Wij zetten alle actuele tips voor het klaarmaken van het maïsland en het inzaaien van de maïs op een rij. We bespreken ook de situatie van verplichting rustgewas, vernietiging van grasland of groenbemester. Uiteraard vindt u hieronder ook praktische tips voor het mooiste zaaibed en de bijpassende bemesting voor het jonge maïsplantje.
Waar teel ik mijn maïs dit jaar?
Op de zand en lössgronden stelt de wetgever u verplicht om eens in de 4 jaar (periode 2023 t/m 2026) een rustgewas te telen. We merken dat veel veehouders na 2 jaar maïsteelt (2023 en 2024) kijken hoe aan deze verplichting invulling te geven. In een deel van de gevallen gaat de gedachte naar een ultravroeg snijmaïsras gevolgd door een onbemest rustgewas (bijvoorbeeld grasklaver). Anderen kiezen voor de teelt van een mengteelt met een rustgewas (bv. Sorghum-Maïs mix). Ook bestaand grasland scheuren om daar maïs te telen is een optie, zodat op het vorige maïsland (reeds) nieuw ingezaaid gras (of nog in te zaaien) kan worden geteeld. Maak een plan om binnen de wettelijke eisen te blijven en om maximaal rendement van uw percelen te halen. Uw rundveespecialist of uw geitenspecialist weet wat past in uw situatie.
Vernietiging gras
Grasland vernietigen voor maïsteelt vraagt idealiter om tijdig doodspuiten van het grasbestand (kijk goed naar de voorwaarden van uw melkverwerker of dit wel is toegestaan). Vervolgens dient de zode goed kapot te worden gemaakt door spitten of schijveneg bewerken en aansluitend ploegen. Des te eerdere de mineralisatie kan starten, hoe eerder de mais daar van kan profiteren. Een goed vernietigde oude graszode levert 100 kg N, 40 kg P2O5 en 95 kg K2O in het 1e jr van vernietigen. Hier kan dan ook flink op de bemesting worden bespaard! Veelal volstaat na scheuren een bemesting met 15-20M³ rundveedrijfmest en een maïsmest in de rij.
Eerst een snede maaien?
Als er een mooi kwalitatief gewas op het perceel staat en de weersomstandigheden gunstig zijn, zullen weinigen de verleiding kunnen weerstaan. Het kan zeker goed uitpakken, maar houdt in gedachten dat u voor de maïsteelt waardevolle organische stof en voedingstoffen van uw perceel haalt. Besluit u eerst een snede te maaien? Dan komt u met uw grondbewerkingen dichter op het zaaimoment. Het is goed om rekening te houden met het feit dat een zode die net begint met verteren ook stikstof gebruikt. Dus geef in dat geval wat extra stikstof mee in de rij.
Tip: Maak ronde balen van uw 1e snede voor de maïs. Deze zijn vaak super smakelijk en suikerrijk om vanaf de langste dag aan uw koeien of uw geiten bij te voeren.
Vernietiging vanggewas
Bij maïs na maïs telen staat er op de zand en lössgronden (verplicht) een vanggewas, maar ook op de klei komen we vanggewassen tegen. Ook deze dient tijdig te worden vernietigd (loof van de wortels) zodat ook hier de maïs maximaal kan profiteren van de nalevering aan nutriënten. Een goed geslaagde groenbemester levert 19 kg N, 11 kg P2O5 en 76 kg K2O. Het te laat inwerken, zeker van een massaal vanggewas, belemmert de start van de maïs en onttrekt veel vocht en kan een storende laag creëren. Belangrijk: het vanggewas moet volledig vernietigd zijn, zodat er geen hergroei plaatsvindt wanneer de maïs gezaaid is.
pH maïsperceel op orde?
We streven een pH van 6,0 na in verband met de beschikbaarheid van aangeboden meststoffen. Houd rekening met het moment van bekalken t.o.v. moment van bemesten; advies is om hier minimaal 2 weken tussen te laten. Bedenk ook dat een grondanalyse o.b.v. grasperceel tot 10 cm diep werd genomen en u nu voor maïs naar een bouwvoor gaat van 25 cm. In de praktijk blijkt dat in de onderlaag de pH maar zo 0,5 punt lager kan liggen!
Rotatieteelt met grasklaver
In een experiment bij Groeikracht werd mest en kunstmest bespaard door maïs in combinatie met grasklaver te telen; 3 jaar grasklaver, 2 jaar maïs en 1 jaar wintergerst. Op deze manier kon in het eerste jaar na de grasklaver een groot gedeelte van de drijfmest achterwege blijven. Door de beperkte gift van kunstmest op grasklaver kon extra kunstmest gereserveerd worden voor het grasland. Met name bij NV gebieden op zandgrond is dit een welkome besparing.
Rijenbemesting
In de akkerbouw is het toepassen van GPS techniek niet meer weg te denken, steeds meer loonwerkers investeren in apparatuur voor precisielandbouw. Met onder andere het doel om, de schaarse mest dicht tegen de rij te leggen om de efficiëntie te verhogen (125% t.o.v. breedwerpig strooien).
