Door het koude voorjaar hebben we lang moeten wachten voordat we aan het maïsland konden beginnen. Nu is het eindelijk zover. Hieronder een aantal aandachtspunten rondom het zaaien van maïs.
Voor de maïs hoeft het geen probleem te zijn dat het wat later is. Als het zaad er in de maand mei maar in komt en er daarna warmte komt, kan het zelfs nog wel beter zijn. Een goede en snelle start beperkt ook de schade van dierlijke belagers zoals ritnaalden en vogels. Vanaf een bodemtemperatuur van 10 C° verloopt de kieming doorgaans vlot.
Groenbemester geeft ook N, P en K
Op sommige percelen staat er nog een flinke groenbemester die in de meeste gevallen eerst nog gemaaid moet worden. Het is inderdaad verleidelijk om deze te oogsten maar bedenk wel dat de ‘groenbemester’ eigenlijk bedoeld is om de bodem te voorzien van organische stof en voor extra mineralen voorziening. Een flink gewas gras groenbemesting levert namelijk 20 kg Stikstof, 10 kg Fosfaat en 75 kg Kali. Dit kunt u in mindering brengen op de bemesting.
Rijenbemesting
Voordat deze mineralen beschikbaar komen, moet de ‘rest’ plant verteren en dat kost tijd. Omdat deze vertering vlak voor het zaaien in de meeste gevallen begint, kan het botsen met het startende maïsplantje omdat het verteren van de groenbemester ook even veel stikstof vraagt. Een goede bemesting in de rij is dan zeker belangrijk.
Vernietigen en onderwerken
Doel is het loof scheiden van de wortel en de massa goed verkleinen. De gebruikte methode is ondergeschikt. Of vernietiging in één keer lukt, is afhankelijk soort vanggewas en massa. Het onderwerken van het vanggewas doen we het liefst in zo min mogelijk bewerkingen. Elke bewerking leidt tot vochtverlies en dus uitdroging van de teeltlaag. De keuze van de gebruik bewerkingsmachine is afhankelijk van omstandigheden en beschikbare machines. Zorg wel dat de groenbemester of oude zode goed ondergewerkt wordt want de hergroeiende polletjes zijn een niet te onderschatten concurrent voor de startende maïsplant. Telers die de groenbemester in april doodgespoten hebben, lopen dit risico niet.
Zaaidiepte
De zaaidiepte is vaak ook een discussie aan de keukentafel. Om de kans op vogelschade kleiner te maken is het juist belangrijk wat dieper te zaaien (tot maximaal 7 cm). Dan staat het plantje sneller vast en stoppen de vogels snel met plantjes trekken. Voor de werking van Force, tegen de ritnaalden, zou je juist ondieper moeten zaaien omdat anders de ritnaalden het plantje aanvallen boven de dampcirkel van de Force (circa 3 cm rondom het zaadje). De vraag die u zich moet stellen is dus welk risico is hoger: ritnaalden of vogelvraat?
Na het zaaien aanrollen
Het perceel aanrollen na het zaaien is pas nuttig als er scherp drogend weer wordt afgegeven. Daardoor blijft het vocht langer in de grond. In gevallen dat het aanhoudend nat blijft niet rollen anders slaat de grond dicht.
Hoeveel zaaizaad
De hoeveelheid te gebruiken zaaizaad hangt af van het gebruiksdoel; korrel of snijmais, tijdstip van zaaien en het ras. Vroeg zaaien vraagt even meer zaaizaad t.o.v. laat zaaien. Algemeen wordt volgend advies veelal gehanteerd:
- Half april: 100.000 zaden/ ha.
- Eind april: 95.000 zaden/ ha.
- Half mei: 90.000 zaden/ ha.
Onkruidbespuiting
Is de maïs eenmaal gezaaid, wacht dan niet te lang met onkruid spuiten. Als u vroeg spuit kan de dosering omlaag (klein vuil kan bestreden worden met lage dosering), met als gevolg dat de maïsplantjes minder last hebben van de middelen en er minder groeivertraging optreed. Overleg dit laatste met uw loonspuiter.
Heeft u vragen?
Voor een advies op maat, kunt u altijd contact opnemen met uw specialist. Wij helpen u graag!
Team Plant & Teelt > Team rundvee >