrijf is veel aandacht voor hygiëne. Zo heeft elke stal zijn eigen laarzen en overalls.
Bij dreiging van vogelgriep of een andere besmettelijke ziekte, schalen ze het hygiëneprotocol op. “Omdat wij zelf voer mengen, krijgen we vaak grondstoffenwagens op het erf. Bulkwagens doen wel aan wielontsmetting, maar grondstofwagens bijna nooit. Daarom hebben we in kwetsbare tijden ontsmettingsrollen voor de poort liggen, speciaal voor vrachtwagens. En dat functioneert goed.”
Een ander puntje van hygiëne is de ondergrondse kadaverkoeling aan de weg. Vier jaar geleden waren ze hiermee één van de eerste bedrijven. “Het is een duur ding, maar het werkt fantastisch. Je hebt geen gesleep met een bak. De grondtemperatuur koelt gedeeltelijk, maar niet genoeg; er zit een koelunit op. Eén keer per week komt de Rendac de kadavers en de struif halen.”
Toekomst
Bijzondere plannen voor de nabije toekomst zijn er niet. Het bedrijf leent zich goed voor vergelijkende proeven met bijvoorbeeld voersamenstellingen. Ze streven naar een langere levensduur van de hennen. De bruine hennen worden zo’n 80 weken oud, de witte 90 weken. “Wellicht gaan we naar de 100 weken toe. Niet de teruglopende productie maar de kwaliteit van de eieren is voor ons reden om de hennen weg te doen. Wij zijn een eierhandel en een pakstation, maar geen brekerij. Wij maken alleen tafeleieren. Bij ons geldt maar één ding: zo veel mogelijk eerste soort eieren. Daarom ligt de grens bij ons nu nog echt op 90 weken.”
Videobeelden bij pluimveehouderij Van Zetten