Een goed zaaibed is van belang
De kwaliteit van het zaaibed is van grote invloed voor de opstart van de maïsplantjes. Om uitdroging te voorkomen is het, zeker op lichte grond, slim om het zaaibed pas vlak voor het zaaien te maken. Zorg voor een vlak, strak zaaibed met een los zaaibed (4-6 cm) tot op zaaidiepte. Zo komt het maïszaad net in de vaste ondergrond te liggen voor voldoende vocht van onderen. Het zaaibed moet voldoende fijn liggen voor een effectieve onkruidbestrijding. De zaaidiepte van de maïs hangt af van het bodemtype en de hoeveelheid vocht in de bodem. Over het algemeen zaait men in zwaardere bodemtypen iets minder diep dan in lichtere gronden.
Zaaiperiode maïs en bodemtemperatuur
Een geslaagde maïsteelt start bij een goede inschatting van de bodemtemperatuur. Voor een vlotte kieming heb je een bodem nodig die bij voorkeur is opgewarmd tot 10C°. Als je zaait onder koudere omstandigheden heb je meer kans op opkomstproblemen door oa. bodemschimmels (Phytium, rhizoctonia) en insecten zoals ritnaalden. Te laat zaaien (na 1 juni) heeft dan weer gevolgen voor zowel opbrengst als kwaliteit. Laat zaaien geeft vaak lange maar zwakke planten met een matige kwaliteit en een lagere opbrengst als gevolg.
Maïsland bemesten
Optimaal bemesten van het maïsland is een uitdaging zeker op de zandgronden en NV gebieden. Wat we weten is wat maïs nodig heeft.
Gemiddelde nutriënten onttrekking snijmaïs per kg droge stof
12 ton droge stof | 16 ton droge stof | 20 ton droge stof | |
Stikstof (N) | 140 kg | 185 kg | 235 kg |
Fosfaat (P205) | 55 kg | 70 kg | 90 kg |
Kali (K2O) | 185 kg | 240 kg | 295 kg |
Magnesium (Mg) | 25 kg | 35 kg | 45 kg |
Borium (B) | 0,15 kg | 0,15 kg | 0,15 kg |
Zink (Zn) | 0,3 – 0,5 kg | 0,3 kg – 0,5 kg | 0,3 kg – 0,5 kg |
Calcium (Ca) | 25 – 40 kg | 25 – 40 kg | 25 – 40 jg |
Voorbeeldsituatie 1: U heeft een perceel maïsland en wilt bemesten voor 16 ton droge stof. Voor dit perceel heeft u 40 m³ drijfmest beschikbaar:
Stikstof (N) kg | Fosfaat (P205) kg | Kali (K2O) kg | |
Behoefte bij 16 ton ds maïsopbrengst | 185 | 85 | 240 |
40 ton rdvm | 92 (40 x 2,3 kg) | 60 (40 x 1,5 kg) | 220 (40 x 5,5 kg) |
Nalevering raaigras groenbemester | 18,5 | 10,8 | 76 |
Tekort | – 74,5 | + 0,8 | + 56 |
175 kg maïsmaster pro 35 (in de rij) | 77 |
In de voorbeeldsituatie is er voldoende fosfaat en kali beschikbaar voor de maïs, er is wel een stikstof tekort. Dit zou kunnen worden opgelost door 175 kg maïsmaster Pro in de rij mee te geven. Dit scheelt een werkgang t.o.v van breed KAS strooien na opkomst en de werkingscoëfficiënt van kunstmest in de rij is beter.
Voor geitenmest gelden andere bemestingswaarden. Uw geitenspecialist kan voor u uitrekenen welke aanvullingen nodig zijn op uw maïsland. De organische stof in deze mest is van grote meerwaarde voor de structuur van de bodem en de maïsopbrengst.
Maïsland zonder mest
Voorbeeldsituatie 2: U heeft een perceel maïsland wat voorheen grasland was en wilt bemesten voor 16 ton droge stof. Voor dit perceel heeft geen drijfmest beschikbaar u maakt geen gebruik van derogatie.
Nawerking oude graszode: 100 KG N 40 kg P2O5 en 95 KG K.
Stikstof (kg) | Fosfaat (kg) | Kali (kg) | |
Behoefte bij 16 ton ds maïsopbrengst | 185 | 85 | 240 |
Nalevering oude zode | 100 | 40 | 95 |
Tekort | – 85 | – 45 | – 145 |
Aanvullen: | |||
200 kg maïsmaster Pro 35 (in de rij) | 88 | ||
100 kg tripelsuperfosfaat (breedwerpig) | 45 | ||
240 kg kali60 (breedwerpig) | 144 |
Binnen derogatie is de situatie voor fosfaatkunstmest anders en zal er gekeken moeten worden naar andere oplossingen voor fosfaat. Bijvoorbeeld door Physiostart P plus granulaat in de rij bij te zaaien; mag binnen derogatie gebruikt worden. Dit zorgt voor een snellere ontwikkeling van de wortels en de haarwortels waardoor de maïsplant beter in staat is de nutriënten als fosfaat uit de grond op te nemen.
Risico’s beperken met humuszuren
Met het beperken van drijfmest wordt ook de voorziening van fosfaat beperkt. Met behulp van Humuszuren kan de efficiëntie van het gegeven fosfaat worden verbeterd. Van de beschikbare fosfor wordt normaal ca 75% vastgelegd door ijzer, aluminium en calcium in de bodem. Humuszuren hebben de eigenschap dat ze calcium en ijzer binden en zo fosfaat beschikbaar te houden. Door een goede fosfaatbeschikbaarheid zullen de wortels zich beter ontwikkelen en zullen andere elementen ook beter opgenomen worden door de maïsplant.
Team Plant & Teelt > Team rundvee >