Regionaal en transparant, kenmerken van EiLokaal Didam van de familie Peters

Onder de naam EiLokaal Didam produceren pluimveehouders Stijn Peters en zijn ouders Jos en Karin consumptie-eieren. Regionaal en transparant, met de focus op eigen afzet van de eieren. Die gaan via de verkoopautomaat op het bedrijf naar consumenten uit de buurt, maar ook naar lokale streekwinkels, landwinkels, horeca en in de toekomst ook naar supermarkten.

EiLokaal Didam ligt pal langs de A12 bij Didam. Wie de gloednieuwe stal voor 21.000 hennen in het vizier krijgt, snapt direct de term ‘transparant’. De voorgevel met meters hoge glazen wanden doet niet direct aan een stal denken. “Transparantie vinden we belangrijk en dat is in het stalontwerp doorgevoerd. De stal is ons visitekaartje”, verklaart Stijn (26). “Met een mooie uitstraling willen we ons bedrijf, onze eieren en ook de hele sector laten zien aan de bezoekers van ons bedrijf en via de sociale media.”

Vanuit die visie kwam er een zichtruimte beneden bij de sorteerruimte waar de eieren verpakt worden. Boven is er een skybox, zodat bezoekers een kijkje kunnen nemen in de kippenstal, en een educatieve ruimte met een groot balkon waar groepen ontvangen kunnen worden. “De eerste twee spantvakken zijn dan ook ‘dure’ spantvakken. Hier kunnen immers geen hennen lopen. Wij zien hier uiteindelijk wel de meerwaarde van in. We zijn erop ingericht om mensen op ons bedrijf te ontvangen en een beleving mee te geven. Via sociale media en speciale acties, bijvoorbeeld met Pasen, proberen we mensen te stimuleren om naar ons bedrijf te komen voor een bezoek.”

Historie

Stijn is sinds 1883 de vijfde generatie Peters die op deze locatie boert. Zijn opa en oma hadden er een gemengd bedrijf en bouwden in 1970 een stal voor 9.000 leghennen, toen nog in een legbatterijhuisvesting. Ook toen al was er huisverkoop van eieren en leverden ze eieren aan restaurants in de buurt. Door de aanleg van de A12 werd het boerenbedrijf echter gesplitst. Aan de andere kant van de snelweg werd een nieuwe boerderij gebouwd, die door een oom van Stijn is overgenomen.

Vijf jaar geleden kochten Jos en Karin Peters (beiden 58) de thuislocatie van Jos’ ouders met de bedoeling er samen met Stijn een pluimveebedrijf te starten, naast hun banen: Jos werkt vier dagen per week bij broederij Verbeek, Stijn werkt fulltime bij ABZ Diervoeding.

De stal werd in 2021 gerealiseerd en in november kwamen de eerste hennen. Er is gemiddeld drie uur arbeid per dag nodig voor de dagelijkse verzorging van de hennen. Doordeweeks worden de werkzaamheden verricht door gepensioneerde buurmannen, in de weekends door Jos en Stijn. ’s Avonds vullen ze de eierautomaten bij en op zaterdag brengt Stijn eieren rond. Ze hebben nu al meer vraag dan ze kunnen leveren, maar voorlopig gaat nog ongeveer driekwart van de eieren naar Eierhandel Gebr. Van Beek. Ooit hopen ze alle 140.000 eieren per week zelf te verkopen.

Nieuwe stal

De nieuwe volièrestal van 90×21 meter heeft 75×14 meter binnenleefruimte met een lichtstraat van een meter hoog en 75×7 meter wintertuin. De uitloopluiken naar de wintertuin zijn extreem groot: de betreffende wand is oplierbaar tot twee meter hoogte. Aan de wintertuin komt nog een bosrand van 4 meter als extra uitloop voor de hennen.
Die worden gehouden volgens het 1 ster Beter Leven Keurmerk, met extra’s zoals de bosrand en regionaal voer (CCM 30% en tarwe 12%). De keuze viel op Novogen Brown Light van Verbeek, vanwege het hoge aantal eerste kwaliteit eieren.

In de stal is dimbare en in kleur stuurbare ledverlichting aangelegd. “Wij hebben gekozen voor warm-wit en koud-wit licht”, verklaart Stijn. “Met koud-wit licht maak je het contrast tussen het nest en erbuiten groter. Zodra de hennen in productie komen, kunnen we met koud-wit licht de hennen beter naar het nest sturen, zodat ze minder geneigd zijn de eieren buiten het nest te leggen. Zodra ze dat goed ontdekt hebben, verminderen we het koud-witte licht.”

Regionaal voer

Niet alleen de afzet is sterk gericht op de regio, ook het voer is voor een groot deel regionaal geproduceerd. Het kernvoer (58%) komt van ABZ Diervoeding, de maïs (CCM, 30%) en tarwe (12%) komen uit de regio. De CCM-kuil ligt bij een naburige (gestopte) boer die de kuilplaten zelf niet meer in gebruik heeft. Een collega-boer uit de buurt vult eens in de drie dagen de CCM-bak die bij de kippenstal staat. Zo nu en dan wordt de kuil bemonsterd en van de tarwe wordt een NIR-analyse gemaakt. Op basis van deze uitslagen stelt ABZ Diervoeding het kernvoer samen. Met een peddelmenger mengt Stijn zelf de CCM en tarwe door het kernvoer. Zo drukt hij de voerkosten. Ze voeren de hennen in zes voerbeurten. Voerbeurt 4 en 5 doseren ze zelf nog schelpengrit bij, zodat de hennen de grit ‘s nachts kunnen gebruiken.

De 17 weken oude hennen zijn in fases opgestart met een compleet voer van ABZ. Eenmaal op gewicht en goed aan de leg, ongeveer met 26 weken, is begonnen met het bijmengen van de CCM. Eerst 10% om eraan te wennen, daarna per voerlevering 5% erbij tot 30% is bereikt. Eind juni (48 weken) is begonnen met het bijmengen van 12% tarwe als hele korrel. Het doel is om nog 8% tarwe uit het kernvoer te halen en zelf bij te mengen, zodat 30% CCM, 20% tarwe en 50% kernvoer wordt gevoerd. Dan komt de helft van het voer uit de regio.

Omdat Stijn zelf in de vleeskuikenouderdierensector werkt, begeleidt pluimveespecialist Gert-Jan van Beek hem. “Als extra oogje in de stal en als sparringpartner voor het mengen van maïs en tarwe. Dat is heel fijn. Samen zoeken we het optimale op. Je kunt alleen top draaien als alles klopt: stal, hen en voer.”

Toekomst

Stijn heeft al diverse keren met een artikel in de plaatselijke krant gestaan. “Die naamsbekendheid in de regio en de enthousiaste reacties die ik krijg, daar krijg ik energie van. Ik ben trots op het hele plan en hoe het gaat in de praktijk, samen met mijn ouders en de mensen die ons helpen.” Ooit hoopt Stijn op een tweede locatie hennen te kunnen houden, om een dip in de aanvoer en kwaliteit van EiLokaal Didam-eieren te voorkomen. Als hij daarvoor moet investeren, bijvoorbeeld in een tweede stal, dan is dat een plan voor de verre toekomst. Mocht hij kunnen huren, dan kan het wellicht al eerder. Een plan voor de zeer korte termijn betreft zonnepanelen op het dak van de stal, ook voor het leveren van energie.

Videobeelden bij EiLokaal Didam

Kijk en luister naar het verhaal van Stijn Peters:

Onderstaand een foto-overzicht van de bedrijfsreportage bij familie Peters