Sporenelementen zijn in elk dier nodig bij veel lichaamsprocessen. Het zijn essentiële bouwstenen van het lichaam.
Sporenelementen zijn in lage concentraties aanwezig in de grondstoffen die voor diervoeders gebruikt worden. Deze concentraties van sporenelementen in de grondstoffen zijn echter meestal niet toereikend om aan de behoeften van het dier te voldoen. Om dit te compenseren, worden er sporenelementen toegevoegd aan het voer door middel van de premix.
Sporenelementen zijn in veel verschillende chemische vormen aanwezig. Deze verschillende vormen hebben elk hun specifieke eigenschappen, zoals bijvoorbeeld oplosbaarheid, verteerbaarheid of activiteit. Al deze eigenschappen zijn van invloed op de prestaties van het dier.
De wetgeving voor maximale gehalten sporenelementen in voer is recentelijk veranderd. Zo mag er minder zink in het voer zitten. Voorheen was dit 150 mg/kg voer, tegenwoordig moet dit voor alle pluimvee 120 mg/kg zijn. Om ervoor te zorgen dat uw dieren voldoende sporenelementen kunnen blijven opnemen, voegt ABZ Diervoeding sinds kort andere bronnen van sporenelementen via de premix aan het voer toe, die beter opneembaar zijn voor het dier.
Sporenelementen zijn grofweg onder te verdelen in organische en anorganische sporenelementen. Organische sporenelementen hebben een betere opneembaarheid ten opzichte van anorganische sporenelementen. In de luxere voeders worden luxere premixen gebruikt, waarin naast anorganische, ook organisch gebonden sporenelementen zitten. In de standaardvoerlijnen komen gedeeltelijk beter opneembare anorganische sporenelementen. Door deze wijzigingen in bronnen van sporenelementen in de premix komen uw dieren niets tekort. Een hoog kwalitatief voer draagt bij aan een vitale hen, die strak in de veren zit. Dit is zeker bij onbehandelde dieren cruciaal.