De omslag naar gebruik van verantwoorde soja in diervoeder staat op punt van slagen. Om vaart te houden in de transitie van gangbare naar verantwoorde soja, kiezen leden van Nevedi voor een tweesporenbeleid. Voor in Nederland gebruikte soja leggen de diervoederbedrijven zich erop vast dat het aan duurzaamheidscriteria voldoet. Binnen de EU zet Nevedi zich ervoor in dat gebruik van verantwoorde soja gemeengoed wordt. “De marktvraag zal de snelheid van de omslag bepalen. Bij de juiste keuzes nu, zal blijken dat de transitie tot stand komt”, zegt Nevedi-directeur Henk Flipsen.
Komende week legt Nevedi de tekst van een soja-convenant voor aan haar leden. Het convenant bepaalt dat soja waar geen specifieke marktvraag met een duurzaamheidseis voor is gesteld, toch met een bepaald duurzaamheidsniveau wordt ingekocht. De verwachting is dat via de marktvraag in 2015 0,6 miljoen ton gecertificeerd is conform de criteria van de Round Table on Responsible Soy (RTRS). Met die hoeveelheid dekken Nevedi-leden af dat voor vlees, zuivel en eieren voor binnenlandse consumptie diervoeder wordt gebruikt met RTRS-soja. Nog eens 1,2 miljoen ton soja voldoet ook aan duurzaamheidscriteria, zoals onder meer geen illegale ontbossing, goede arbeidsomstandigheden en goede landbouwpraktijken. Deze hoeveelheid soja is gemoeid met de Nederlandse productie van vlees, zuivel en eieren bestemd voor export.
Nederland is internationaal koploper met gebruik van verantwoorde soja. Elders in de wereld is de vraag beperkt. Bij enkele andere EU-landen groeit de vraag wel. Fefac, de Europese koepel van de diervoederindustrie, zal haar leden faciliteren bij verdere transitie naar mainstream verantwoorde soja. Er zal in het begin een basisniveau worden toegestaan met daaraan gekoppeld een continue verbetering en verhoging van het duurzaamheidsniveau.
Het moet ertoe leiden dat Zuid-Amerikaanse soja-aanbieders substantiële volumes verantwoorde soja naar Europa kunnen verschepen. Zonder dat vooruitzicht, zal het voor hen onaantrekkelijk zijn grootschalig te investeren in gecertificeerd verantwoorde soja. Flipsen: “Dit is cruciaal, dat die volumes echt naar Europa komen. Anders zal blijken dat alle inspanning voor verantwoorde soja vruchteloos is geweest, de transitie zal niet van de grond komen. Aanbieders zijn niet afhankelijk van ons, er zijn elders afdoende afzetkanalen voor gangbare soja. Het aanbod van verantwoorde soja blijft achter, als wereldwijd de vraag ontbreekt.”
Die ontwikkeling heeft als gevolg dat gecertificeerde soja duur is. “Buitenlandse afnemers willen niet extra betalen voor gebruik van duurzame soja. De eerder uitgesproken ambitie van 1,8 miljoen ton RTRS-gecertificeerde soja in 2015 blijkt niet haalbaar; we zouden onszelf uit de markt prijzen. Hetzelfde geldt voor de varkens- en pluimveehouderij, sectoren die momenteel in crisis verkeren. Het Nevedi-beleid geeft aan dat de diervoederindustrie wel klaar is voor de omschakeling naar volledig gebruik van verantwoorde soja. Het is nu aan de markt om het tempo te bepalen”, stelt Flipsen.
Genoemde 1,8 miljoen ton soja is minder dan 0,7% van de wereldwijde productie van circa 285 miljoen ton, die stijgt door de internationaal toenemende vraag naar vlees, zuivel en eieren en voor verbruik als biodiesel. Als bron van kwalitatief hoogwaardig eiwit is het geschikt voor gebruik in vrijwel alle diervoeders. Nevedi-leden zijn betrokken bij diverse initiatieven die zoeken naar alternatieven voor geïmporteerde soja, zoals lupine, maïs, algen en binnenlandse sojateelt en opties als insecten of meelwormen. Die alternatieven blijken tot dusver niet te kunnen wedijveren met geïmporteerde soja op de combinatie voederwaarde, prijs-kwaliteitverhouding en feedprint. Bij dit laatste gaat het met name om de bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen.