‘De kracht van onze leden inzetten om de voedselproductie in Nederland verder te verduurzamen.’ Dat is volgens Nevedi-directeur Henk Flipsen de essentie van het Actieplan 2016 – 2020. Voornaam speerpunt is een aldoor efficiëntere productie van dierlijk eiwit in steeds verder gesloten kringlopen.
Aantrekkelijke en gewilde werkgever
Samenwerking zorgt voor maatschappelijke waardering en ontwikkelperspectief. De import en het gebruik van grondstoffen is duurzaam en voldoet aan marktvragen. De diervoederindustrie is een aantrekkelijke en gewilde werkgever met een veilige en stimulerende werkomgeving. Onder meer deze streefbeelden bij de thema’s geven richting aan een reeks van meer concrete doelen en acties voor de komende vijf jaar. Het sluit deels aan op al lopende activiteiten, zoals de uitwerking van wensen voor een meer flexibele cao en aanpassing van het pensioenstelsel. En het omvat nieuwe, zoals het opstellen van een strategische agenda voor het veiligstellen van grondstoffen op de langere termijn.
Cruciale schakel
Met haar leden en met partners uit de voedingsindustrie en de veehouderij zal Nevedi nagaan hoe nog meer co-producten uit het proces van voedselproductie en -consumptie via diervoeder een nuttige bestemming krijgen. Flipsen: ‘Europa is voor haar eiwitvoorziening sterk afhankelijk van grondstofimport; de Nederlandse economie is dat zelfs voor vrijwel alle grondstoffen. Wij halen nu circa 50% van het benodigd eiwit uit regionale bronnen. Door nog beter en meer co-producten van de levensmiddelenindustrie en alternatieve eiwitbronnen te benutten, is de afhankelijkheid van import verder te reduceren. Het maakt ons een cruciale schakel in de Europese en Nederlandse ambities voor een meer circulaire economie.’
Meerwaarde voor veehouders
Het plan zet de koers uit voor de vereniging in de komende jaren. Activiteiten dragen bij aan een gunstige maatschappelijke positie en economische ontwikkeling van aangesloten dier-voederbedrijven en hun ketenpartners. Het actieplan is uitgewerkt in nauwe betrokkenheid met de leden. Leden riepen op daarbij oog te hebben voor de financiële positie van veel van hun afnemers, de veehouderijbedrijven. Flipsen: ‘Streven is ervoor te zorgen dat onze activiteiten tot meerwaarde leiden voor een sterkere maatschappelijke en vooral economische positie van veehouders. Ketens en samenwerking is daarom als specifiek thema uitgewerkt.’