Het huidige stikstofbeleid in het regeerakkoord biedt de landbouw nauwelijks perspectief. Dit heeft geleid tot veel frustratie en verzet in de sector. Remkes heeft zijn rapport ‘Wat wel kan’ over de ontstane stikstofimpasse gepresenteerd. In zijn presentatie uitte hij zware kritiek op de houding en communicatie van de betrokken ministers. Het zogenaamde stikstofkaartje was daarbij het dieptepunt. Er is sprake van een grote kloof tussen randstad en platteland mede als gevolg van het regeerbeleid van de afgelopen jaren. Remkes sprak zijn waardering en begrip uit voor de boeren. Toch blijft hij grotendeels vasthouden aan het ingezette beleid. Tegelijkertijd biedt hij een aantal openingen. En dat is belangrijk om de landbouw weer meer perspectief te bieden.
De stikstofwetgeving in Nederland is heel streng. Nederland heeft zijn eigen normen KDW’s vastgelegd die strenger zijn dan in omliggende landen. Dit is niet opgelegd door Brussel. Zelfs als alle veehouderij en andere economische sectoren worden weggesaneerd in Nederland dan nog worden de normen niet gehaald in veel Natura 2000 gebieden. Deze invulling van de stikstofwetgeving is dus een politieke keuze. Door deze invulling kunnen ontwikkelingen simpel juridisch aangevochten worden en komen innovaties niet van de grond. Schrijnend is dat de PAS melders nog steeds niet geholpen zijn. De overheid is hiervoor verantwoordelijk.
Het is dan ook terecht dat de boerenorganisaties LTO en Agractie de volgende eisen hadden geformuleerd aan de voorkant van het overleg met Remkes en het kabinet:
- KDW uit de wet en instellen drempelwaarde.
- Concrete en snelle oplossingen PAS melders.
- Geen gedwongen onteigening en/ of inname vergunningen.
- Instandhoudingsdoelstellingen natuur centraal i.p.v. juridische waardes en modellen.
- Juridische borging innovaties.
In zijn rapport ‘Wat wel kan‘ houdt Remkes grotendeels vast aan het ingezette beleid uit het regeerakkoord; zoals 2030 terwijl in de wet 2035 staat. Hij adviseert met klem om zo snel mogelijk de grootste stikstofuitstoters – 500 tot 600 piekbelasters – aan te pakken. Dit kan door verandering van bedrijfsvoering, verplaatsing, vrijwillig uitkopen maar als het niet anders kan, noemt hij de optie van onteigening. Na 2025 moet geëvalueerd worden en afgewogen wat haalbaar is. In plaats van het stikstofkaartje moet er volgens hem een zonering komen om te duiden waar wel en waar geen (intensieve) veehouderij mag plaatsvinden.
Tegelijkertijd biedt Remkes een aantal positieve openingen. Zo moet volgens Remkes de KDW uit de wet en de staat van de natuur centraal staan. De PAS melders en interimmers krijgen met voorrang een vergunning. Er is een nationaal innovatieprogramma nodig. De overheid moet de blik verbreden, niet enkel juridisch en ecologische maar integraal zowel ecologisch, juridisch, agrarisch, maatschappelijk als economisch. De menselijke maat moet gelden, jonge boeren moeten kunnen instappen. Natuurbeheer moet daadwerkelijk lonen. Alle sectoren, ook industrie, mobiliteit en bouw moeten bijdragen. Ontwikkel een stoffenbalans waarmee de boer kan sturen op doelen en emissies. De stikstofbank moet beter. Buitenlandaanpak is heel belangrijk.
Essentieel is volgens Remkes het bereiken van een landbouwakkoord waarbij gezamenlijk wordt opgetrokken. Uiteindelijk moeten platteland en randstad elkaar weer gaan begrijpen.
Het kabinet omarmt het rapport van Remkes zoals ze hierbij aangeeft. Het is echter nog niet duidelijk of ze alle aanbevelingen ook één op één overneemt.
De boerenorganisaties LTO, Agractie en FDF hebben positief gereageerd op de zware kritiek van Remkes op de houding en communicatie van het kabinet en zijn analyse over de grote kloof tussen platteland en randstad. Tegelijkertijd geven ze aan dat zowel het rapport van Remkes, als de reactie van het kabinet nog te veel open einden bevatten. Het is goed dat het kabinet de sector aan de voorkant bij de plannen wil betrekken. Gedwongen onteigening en zonering zijn echter onbespreekbaar. Blijkbaar heeft minister Adema tijdens het gesprek met de sector toegezegd dat de onteigeningsplannen vooralsnog in de ijskast worden gezet. Datzelfde geldt voor de zoneringen.
Volgens hen moet de overheid daarnaast stoppen met de uitwisseling van ammoniak en stikstofoxide. Geen stikstofruimte van de boeren gebruiken om industriële of luchtvaartontwikkelingen mogelijk te maken. Eerst moeten de PAS melders gelegaliseerd worden. De stikstofwetgeving moet op onderdelen fundamenteel worden herzien ten aanzien van KDW en model. Anders zullen vergunningen, de bouwvrijstelling, de 25 km afkapgrens telkens weer sneuvelen bij de rechter. Ook kunnen de PAS melders niet worden gelegaliseerd. Alles blijft op slot zitten. Daarom moet eerst de KDW uit de wet, de Staat van Instandhouding (SVI) centraal komen te staan en de vergunningverlening niet langer strikt afhankelijk van de bekritiseerde modelberekening.
Volgens Agractie hebben Remkes en zijn juridische team bevestigd dat bovenstaande route ten aanzien van de KDW en vergunningverlening werkt. Dat zou ook bekend zijn bij het ministerie van LNV en de ministers. Het is van het grootste belang dat de tweede kamer en het kabinet deze beleidswijzingen zo snel mogelijk in gang zetten.
FDF stelt een ander alternatief voor de KDW voor: de stikstof depositie waarde. Dit is de moeite waard om te onderzoeken.
Het is goed dat Agractie de juridische mogelijkheden van herziening van de stikstofwetgeving inventariseert.
Als coöperatie staat ABZ Diervoeding achter onze leden en ondersteunt elk initiatief dat leidt tot meer perspectief. Daar is toch een herziening van de stikstofwetgeving voor nodig anders blijft Nederland op slot zitten. Dat geldt niet alleen voor de landbouw maar voor alle sectoren. De aanbevelingen die Remkes biedt, zoals de KDW uit de wet halen, innovaties juridisch te borgen net zoals het agrarische, economische en maatschappelijke belang versus het ecologische, bieden die mogelijkheid. Ook andere ideeën van onze boerenorganisaties dienen serieus genomen worden. Laten we hopen dat er een politieke oplossing komt voor deze impasse die zelfs leidt tot een breed gedragen Landbouwakkoord.
Mocht u hier nog vragen over hebben, neem dan contact op met Willy Hanssen, onze directeur Strategie & Coöperatie op 06 4661 2505 of via e-mail w.l.g.hanssen@desamenwerking.nl.