Een goede broedeikwaliteit is altijd cruciaal. De marktomstandigheden zijn verslechtert en het aanbod van broedeieren is wereldwijd toegenomen. Een ruimere keuze maakt dat er automatisch kritischer naar kwaliteit wordt gekeken. Aangezien Nederland veel broedeieren exporteert moeten wij ervoor zorgen dat de eieren aantrekkelijk zijn en blijven. Belangrijke zaken die hierbij spelen zijn schone broedeieren, een goede schaalkwaliteit, goede bevruchting en zorgen voor een goede kuikenkwaliteit.
Een broedei dient er goed uit te zien. Eieren die te groot, te klein, ribbelig of misvormt zijn, zijn niet geschikt om te broeden. Vieze eieren zijn ook niet geschikt om te gebruiken als broedeieren. Ook het schoonmaken van eieren vermindert echter de kwaliteit, dus belangrijker dan schoonmaken is voorkomen dat ze vuil worden. Bij het schoonmaken van broedeieren verwijder je de natuurlijke beschermlaag van de eieren, waardoor er tijdens het broeden bacteriën kunnen binnendringen. Om vieze eieren te voorkomen, is het belangrijk dat nesten en met name nestmatten schoon zijn, de eieren in het nest gelegd worden en dat er kritisch geselecteerd wordt bij de eierinpakker. Bij de eierinpakker is het belangrijk om erop te controleren dat er geen veren op de eieren zitten, de stempeling duidelijk zichtbaar is en een goede puntzetting plaatsvindt. Op de schaal van een vervuild broedei zitten veel micro-organismen. Hierdoor is er een behoorlijke kans dat er door het afkoelen van het ei (waardoor de inhoud krimpt) pathogenen zoals bacteriën en schimmels door de poriën van de schaal naar binnen worden gezogen. Deze binnengedrongen bacteriën en schimmels kunnen eibederf, kiemsterfte en het risico op klapeieren veroorzaken.
Eischaalkwaliteit
Schaalkwaliteit is belangrijk voor de kwaliteit van broedeieren. De kwaliteit van de eischaal wordt onder meer bepaald door voeding en stress, maar ook door genetische aanleg, stalklimaat en ziektes. Voor een goede eischaalkwaliteit is de benutting van de calciumbronnen uit het voer van belang.
Vooral in de tweede helft van de legperiode loopt de calciumbenutting terug. Door te schakelen naar een volgende fase wordt op deze calciumbehoefte ingespeeld.
Bewaren van broedeieren
Bij het bewaren van de eieren zijn met name de tijd, temperatuur en de luchtvochtigheid van invloed op de broedresultaten. In warmere perioden kunnen de eieren het best meerdere malen per dag geraapt worden. Direct daarna moeten ze op een koele plaats bewaard worden. Wanneer het te warm wordt bewaard, bestaat de kans dat de ontwikkeling van de kiemcel begint. Een eierschaal is poreus en in een (te) droge omgeving zal er vocht uit het ei gaan verdampen. Daarom het advies de eieren in een vochtige omgeving (+/- relatieve vochtigheid van 60%), met een constante temperatuur (+/- 17°C) te bewaren. Broedeieren kunnen enkele weken bewaard worden, echter hoe ouder de eieren zijn, hoe minder de kiemkracht en hoe lager de broedresultaten. Verse eieren ontwikkelen zich beter in de broedmachine dan oudere eieren.
Wilt u meer informatie over broedeikwaliteit? Neem dan contact op met onze pluimveespecialisten.