De Nederlandse consument koopt nog altijd heel vaak bruine eieren en lijkt dat voorlopig ook nog wel te blijven doen. Hierdoor bestaat een aanzienlijk deel van de pluimveestapel in Nederland nog altijd uit bruine leghennen. Duidelijk is wel dat de bruine hen een heel andere kip is dan haar witte collega. Met de juiste aanpak zijn er ook met bruine hennen hele goede technische resultaten te behalen en daardoor, zeker op de binnenlandse MKT markt, ook verrassend goede financiële resultaten.
Verschil bruin en wit
De bruine hen is op veel punten toch wat anders dan een witte. Dat uit zich vaak al het duidelijkst in het gedrag van de hennen. Witte zijn vaak schrikkerig, terwijl bruine veel nieuwsgieriger zijn. Vaak uit zich dit ook in een ander nestgedrag en andere reacties op elkaar en op prikkels van buitenaf. Fysiek zijn er ook behoorlijke verschillen, met name het afweersysteem is bij bruine hennen veel actiever dan bij witte. Dit maakt dat bruine hennen vaak veel heftiger reageren op virale en bacteriële infecties. Hierdoor behoeven zij op bedrijven met meerdere leeftijden en uitloopsystemen meer aandacht. Voeding en vertering hebben daardoor een prominente rol voor topresultaten bij bruine hennen.
Eiwitbehoefte en grondstofkeuze
Een bruine hen heeft een andere behoefte op het gebied van voeding dan een witte. Het actievere afweersysteem van een bruine hen geeft dat de eiwitvoorziening op een hoger peil moet liggen dan bij de witte, en dat met name de eiwitkwaliteit van groot belang is. Afweerreacties vergen namelijk veel eiwit voor de aanmaak van enzymen en herstel van
beschadigd weefsel. Hoe actiever het immuunsysteem is des te groter ook de eiwitbehoefte. De grotere behoefte aan goed verteerbaar eiwit maakt dat ook de grondstofkeuze voor voer voor bruine hennen nauwkeuriger komt. Dit om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende aminozuren (bouwstenen voor eiwitten) beschikbaar zijn om elke situatie aan te kunnen. Grondstoffen als raap, maïs DDGS en tarwegries etc. zijn hierdoor minder geschikt als grondstof in voer voor bruine hennen.
Voerstrategie
Bij de huidige bruine genetica zien we vaak relatief lage voeropnames en vrij hoge eigewichten en daardoor ook vaak verrassend goede voederconversies. Dit betekent wel dat de samenstellingen van de verstrekte voeders voldoende hoog moeten zitten in verteerbaar ruw eiwit en zo laag mogelijk in onverteerbaar ruw eiwit. Een goed verenpak is bij bruine hennen van groot belang. Het verstrekte voer moet daarom ruim voldoende niet essentiële amminozuren (NEAZ) bevatten. Binnen ons Stabielo voerprogramma zijn met name de Legmeel 170, 175 en 170 Light zeer geschikt voor bruine hennen. Deze voerlijnen hebben hoge gehaltes aan verteerbaar ruw eiwit en NEAZ. Door het strakke raamwerk van deze samenstellingen blijven ze ook zeer stabiel door de tijd. Daarnaast hebben we vele mogelijkheden om bij te sturen als dat nodig blijkt. Ook binnen onze biologische voerlijnen hebben we luxere samenstellingen voor bruine hennen.
Resultaten
We zien in de praktijk de laatste jaren vaak verrassend goede technische resultaten met bruine hennen op luxe voer, waarbij aanhouden tot boven de 85 weken geen uitzondering is en voederconversies onder de 2,10 mogelijk zijn. Ondanks dat de spreiding groot is, zien we toch regelmatig bruine koppels met opmerkelijk lage uitval cijfers. Daarmee kunnen bruine hennen, zeker in combinatie met particuliere verkoop, financieel best aantrekkelijk zijn.
Wilt u meer weten over het verschil tussen bruine en witte hennen?
Neem hiervoor gerust contact op met één van onze pluimveespecialisten. Zij helpen u graag.
Contact opnemen >