De eiermarkt is op dit moment volop in beweging en veel pluimveehouders zijn zich aan het bezinnen welke eieren ze willen gaan produceren. Het aantal concepten en mogelijkheden is de laatste jaren groter geworden, maar niet elk bedrijf is geschikt voor alle concepten.
Er bestaat een grote kans dat de eieren die in de Nederlandse supermarkten komen te liggen voor het overgrote deel minimaal 1 ster Beter Leven van de dierenbescherming gaan worden. Dit betekent dat alle stallen die daarvoor gebruikt gaan worden, voorzien moeten worden van overdekte uitlopen. En naar gelang het aantal sterren ook een buitenuitloop en/of lagere bezetting bij Bio en 3 sterren gangbaar.
Een aantal bedrijven zijn makkelijk geschikt te maken voor deze concepten of zijn al grotendeels geschikt, maar er is ook een behoorlijk aantal bedrijven waar het om diverse redenen moeilijk of gewoonweg onmogelijk is. Ook dan moeten er keuzes gemaakt worden.
De huidige regelgeving voor 1 ster biedt wel wat meer ruimte om stallen geschikt te maken, met name op het gebied van het uitzicht van de hennen.
Belangrijke punten en tips waar u rekening mee dient te houden bij overschakeling naar 1 ster zijn:
• Een locatie moet kleiner zijn dan 120.000 leghennen.
• Een wintergarten aan een stal bouwen heeft grote gevolgen voor het klimaat in de stal. Bij smallere stallen met een wintergarten aan één kant is het lastig om het klimaat in de stal gelijk te krijgen. Met een wintergarten aan twee kanten kan het dwars door de stal gaan waaien. De veelal gangbare onderdruk ventilatiesystemen werken dan niet meer. Er moet dan geschakeld worden tussen onderdruk op het moment dat de schuiven dicht zijn en ventileren op temperatuur als de luiken open zijn. Gelijk- of overdruk ventilatiesystemen kunnen enige uitkomst bieden en gordijnen in de zijwanden om al te grote kou en windinvloeden tegen te houden zijn inmiddels wel toegestaan. Het klimaat moet daarbij wel zo goed zijn dat er geen platen in de strooiselruimte ontstaan.
• Licht moet hoog frequent zijn.
• Houdt rekening met toch wel behoorlijk meer arbeid. Er moeten luzerne en/of stropakjes in de stal, er moet graan/voer gestrooid worden en het lichtregime moet aangepast worden aan het daglicht, omdat anders de hennen in de zomer ’s avonds in de (lichte) wintergarten blijven zitten.
• De wintergarten moet voorzien zijn van drinkwater. Om natte plekken te voorkomen, kan het helpen om bakken (van 1m bij 1m) gevuld met grind onder de waterbakken te zetten.
• Het lijkt erop dat één of meerder winkelketens overstappen op witte 1 ster Beter Leven eieren. Dit kan een probleem (of oplossing) zijn in het kader van kleurdifferentiatie.
• Overleg en samenwerking met de eierhandel wordt steeds belangrijker ook al is de markt wispelturig.|
Inspelen op de gevraagde concepten
Met ons vernieuwde legpluimveevoerassortiment speelt ABZ Diervoeding in op de gevraagde concepten. In veel Beter Leven concepten worden eieren betaald op basis van stuks prijzen. Hiervoor zijn onze Light voeders zeer geschikt. Maar wanneer u uw Beter Leven eieren op basis van NOP verkocht heeft, u heeft dan een bepaald belang bij het ei-gewicht, dan kunt u het beste onze scharrel-voeders inzetten. Daarmee kunt u beter sturen op dit gewicht.
Verder zien wij na enige ervaringen uit het afgelopen jaar dat klanten bovenstaande assortimenten ook gecombineerd inzetten, om zo nóg beter hun gewenste productiedoel bij de leghennen te behalen.
Rendement
De grote vraag blijft natuurlijk altijd bij dit soort keuzes of het wel of niet rendabel is om de vereiste investeringen te doen en hoe zeker deze markt is. Het aanbouwen van een wintergarten kan qua kosten sterk variëren, afhankelijk van de stal waar het aangebouwd moet worden en de ondergrond.
ABZ Diervoeding heeft daarvoor handige rekentools voor u beschikbaar waarmee snel en eenvoudig samen met u een aantal scenario’s doorgerekend kunnen worden. We kunnen hierin wisselende marktsituatie simuleren en doorrekenen wat het rendement op lange termijn gaat worden onder wisselde omstandigheden.
Hierbij is voor een pluimveebedrijf het allerbelangrijkste om een maximaal rendement te halen uit de aanwezige productiemiddelen (stallen, dieren, pluimveerechten, grond, arbeid etc.) met, niet minder belangrijk, behoud van arbeidsvreugde. Dit betekent niet altijd automatisch dat er meer dieren gehouden moeten worden.
Wilt u hulp bij het maken van uw keuze?
Neem dan contact op met één van onze pluimveespecialisten. Wij helpen u graag.