De bacterie Eschirichia coli (E.coli) is de meest voorkomende bacterie bij pluimvee. Deze Gram-negatieve bacterie kan onder normale omstandigheden weinig kwaad en behoort tot de vaste en normale bacteriën in de darmen en omgeving van de leghen. Hoe kan deze normale bacterie dan toch regelmatig een probleem vormen en soms een grote schadepost worden op een leghennenbedrijf?
Wanneer coli een probleem wordt dan spreken we van Colibacillose. In dat geval is de coli via de darmen, cloaca of de luchtwegen in de hen gekomen en heeft daar infecties veroorzaakt. Dit kan zijn in de vorm van buikvliesontsteking, ontsteking van het hartezakje of de eileider. Ook kunnen huidwondjes door pikkerij leiden tot onderhuidse E.coli infecties. Het gevolg van dit alles is uitval onder de hennen wat soms behoorlijk hardnekkig kan worden.
Problemen voorkomen
Ook bij een E.coli infectie geldt nog altijd dat voorkomen beter is dan genezen. De meest voorkomende oorzaken van E.coli liggen in het stalklimaat of vervuiling van het drinkwater. Zowel om E.coli te voorkomen of om een uitbraak onder de knie te krijgen, kan het helpen om de volgende punten goed te doorlopen:
- Check de nippelleidingen op vervuiling. Spoel ze goed door of controleer of het automatisch spoelsysteem (als dat er is) goed werkt. Gebruik eventueel een reinigingsmiddel dat ook achter in de leiding zijn werk nog doet. Stuur ook altijd meteen wat watermonsters op ter controle. Doe dat na het spoelen en reinigen opnieuw om te controleren of het daadwerkelijk effect gehad heeft.
- Controleer of er geen tochtplekken zijn in de stal, zoals bijvoorbeeld een inlaatventiel dat open blijft hangen. Ook niet goed sluitende lamellen van ventilatoren die niet draaien, kunnen veel tocht veroorzaken. Ook openingen van mest- en eierbanden uit de stal naar buiten kunnen problemen geven. Controleer of alle voelers goed werken en of de klimaatinstellingen nog goed staan.
- Controleer in de computer hoe de minimum en maximum temperaturen waren en kijk of deze niet te laag of te hoog geweest zijn. Eventueel kunnen wij een datalogger in uw stal hangen om te kijken wat er precies gebeurt.
- Laat bij uitval altijd dieren onderzoeken door uw dierenarts of de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) E.coli heeft vaak een achterliggende oorzaak zoals bijvoorbeeld een IB of een darmontsteking, of in ernstiger geval Mg of TRT. Deze primaire infecties moeten eerst aangepakt worden. Er is dan ook meteen een gevoeligheidstest mocht behandeling nodig zijn. Daarnaast is een E.coli infectie in staat om een andere infectie, zoals bijvoorbeeld vlekziekte, volledig te overwoekeren. Hierdoor kan het gebeuren dat dit aangezien wordt voor coli, terwijl er dan een heel andere aanpak nodig is. Ook bepaalde salmonella’s en streptococcen kunnen buikvliesontsteking veroorzaken. Alleen bacteriologisch onderzoek kan uitsluitsel geven.
- Verwijder dode dieren snel uit de stal en met name uit de legnesten. Vuil met E.coli bacteriën uit de legnesten kan makkelijk tijdens het leggen via de cloaca in de hen komen en zo problemen veroorzaken. Door ervoor te zorgen dat de nestmatjes zo schoon mogelijk zijn door regelmatige ontsmetting, kunt u dit risico verkleinen.
Aanpak van coli problemen
Naast deze vijf punten kunt u nog een aantal andere zaken doen. U kunt het drinkwater aanzuren met een daarvoor geschikt middel. Hiermee vermindert u vooral de groei van E.coli in het water, doordat colibacteriën in een zuur milieu minder snel ontwikkelen.
Bij probleemstallen of -bedrijven op het gebied van coli kan ervoor gekozen worden om de hennen te enten. Dit kan met een commerciële entstof of met een bedrijfsspecifiek autovaccin. Hierbij moet u er wel rekening mee houden dat de periode dat deze vaccins werkzaam zijn beperkt is en uw hennen op oudere leeftijd weer coli kunnen krijgen. Het kan wel goed helpen om de eerste 25 weken in de legstal goed door te komen.
Check uw hennen regelmatig op huidwondjes in de vorm van (grote) korstjes rond de staartwortel en op de buik. Aanwezigheid hiervan betekent vaak dat hennen onderhuidse coli hebben door beschadiging of pikkerij. Vaak is dan ook de huidgezondheid niet in orde. Dit is te ondervangen door uw hennen tijdelijk wat extra zink en biotine te verstrekken.
E.coli is een probleem dat niet zo makkelijk op te lossen is, omdat het heel veel oorzaken kan hebben. Behandeling bij leghennen is lastig, omdat op de meeste antibiotica wachtdagen zitten en als de oorzaak niet weggenomen is, zal het probleem snel weer terug zijn. Zorgen voor een goede opstart en een topconditie van uw hennen blijven belangrijke pijlers voor een koppel met een goede weerstand, ook tegen E.coli.
Advies nodig over hoe u coli problemen het beste kunt aanpakken?
Vraag het onze legpluimveespecialisten. Zij helpen u graag!
Team legpluimvee