Grenzen stellen aan de hoeveelheid fosfor in mengvoeders voor melkvee is afgelopen jaren effectief gebleken als onderdeel van het inperken van de fosfaatproductie. Dit zogeheten voerspoor heeft z’n vruchten afgeworpen, blijkt onder andere uit de jaarlijkse enquête (inventarisatie afzet diervoeders) die Nevedi onder haar leden houdt. De actuele ontwikkelingen in de melkveehouderij vereisen een volgende fase. “We moeten naar een omslag van denken en afrekenen. Van collectieve en generieke maatregelen naar individuele stimulansen voor melkveehouders”, stelt Henk Flipsen, directeur van Nevedi.
Nevedi spreekt momenteel met LTO Nederland, de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) en de Vereniging van Accountants en Belastingadviseurs (VLB) over nieuwe maatregelen. Die zullen een vervolg zijn op de overeenkomst ‘Verbeteren mineralenefficiëntie van melkveebedrijven via Kringloopwijzer’. Voor de diervoederindustrie hield dat concreet in dat het bruto fosforgehalte in mengvoer omlaag ging of dat er werd gestuurd op de verhouding bruto fosfor versus ruw eiwit. Flipsen: “Fabrikanten van mengvoer hebben de doelen steeds behaald; dat is iets om trots op te zijn.”
Andere acties nodig
Minder fosfor in mengvoeders beperkt de uitstoot van fosfaat door (melk)vee. De afgelopen periode groeide de melkveestapel, voor deze sector komt het fosfaatplafond in zicht. Later deze week publiceert het CBS de cijfers van de fosfaatproductie over 2014. Naar verwachting geven die een indicatie dat nieuwe acties nodig zijn om overschrijding van het fosfaatplafond te voorkomen. Voor de hele veehouderij is dit plafond vastgelegd op het niveau van 2002: 173 miljoen kilo fosfaat. Flipsen: “We kunnen niet achterover leunen, het voerspoor zal een nieuwe fase ingaan. Als diervoederindustrie zullen we een extra stap zetten met het beperken van fosfor in mengvoeders (de waarde van het maximum bruto fosfor gehalte van gemiddeld 4,5 g/kg naar 4,3 g/kg, het getal voor de maximum fosfor-ruw eiwit ratio van 2,5 naar 2,3). Daarbij vinden wij het noodzakelijk dat ondernemers de totale mineralenefficiëntie op hun bedrijf verbeteren. Een belangrijke stap hierbij is het verplichtstellen van de KringloopWijzer via leveringsvoorwaarden van zuivelbedrijven en het ter beschikking staan van benodigde data via Zuivel.nl. Op die manier kan een ‘op maat’ bedrijfsadvies worden opgesteld over mineralenefficiëntie als de veehouder daarom vraagt.
Melkveehouder kan sturen
Een complex samenspel van factoren als onder meer bouwplan, ruwvoeropbrengsten en -gehaltes, inzet van enkelvoudige voeders en verschillende bijproducten, het aandeel jongvee versus melkvee, melkproductie en levensduur van de veestapel bepalen de mineralenefficiëntie op bedrijfsniveau. De melkveehouder kan zelf aan diverse knoppen draaien. Volgens Nevedi heeft de melkveehouder met de KringloopWijzer een instrument in handen om dat daadwerkelijk te doen. Flipsen: “We gaan ervan uit dat ondernemers individueel beloond zullen worden voor de prestaties op het eigen bedrijf. Het houdt een keer op met generieke en collectieve maatregelen.” Volgens Flipsen zou dit ook moeten gelden voor bijvoorbeeld varkenshouders die bovengemiddeld scoren op fosfaatefficiency. Als zij ervoor kiezen dit via een vrijwillig systeem te borgen, moet daar ook een beloningssystematiek voor worden ontwikkeld. Er wordt momenteel ook gewerkt aan een systeem om de fosfaatefficiency van varkenshouders in beeld te brengen.
Nevedi
Nevedi behartigt als werkgevers- en brancheorganisatie de collectieve belangen van de Nederlandse diervoederindustrie. De sector bestaat uit fabrikanten van mengvoeders, premixen en kalvermelkpoeder en leveranciers van vochtrijke diervoeders (bijproducten van de levensmiddelenindustrie). Bij Nevedi zijn 95 diervoederbedrijven en voerleveranciers aangesloten. Samen vertegenwoordigen zij circa 95% van de totale productie in Nederland.