In 2015 en 2016 heeft ABZ Diervoeding een uitgebreide studie gedaan naar het effect van voersystemen op de voerstructuur en selectieve opname van leghennen. Het voersysteem is een essentieel onderdeel van de pluimveestal. Het doel is dat het voer via het voersysteem (sleepketting/ spiraal) zo snel mogelijk door de stal verspreid wordt en alle dieren van een evenredige hoeveelheid voer voorziet. Bovendien is het belangrijk dat de door de nutritionist berekende voersamenstelling aan de dieren wordt aangeboden (over alle afdelingen). Het aanbod voedersystemen is divers. Naast dat er een type geselecteerd wordt in de vorm van een sleepketting of spiraal, kunt u ook kiezen voor varianten die een hogere omloopsnelheid hebben.
Selectieve voeropname door leghennen
Het is bekend dat leghennen selectief eten. Selectief eten is het specifiek eten van bepaalde deeltjesgrootte of specifieke grondstoffen. In het onderzoek is vooral gekeken naar het selectief eten op basis van deeltjesgrootte, omdat hennen een sterke voorkeur hebben voor het eten van grove delen. ABZ Diervoeding was benieuwd naar de effecten van voersystemen in combinatie met selectieve opname op de voerstructuur en voersamenstelling. Alle hieronder weergegeven resultaten zijn gebaseerd op metingen uit dit onderzoek, waarbij selectieve opname is onderzocht van leghennen tijdens de voerbeurt en tijdens het lopen van de ketting.
Analyse van het onderzoek naar het effect van voersystemen op de voerstructuur en de voeropname van leghennen
Voor deze proef zijn 12 pluimveestallen met een volièresysteem bezocht waar 299 monsters zijn genomen op verschillende plaatsen van het voersysteem. Er is vervolgens geanalyseerd op deeltjesgrootte.
Na analyse van de resultaten blijkt dat er meer selectieve opname plaats vindt bij de sleepketting dan bij de spiraal (P < 0,05). Dit staat schematisch weergegeven in onderstaande grafiek:
Een sleepketting geeft de hennen genoeg mogelijkheid om grove delen uit het voer te eten. Daardoor wordt de gemiddelde deeltjesgrootte kleiner, naarmate het voer in de ketting meer afstand heeft afgelegd. Bij een spiraal is dit veel moeilijker voor de hennen, waardoor het effect van selectieve opname beduidend minder (bijna niet) is. Wat ook uit de analyse kwam is dat lange stallen gevoeliger lijken voor selectieve opname, omdat er meer lengte is om selectief te vreten (P<0,1).
Vaak wordt aangenomen dat snellopende kettingen zorgen voor minder selectieve opname. Ook dit heeft ABZ Diervoeding in dit onderzoek meegenomen. Uit de resultaten van dit onderzoek kan dit niet worden vastgesteld. De snelheid waarmee de ketting rond gaat tijdens het voeren heeft dus zeer weinig tot geen invloed had op de mate van selectieve opname. Dit staat weergegeven in onderstaande grafiek:
Naast de metingen zijn ook gedragsobservaties uitgevoerd. Het werd duidelijk in dit onderzoek dat bezetting een rol speelt in de mate van selectieve opname. De voergoot onderin het systeem wordt drukker bezocht dan bovenin het systeem. Hennen die vooral onderin leven zullen vooral te maken hebben met voer dat meer selectief is opgenomen dan een voergoot die bovenin het systeem zit. Hennen die onderin het systeem zitten, hebben dus een incompleter voer tot hun beschikking dan hennen die bovenin de stal vreten. Deze invloed benadrukt dat het belangrijk is om de hennen goed verspreid over het systeem te houden in de stal.
Selectieve opname heeft ook invloed is op de nutriëntsamenstelling van het voer dat wordt aangeboden aan de hennen, met name aan de hennen in grotere stallen die niet in de eerste afdeling(en) zitten. Uit analyses van voer uit de ketting blijkt dat hennen achterin de stal een andere voer- en nutriëntsamenstelling voorgeschoteld krijgen dan de hennen voorin de stal. De grove delen in het voer zijn voornamelijk tarwe, gerst, haver, zonnebloemzaadschroot en maïs. In de fijne fractie van het voer zit vooral soja, zonnebloemzaadschroot, graanbijproducten, mineralen en vitaminen uit de premix. Hieruit kan geredeneerd worden dat, naarmate er meer selectief gegeten wordt, het aandeel zetmeel afneemt en het aandeel eiwit en mineralen toeneemt. Dit bleek ook uit de analyses die gedaan zijn op de voermonsters uit het voersysteem.
Hebben voersystemen invloed op wat een kip eet?
Het mag duidelijk zijn dat selectieve opname kan leiden tot verschil in productie resultaten tussen afdelingen (bijvoorbeeld een verschil in eigewicht, bevedering of mestkwaliteit). Ook kan de toename van mineralenconcentratie in het voer resulteren in nattere mest en een verstoorde mineralenbalans. Geconcludeerd mag worden dat selectieve opname bij sleepkettingen een risico vormt voor een nutritionele disbalans, met name bij stallen die zijn opgedeeld in afdelingen. In de praktijk zien we echter ook dat een hen zelf een groot deel hiervan kan compenseren door ook fijne delen te eten. Dit neemt echter niet weg dat hier voor de hen nog veel verbeterd kan worden.
Welke maatregelen kunt u nemen om selectieve opname van leghennen te verminderen?
Er zijn diverse (deel)oplossingen mogelijk om selectieve opname te verminderen. Enkele daarvan zijn:
- Zo homogeen mogelijk voer verstrekken
- Voerhoppers in het midden van de stal plaatsen, op de heen- en terug lopende lijn
- Eerste voerbeurt in het donker laten draaien, zodat er dan minder uit gegeten wordt tijdens het rond gaan
- Bij een (her)investering overwegen om een spiraal voersysteem aan te schaffen.
Wilt u meer weten over de invloed van voersystemen?
Voersystemen blijken van grote invloed op de voerstructuur die aangeboden wordt in de stal tijdens het voeren en daarmee op het rantsoen van de hen. Heeft u vragen hierover, dan kunt u contact opnemen met onze pluimveespecialisten.
Wilt u meer weten over het effect van deeltjesgrootte op het maag-darmstelsel van uw leghennen?
In een eerdere studie hebben wij onderzoek gedaan naar de effecten van deeltjesgrootte op het maag-darmstelsel van leghennen. Wilt u meer informatie over het effect van deeltjesgrootte op het maag-darmstelsel van leghennen? Klik hier>