We hebben onze ruwvoerdemo’s, 12 bijeenkomsten in totaal, door heel Nederland net achter de rug. In de gesprekken bij het onderdeel ‘het nieuwe bemesten’ werd duidelijk dat veel veehouders nog zoekende zijn hoe volgend jaar om te gaan met de situatie zonder derogatie.
De wens blijft onveranderd: veel tonnen droge stof met voederwaarde blijven oogsten!
Diergezondheid, productie en voerkosten hangen veelal samen met de kwaliteit en hoeveelheid van uw ruwvoer. Bij ABZ geven we dat weer met de Voedingspyramide:

Mogelijkheden die werden genoemd om bij de scherpere gebruiksnormen te komen tot kwalitatief hoogwaardige ruwvoeropbrengsten; preciezer bemesten (moment en plaats), aanvoeren van organisch materiaal en (meer) gebruik maken van vlinderbloemigen (o.a. klavers). Ook het bewuster kiezen van de kunstmestsoort en hoe deze in te zetten lijkt mogelijkheden te bieden.
Maatwerk per bedrijf
Waar de een denkt aan gras(klaver) afwisselend te telen met snijmaïs, dacht een ander aan grondruil met een akkerbouwer. De laatste optie past echter niet in elke streek even goed, daarom zal het ook maatwerk zijn per bedrijf.
Grondmonsters nemen blijft belangrijk voor fosfaatruimte
Op percelen met een arme, lage, neutrale, of ruime fosfaattoestand mag, indien bemonsterd, meer fosfaatplaatsingsruimte worden berekend in het bemestingsplan. Hierdoor kan het steken van grondmonsters voor bepaalde bedrijven nog positief zijn omdat ze anders mogelijk vastlopen op fosfaat in plaats van stikstof. Daarnaast is de hoogte van de fosfaatgebruiksnorm bepalend voor de hoeveelheid fosfaat welke er verwerkt moet worden op het bedrijf.
Als derogatie in 2026 niet terugkeert, kan dit invloed hebben op het gewenste bouwplan. Wijziging van gewassen kan van invloed zijn op eventuele vrijstellingen. Bedrijven die tot dit jaar derogatie hebben aangevraagd, hebben automatisch vrijstelling gekregen op de GLMC 7. GLMC 7 staat voor een onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) dat verplicht is voor elke agrarische ondernemer met grond.
Wat zijn de 3 eisen van GLMC 7?
- Elk jaar teelt u op minimaal 1/3 van uw bouwland een ander hoofdgewas (andere gewascode) dan het jaar ervoor, of u kiest voor een andere volgteelt na de hoofdteelt. Dit geldt voor het totale areaal bouwland, inclusief vrijgestelde delen.
- Elk perceel heeft minstens eens per 4 jaar een ander gewas als hoofdteelt.
- Op zand- en lössgrond moet u tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2027 minimaal één keer een rustgewas als hoofdteelt telen óf een combinatie van rustgewassen.
Wilt u voorkomen dat u in 2026 moet voldoen aan de eisen van GLMC 7 dan zult u gebruik kunnen maken van de volgende vrijstellingen:
Vrijstellingen voor norm 1 en 2 op bedrijfsniveau:
- Meer dan 75% van uw bouwland bestaat uit tijdelijk grasland, braakliggende grond en/ of vlinderbloemige gewassen.
- Meer dan 75% van uw totale landbouwgrond wordt gebruikt voor blijvend grasland, tijdelijk grasland of natte teelt.
Deze vrijstelling zorgt ervoor dat bedrijven niet verplicht zijn om jaarlijks gewassen te wisselen op 1/3 van het bouwland, noch om op ieder perceel elke vier jaar een ander hoofdgewas te telen.
Afwisselend grasklaver en snijmaïs als optie
Bij intensieve bedrijven die het graag simpel willen houden, zou grasklaver afwisselend met de teelt van snijmaïs daarom een prima optie kunnen zijn. Advies om in deze rotatie het grasklaver wel altijd minimaal 2 jaar oud te laten zijn bij scheuren, grasland vernietigen kost u immers 65 kg N/ha. Een grasklaver zode van 1 jaar levert slechts 50 kg N. Een grasmat van 2 jaar oud levert 100 kg N, een mat van 3 jaar of ouder zelfs 130 kg N!
Bij de keus om meer dan 25% van uw areaal als akkerland te gebruiken (maïs vraagt 1/3 van de rundveedrijfmest gift per te oogsten ton ds t.o.v gras) zou onderstaand als voorbeeld kunnen dienen.
| 2 jaar maïs | wintergraan | 4 jaar grasklaver |
| 30% areaal | 10% areaal | 60% areaal |
| 1e jaar: 15 M3 rvdm en 2e jaar: 45 M3 rvdm | 0 M3 rvdm | 55 M3 rvdm |
[Bron: Groeikracht]
Ruwvoerteelt vraagt steeds nadrukkelijker om een goede planning
In alle gevallen geldt voor een ieder van u: ‘Falen in de voorbereiding = voorbereiden op falen‘. Ruwvoerteelt vraagt steeds nadrukkelijker om een goede planning. Onze rundveespecialisten zijn uitgerust met een Excel rekentool om u te helpen bij het maken van een praktisch bemestingsplan. Uiteraard kunt ook altijd een beroep doen op specialisten van team Plant & Teelt.
Contact team rundvee > Team Plant & Teelt >