Afgelopen jaren is er een behoorlijke verdeling gekomen in het productiedoel van pluimveehouders. Consumptie-eieren worden verkocht op basis van notering, vaste stukprijs of kiloprijs. Dit is afhankelijk van het soort ei: biologisch, vrije-uitloop, scharrel of kolonie, maar ook schaalkleur en afzetmogelijkheden zijn hierin bepalend. Er zijn een aantal factoren die invloed hebben op het eigewicht.
De belangrijkste factoren die van invloed zijn op het eigewicht:
type leghen, lichtmanagement en voermanagement!
Type leghen
De raskeuze heeft invloed op het eigewicht. Een light product is een leghen die genetisch is afgeblokt op eigewicht. Hier vallen ook de rassen onder die geen light of lite in de naam hebben, maar wel in de markt bekend staan om lage eigewichten. Een light product kan prima voor zowel stuks als op de notering ingezet worden. Classic producten zijn in de markt gezet om hogere eigewichten te realiseren. Deze leghennen worden vooral ingezet bij vaste kiloprijzen of op de NOP notering. Het is echter niet per definitie zo dat een light product een lagere totale eimassa maakt dan een classic.
Lichtmanagement
Naast de genetische aanleg, kan het moment van in productie komen een behoorlijk groot effect hebben op het eigewicht. Dit is de hele productieperiode merkbaar in de vorm van lichtere (of juist zwaardere) eieren. Het moment van ‘in productie komen’ van een leghen wordt vooral bepaald door het lichtschema tijdens de opfok. De leeftijd waarop daglengte verlengd gaat worden, is de trigger. Deze lichtschema’s zijn meer bekend onder de namen: quick en late step down. In de praktijk zijn verschillende lichtschema’s niet even eenvoudig toe te passen, omdat er vaak meerdere koppels opfokhennen in een stal gehouden worden. Het blijft maatwerk.
Hoe eerder een leghen in productie komt, hoe lichter het startgewicht van de eerste eieren is. Als een leghen op jongere leeftijd gestimuleerd wordt om in productie te komen, gaat de energie vooral naar eiproductie en in mindere mate naar het volgroeien van de hen. Deze hennen zijn over het algemeen minder robuust. Leghennen die later in productie komen, gaan over het algemeen met een zwaarder eigewicht en hengewicht de legperiode in. Een hen in goede conditie is in staat langer te produceren. Het aandeel zware eieren is hierdoor groter.
Voermanagement
Met voer is het mogelijk om het eigewicht tot op zekere hoogte te beïnvloeden. U kunt dit sturen tot maximaal 1 à 1,5 gram op de norm, zowel hoger als lager. Dit wil zeggen dat u 2 tot 3 gram eigewicht kunt sturen door voer.
Hierbij zijn de volgende zaken van belang:
- Voeropname
Een belangrijke factor op eigewicht is de voeropname. De voeropname bepaalt samen met de concentratie van het voer de hoeveelheid nutriënten die een leghen opneemt. De voeropname wordt mede bepaald door niet voer-gerelateerde zaken zoals ziektedruk, stress, klimaat en parasitaire druk. Deze zaken worden hier buiten beschouwing gelaten.
Voertechnisch gezien hebben de eiwit-/energieverhouding en concentratie van nutriënten veel invloed op de voeropname. De hoeveelheid eiwit die een leghen dagelijks opneemt, heeft ook invloed op het eigewicht. Het aandeel eiwit bestaat altijd uit een onverteerbaar (ORE) en verteerbaar (VRE) deel. Het verteerbare deel kan de leghen, naast onderhoud, gebruiken om eieren te produceren. Een juiste verhouding tussen de eiwitcomponenten is hierin cruciaal. Daarnaast kan bij het extra toevoegen van het aandeel methionine het eigewicht wat extra gestimuleerd worden. Methionine is tevens synthetisch toe te voegen.
- Aandeel linolzuur
Het eigewicht wordt ook positief beïnvloed door het aandeel linolzuur (C18:2). Dit is in natuurlijke vorm aanwezig in eiwithoudende componenten, maar zit bijvoorbeeld ook in sojaolie. Linolzuur is een meervoudig onverzadigd vetzuur en zorgt onder andere voor goede nutritionele eigenschappen in het ei. Linolzuur is het belangrijkste omega-6 vetzuur. Van deze vetzuren is bekend dat ze het risico op hart- en vaatziekten verkleinen.
ABZ’s stappenplan ‘Zo stuur je op eigewicht’:
Hieronder volgt een globaal stappenplan van opeenvolgende keuzes om optimaal te sturen op eigewicht.
- Het is belangrijk dat u voordat u de hennen besteld, uw productiedoel helder heeft.
- Let bij de keuze van de leghen onder andere op de genetische aanleg wat betreft eigewicht., zodat deze past bij het productiedoel.
- Stuur met lichtmanagement op het moment van ei-productie.
- Bespreek met uw pluimvee nutritionist of pluimveespecialist of er eventuele aanpassingen nodig zijn in uw voersamenstelling om eigewicht te stimuleren òf juist te beperken.
NB: Realiseer dat deze maatregelen niet altijd één-op-één in de praktijk door te voeren zijn.
Heeft u vragen over het sturen op eigewicht?
Wij helpen u graag!
Team legpluimvee >